Ons Kookboek en 14 andere essentiële boeken over Vlaanderen
Tegenwoordig lijkt alles te draaien rond ‘identiteit’: wie zijn we, waar komen we vandaan, en waarvoor staan we? Knack ging op zoek naar boeken die de Vlaamse ziel vatten, als zoiets al bestaat, en schakelde een panel van 100 erudiete lezers uit binnen- en buitenland in.
Ik heb er goed over nagedacht, en wat blijkt? Vlaanderen/België interesseert me niet’, schreef Frank Van Massenhove, FOD-voorzitter Sociale Zekerheid, in een e-mail. Nou moe. We hadden hem net drie vragen voorgelegd. Welke boeken helpen om Vlaanderen en zijn inwoners beter te begrijpen? Welke boeken zou u een buitenlandse vriend(in) aanraden als die meer over Vlaanderen zou willen weten? En welke boeken over Vlaanderen zouden ook alle Vlamingen gelezen moet hebben? Van Massenhove kwam toch met een boeiend lijstje, en voegde eraan toe: ‘Grote dank voor de aparte vraag, die me aan het soulsearchen zette.’
Het Gruuthuse-handschrift uit de 15e eeuw combineert religieuze gezangen met seks en zattigheid. Vroom, jazeker, maar we gaan ons daar toch niet op vastpinnen?
Knack ging dus op zoek naar de essentiële boeken over Vlaanderen. Daarbij zochten we niet naar de klassieke auteurs of titels. We wilden niet alweer een canon samenstellen, en al helemaal geen hitparade. Wat telt, zijn boeken die ons vertellen wat Vlaanderen is, waarom het zo is, hoe het zo is geworden, en hoe je het uitgelegd krijgt. De respons op onze oproep was massaal: we kregen hulp van 100 academici, auteurs, bibliothecarissen, opiniemakers, uitgevers en boekenwurmen.
Sommigen hielden het bij één essentieel boek over Vlaanderen, anderen somden er meer dan 25 op en sloten af met: ‘Volstaat dit, of moet ik nog verder in mijn boekenkast grasduinen?’ Er waren panelleden die pagina’s motivering bij hun keuzes voegden – ‘Ik kon het niet laten’, schreef gewezen Klara-radiomaker Jean Pierre Rondas over zijn vijf bladzijden ‘ catalogue raisonné’. Een selectie hiervan krijgt u trouwens de volgende dagen op Knack.be. Zo kwamen we aan meer dan 150 verschillende titels. Die turfden we, tot er 30 essentiële boeken overbleven: 15 non-fictie- en 15 fictieboeken.
Spek en aardappelen, stamppotten en bloemkool: veel dichter bij de Vlaamse identiteit kun je niet komen
Piet Piryns
Een aantal interessante werken haalden het net niet, zoals De afwezige meerderheid van Lode Claes over de onmacht van de Vlamingen om hun potentieel aan politieke macht ook echt te gebruiken. Of Het klauwen van de leeuw van Marc Reynebeau, die concludeerde dat de Vlaamse volksaard en identiteit niet bestaan. Ook de twee algemene, recent verschenen historische overzichten vielen er net uit: Politieke geschiedenis van België van Els Witte en België – Een geschiedenis zonder land van Rolf Falter.
Er waren titels die maar één keer werden genoemd, en soms was het jammer dat zij de uiteindelijke lijst niet haalden. Zo stelde filosoof Jean Paul Van Bendegem (VUB) het Gruuthuse-handschrift voor als een essentieel boek over Vlaanderen. ‘Omdat men er al in het begin van de vijftiende eeuw niet aan kon weerstaan om religieuze gezangen te combineren met het meer scabreuze – zeg maar: seks en zattigheid. Vroom, jazeker, maar we gaan ons daar toch niet op vastpinnen?’
Het blijft helaas bon ton om niets te willen weten over de Vlaams-nationalistische ontsporing tijdens WO II
Frans Crols
Willem Bongers-Dek, adjunct-directeur van het Vlaams-Nederlands Huis deBuren, tipte Kleine Vlaamse mythologieën van Jan Baetens, Karel Vanhaesebrouck en Brecht Van Maele. Daarin wordt het dagelijkse gedrag van de Vlaming geanalyseerd. Waar kijkt hij naar op televisie? Hoe rijdt hij zijn gazon af? Wanneer gaat hij graag op café? ‘Een aanrader voor wie wil begrijpen wat het juist betekent als iemand ienen van ongs is.’ Ook dit haalde het jammer genoeg niet. De 15 non-fictieboeken die het wel haalden, vindt u hieronder. De 15 fictieboeken leest u volgende week in Knack.
ONS KOOKBOEK (1927)
Boerinnenbond
Omdat: ‘je bent wat je eet’
De Vlaamse kookbijbel verscheen in 1927 voor het eerst als een schriftelijke leidraad van 158 pagina’s bij de cursussen ‘Koken en voeding’ van de toenmalige Boerinnenbond. Vandaag is dat het Katholiek Vormingswerk van Landelijke Vrouwen (KVLV) en telt Ons Kookboek bijna 1000 pagina’s vol helder uitgelegde recepten.
‘Je bent wat je eet. Dat geldt zeker ook voor de Vlaming’, zegt communicatiespecialist Fons Van Dyck. ‘Een eeuwlang bepaalde Ons Kookboek wat er op de noen bij Vlaamse gezinnen op het bord kwam.’ Bieke Purnelle, directeur van het kenniscentrum voor gender RoSa is het daarmee eens: ‘Niemand weet hoeveel jonggehuwden, pas afgestudeerden en kersverse weduwnaars zichzelf met succes hebben weten te voeden met dit naslagwerk bij de hand. De allereerste keer dat ik asperges klaarmaakte, bracht het boek redding.’
Oud- Knack-redacteur Piet Piryns is ook fan: ‘In de eerste edities veel spek en aardappelen, stamppotten en bloemkool-in-bechamelsaus – veel dichter bij de Vlaamse identiteit kun je niet komen. Opeenvolgende edities laten mooi zien hoe de verbastering om zich heen grijpt. In 1964 duikt het eerste recept voor macaroni op, vanaf 1970 wordt aan de Vlaamse identiteit ook knoflook toegevoegd.’
91 jaar na de eerste druk zijn er al meer dan 2,3 miljoen exemplaren van Ons Kookboek verkocht. Dat heet een everseller.
– Ook verkozen door o.a.:
Mark Derez (bibliothecaris KU Leuven), Margot Vanderstraeten (schrijfster) en Frank Van Massenhove (directeur FOD Sociale Zekerheid)
THE FAIR FACE OF FLANDERS (1969)
Patricia Carson
Omdat: het een uitstekende kennismaking met Vlaanderen is
Het valt mij niet moeilijk u een werk te signaleren dat tegemoetkomt aan uw desiderata’, mailde rechtshistoricus en Engeland-specialist Raoul Van Caenegem (UGent). ‘Het betreft het mooi geïllustreerde werk van mijn overleden echtgenote Patricia Carson, The Fair Face of Flanders, in het Nederlands vertaald als Het fraaie gelaat van Vlaanderen.’
De Britse historica Patricia Carson (1929 – 2014) studeerde zeven jaar geschiedenis in Londen. Ze schreef een inleidende geschiedenis van Vlaanderen sinds de negende eeuw, met veel aandacht voor politiek en cultuur, met foto’s waar de hemel altijd helder blauw is. ‘Een standaardwerk’, vindt Vlaams minister-president Geert Bourgeois, ‘dat zowel voor Vlamingen als voor buitenstaanders een uitstekende kennismaking met Vlaanderen is.’
‘Haar boek was lange tijd het enige wat in het Engels over ons land beschikbaar was, ‘ zegt gewezen Klara-radiomaker Jean-Pierre Rondas, ‘en tal van bezoekers moeten het in hun koffer mee naar huis hebben genomen.’ Historicus Wim Blockmans (Universiteit Leiden): ‘Vorige week nog heb ik dit boek aanbevolen aan twee Canadese vakgenoten die meer over Vlaanderen wilden weten.’ Advocaat Fernand Keuleneer bekent: ‘Het was steevast mijn relatiegeschenk aan buitenlandse kennissen.’
Knack liet Raoul Van Caenegem meteen weten dat het boek van zijn vrouw zeker de essentiële lijst zou halen. Hij overleed dezelfde dag nog, 90 jaar oud.
– Ook verkozen door o.a.:
Derek Blyth (Britse journalist), Miet Withofs (bibliothecaresse) en Pieter Bauwens (hoofdredacteur Doorbraak)
FRANS VAN CAUWELAERT POLITIEKE BIOGRAFIE (2017)
Lode Wils
Omdat: het het wezen van de Vlaamse Beweging bloot legt
Dit boek over de Vlaamsgezinde katholieke politicus Frans van Cauwelaert is meer dan een biografie, het is een omvattende geschiedenis van de Vlaamse Beweging in de eerste helft van de twintigste eeuw. Zeg dat historicus Bruno De Wever (UGent) het gezegd heeft. Het is geschreven door Lode Wils (1929), ‘de historicus van de Vlaamse Beweging’.
‘Een kanjer van 960 bladzijden,’ zegt historicus Rolf Falter, ‘maar ook het magnum opus van Wils, waarin hij vijftig jaar studie van het Vlaams nationalisme samenbalt in de biografie van de politicus die waarschijnlijk het meest het huidige Vlaanderen heeft helpen creëren.’ Politicoloog Bart Maddens (KU Leuven) is het daarmee eens: ‘Via deze helder geschreven en bijzonder lucide biografie krijgt men een diep inzicht in de manier waarop de taalwetgeving en de officiële eentaligheid van Vlaanderen tot stand zijn gekomen.’
Ook ander werk van Wils werd genoemd. In Onverfranst, onverduitst? rekent hij af ‘met scherpe blik en goede pen met de vele mythes over de Vlaamse Beweging tijdens de Eerste Wereldoorlog’, zegt Gustaaf Janssens, oud-archivaris van het Koninklijk Paleis. En gewezen De Standaard-journaliste Mia Doornaert prijst de bundel essays Vlaanderen, België, Groot-Nederland, gepubliceerd naar aanleiding van Wils’ emeritaat in 1994, ‘maar ik weet niet of dat in de smaak van de dag ligt’. Het zijn hoe dan ook essentiële werken over Vlaanderen.
– Ook verkozen door o.a.:
Karl Drabbe (uitgever)
HET BELGISCH LABYRINT (1989)
Geert van Istendael
Omdat: je ook België moet snappen om Vlaanderen te begrijpen
Voormalig VRT-journalist Geert van Istendael (1947) schetst een portret van het zeer ingewikkelde land België en zijn ‘schoonheid der wanstaltigheid’, zoals de ondertitel luidt. Hij heeft het over de taalgrens en de ruimtelijke wanorde, verkavelings-Vlaams en het Gentse dialect, collaboratie en verzet, Julius Caesar en (in latere drukken) Bart De Wever. Daarbij vraagt hij zich af: ‘Als samenleven in ons pietluttige strookje land tussen duinen en Ardennen al niet mogelijk zou zijn, hoe zou samenleven dan mogelijk zijn in Europa?’
Het boek gaat dan wel over België, maar vertelt natuurlijk veel over Vlaanderen. Zoals zijn dochter, striptekenares-illustratrice Judith Vanistendael, zegt: ‘Als je België snapt, begrijp je toch een stukje waarom de Vlamingen zich gedragen zoals zij zijn.’ Dit boek is ‘na alle herdrukken met aanvullingen, nog altijd de beste introductie op ons land, en dus ook op Vlaanderen’, weet Luc Devoldere van Ons Erfdeel.Fotograaf Michiel Hen-dryckx is het daar helemaal mee eens: ‘Het beste boek om een buitenstaander ons complex landje te leren begrijpen.’
Het Belgisch labyrint is aan zijn twintigste herdruk toe en werd in elf talen vertaald, van het Albanees via het Duits, Engels en Frans tot het Servo-Kroatisch.
– Ook verkozen door o.a.:
Jos Verbist (acteur-regisseur), Sven Gatz (Vlaams minister van Cultuur), An Renard (directeur Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience) en Benno Barnard (dichter-essayist)
HET LELIJKSTE LAND TER WERELD (1968)
Renaat Braem
Omdat: het uitlegt waarom Vlaanderen eruitziet zoals het eruitziet
Vijftig jaar geleden verscheen voor het eerst deze ‘wandelgids in de Belgische jungle’ van de hand van architect-stedenbouwkundige Renaat Braem (1910-2001). ‘Braem schetst een land en regio in volle permissieve ontwikkeling, waarbij alles letterlijk naast elkaar gebeurt’, zegt gewezen Vlaams bouwmeester Peter Swinnen. ‘Er is geen overkoepelende ruimtelijke visie. Er is geen duidelijk beleid qua mobiliteit. Er is onvoldoende politieke sensibiliteit voor het levensnoodzakelijke – lucht, water, zon, aarde, energie, milieu. Er is geen cultuur om collectieve ruimte vorm te geven. Er is geen visionaire wooncultuur, enkel verkavelingen en lintbebouwing.’
Het boek zorgde bij verschijning voor heel wat heisa. ‘Braem chargeerde in zijn boek bewust, om zo de urgentie van zijn politieke punt aantoonbaar te maken’, meent Swinnen. ‘Het is best vermoeiende lectuur, niet het minst door Braems blinde architecturale passie en gebetenheid. Een komen en gaan van ongerijmdheden, verteld door een razend architect, vergelijkbaar met een flandrien in de koers.’
De kernboodschap van Braem is nog altijd actueel – ‘helaas’, voegt Swinnen eraan toe. Frank Van Massenhove, directeur van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid, gaat nog een stapje verder: ‘De lieve man had niet eens door dat het nog veel lelijker zou worden. Mijn heerlijk groene, stille, sociale Zerkegem is totaal verblokkendoosd.’
– Ook verkozen door o.a.:
Leo Van Broeck (Vlaams Bouwmeester) en Geert Buelens (literatuurwetenschapper Universiteit Utrecht)
HOE VLAMING TE ZIJN? (2017)
August Vermeylen en Jozef Deleu
Omdat: het de ontvoogding van Vlaanderen scherp stelt
Hoe kun je Vlaming zijn in het België en Europa van vandaag? Daarover gaan de twee essays van August Vermeylen (1872-1945) en vier toespraken van Jozef Deleu (1937) in deze bundel. Gewezen Canvas-nethoofd Mark Coenen: ‘De Vlaamse Beweging werd door Deleu ooit gedefinieerd als “allen die begaan zijn met onze intellectuele mondigheid, vrijmoedigheid en zelfstandigheid”. Ontvoogding als opdracht: niet betuttelend, bekrompen of angstig, maar open, zelfbewust, volwassen en divers. Daarmee zit hij op dezelfde lijn als Vermeylen, die deze gedachten al begin twintigste eeuw uitdroeg.’
En dat doet Vermeylen in prachtig Nederlands, vindt Coenen, die graag citeert: ‘De Guldensporenslag is de kern zelf van ons romantisme. In 1902 wordt hij plechtig herdacht. Laten we voor die keer de onweerstaanbare muurbrekers en ijzerbijters van Klauwaarts uitlawaaien en al hun bombarie losbreidelen, dat de bergen ervan beven in ’t wufte Zuiden, de Fransman in zijn hol kruipt, en dat schilderachtige feit uit ons verleden voor langdwars op elke maag blijft liggen. Maar dat ze daarna in godsnaam zwijgen!’
In deze bundel vinden we ook De pleinvrees der kanunniken van Deleu terug uit 1993. ‘Dat is de tamelijk visionaire toespraak waarin Deleu het begrip “vlaamskiljons” introduceerde’, zegt oud- Knack-redacteur Piet Piryns. ‘Het mythische Vlaanderen van de flaminganten wordt ingeruild voor het cynische Vlaanderen der commerçanten.’
– Ook verkozen door o.a.:
Jos Geysels (Vlaams Fonds voor de Letteren)
NIEUWE ENCYCLOPEDIE VAN DE VLAAMSE BEWEGING (1998)
Reginald De Schrijver e.a.
Omdat: 568 specialisten schrijven over twee eeuwen Vlaamse Beweging
Dit naslagwerk in drie kloeke delen biedt een synthese van bijna twee eeuwen Vlaamse Beweging. Het bevat 500 artikelen over voor de Vlaamse Beweging relevante personen, organisaties, periodieken, historische symbolen en mythen, gebeurtenissen enzovoort. Daarnaast zijn er een tachtigtal overzichtsartikelen, waarin de historische, geografische en thematische aspecten van de geschiedenis van de Vlaamse Beweging uitgebreider worden behandeld. Allemaal geschreven door in totaal 568 specialisten, onder leiding van de historicus professor Reginald De Schrijver (KU Leuven, 1932-2012). N-VA-voorzitter Bart De Wever schreef als historicus het lemma over de Vlaamse Volksbeweging.
‘Het is het boek dat ik de afgelopen twintig jaar het meest heb aanbevolen aan binnen- en buitenlandse correspondenten’, zegt historicus Bruno De Wever (UGent) ‘Om iets te begrijpen van de communautaire geschiedenis, van “het Belgisch labyrint”, is dit een onontbeerlijk referentiewerk. Het zou goed zijn mocht het online beschikbaar worden gesteld, en dat de belangrijkste artikels zouden worden vertaald. En na twintig jaar zou een update aangewezen zijn, al was het maar om uit te leggen dat België vandaag geleid wordt door een partij die Vlaanderen onafhankelijk wil maken.’
– Ook verkozen door o.a.:
Kevin Absillis (literatuurwetenschapper) en Pieter Jan Verstraete (bibliothecaris in Kortrijk)
MIJN LAND IN DE KERING 1830-1980 (1978-1983)
Karel Van Isacker
Omdat: het de impact van de modernisering schetst
De jezuïet en historicus Karel Van Isacker (1913-2010) schreef met Mijn land in de kering 1830-1980 ‘een indringend historisch essay over de culturele en sociaaleconomische geschiedenis van Vlaanderen’, vindt politicoloog Bart Maddens (KU Leuven). Het boek bestaat uit twee delen, Een ouderwetse wereld (1830-1914) en De enge ruimte (1914-1980), en daarin schetst Van Isacker de wetenschappelijke vooruitgang, de opkomst van techniek en industrialisatie, de ontreddering van het platteland en de opkomst van de arbeidersmassa. Dat alles ‘vanuit een eerder conservatieve inslag,’ aldus Maddens, ‘maar goed gestoffeerd.’
Literatuurwetenschapper Kevin Absillis (UAntwerpen): ‘Dit boek werd vanwege het rechts-conservatieve moralisme en de bij momenten Vlaams-rancuneuze inslag sterk bekritiseerd. Niet onterecht, maar het is zeer de vraag of er sindsdien een uitvoerig essay is geschreven waarin de geschiedenis van het modern wordende Vlaanderen aangrijpender werd geschetst. Intussen is het bijna 40 jaar oud, en dus onvermijdelijk deels achterhaald, maar wat Van Isacker schrijft over pakweg de uitwassen van het globale kapitalisme, de verwoesting van het milieu en het onfortuinlijke lot van de gastarbeiders in ons land heeft helaas weinig aan actualiteit ingeboet.’
– Ook verkozen door o.a.:
Tinneke Beeckman (filosofe) en Wim Blockmans (historicus, Universiteit Leiden)
GREEP NAAR DE MARKT (2008)
Olivier Boehme
Omdat: Vlaanderen een van de rijkste regio’s ter wereld is
Boehme (1974) schreef met Greep naar de markt dé sociaaleconomische geschiedenis van de Vlaamse Beweging. Rik Van Cauwelaert, columnist bij De Tijd en gewezen directeur van Knack: ‘Dit is de meest rake kroniek van de Vlaamse Beweging in de twintigste eeuw, en vooral van de economische drijfkracht die de beweging voortstuwde. Wat Vlaanderen uiteindelijk maakte tot wat het vandaag is: een van de rijkste regio’s ter wereld – een beetje nouveau riche, dat wel, met alle ondeugden die daarmee gepaard gaan.’
Greep naar de markt gaat over geld, macht en economische vooruitgang. Na de Eerste Wereldoorlog nam de wrevel bij flaminganten toe dat er nauwelijks werd geïnvesteerd in Vlaanderen. Vooral de Franstalige haute finance had het daarbij verkorven. De Vlaamse Beweging kwam op voor de middenklasse, kleine zelfstandigen en arbeiders. Boehme beschrijft hoe Lodewijk de Raet als allereerste zag dat de economische noden in Vlaanderen anders lagen dan in Wallonië.
Boehme toont aan dat de Vlaamse strijd niet alleen een taalstrijd was en hoe de Vlaamse Beweging uit een sociale problematiek groeide, hoe de taalstrijd verbonden was met de sociale strijd en sociale ontvoogding. Caroline Copers, algemeen secretaris van het Vlaamse ABVV, prijst het boek: ‘ Greep naar de Markt is een stevige economische geschiedenis van Vlaanderen en leesvoer voor iedereen die betrokken is bij sociaal overleg.’
– Ook verkozen door o.a.:
Els Witte (historica, VUB)
METROPOLEN AAN DE NOORDZEE, 1100-1555 (2011)
Wim Blockmans
Omdat: Vlaanderen een voortrekker in democratisering was
Je kunt Vlaanderen niet begrijpen zonder oog te hebben voor de jaren 1200-1700, waarin de Lage Landen aan de spits stonden van de West-Europese beschaving’, zegt historicus Rolf Falter. En net daarover gaat het boek van Wim Blockmans (1945), geboren in Antwerpen maar als hoogleraar middeleeuwse geschiedenis verbonden aan de Universiteit Leiden. ‘Blockmans overstijgt zowel de belgicistische als de flamingantische interpretatie van het verhaal van zijn voorgangers, en vertrekt van de premisse dat waterlopen belangrijker waren dan grenzen, waaruit al de rest voortvloeide. Het is de beste synthese van die periode door een van onze beste historici.’
‘Het beeld van ons land dat uit dit boek tevoorschijn komt, is dat van een voortrekker in de prille democratische vrijheidsverovering’, aldus gewezen Klara-radiomaker Jean-Pierre Rondas. ‘Het was de tijd dat de steden van de Lage Landen (Brugge, Ieper, Gent, Antwerpen, Amsterdam) alleen hun gelijke kenden in Noord-Italië. Uit Blockmans’ historisch narratief komt duidelijk de ontwikkeling naar stedelijke vrijheid naar voren, zodat we een lijn kunnen trekken van de kleine West-Vlaamse ‘Magna Charta’s’ in de dertiende eeuw naar de Pacificatie van Gent (1576) en het Plakkaat van Verlatinghe (1581), wat dan weer de inspiratiebron was voor de Amerikaanse onafhankelijkheidsverklaring. Zelfs Barack Obama kwam ernaar kijken.’
– Ook verkozen door o.a.:
Gustaaf Janssens (oud-archivaris Koninklijk Paleis)
GREEP NAAR DE MACHT. VLAAMS-NATIONALISME EN NIEUWE ORDE (1994)
Bruno De Wever
Omdat: uit de fouten van de Vlaamse Beweging nog veel te leren valt
Dit is een klassiek werk over ‘de erfzonde van de collaboratie’, zoals literatuurwetenschapper Geert Buelens (Universiteit Utrecht) dat omschrijft. ‘Het blijft spijtig genoeg bon ton in veel Vlaamse kringen om weinig of niets te willen weten over de Vlaams-nationalistische ontsporing tijdens de Tweede Wereldoorlog’, zegt oud-Trends-directeur Frans Crols. ‘In Greep naar de macht ontvouwt Bruno De Wever (1960) de evolutie van het Vlaams Nationaal Verbond (VNV), en parallel DeVlag/SS, van de jaren dertig tot 1944. Wie wil meepraten over de politiek vandaag moet die analyse lezen om te snappen waar veel rancune, verbittering en persoonlijke gevechten vandaan komen.’
‘Ooit liep het fout in de Vlaamse beweging en dat moeten we durven te erkennen’, zegt professor staatsrecht Hendrik Vuye (Universiteit Namen). ‘Ik worstel al decennia met de vraag: hoe kon dit gebeuren? Bruno De Wever beschrijft dit proces haarfijn. Het boek is ook vandaag leerzaam. De Vlaamse Beweging heeft de neiging te geloven in één grote partij waarvan men alles verwacht. Dit is fout. Met een grote partij zal het nooit lukken. Kijk naar Catalonië, daar zijn er nationalistische partijen van alle kleuren en geuren. Er zullen pas stappen in de staatshervorming worden gezet wanneer Vlaanderen een prioriteit wordt over de partijgrenzen heen. Niet een V-partij, maar vele V-partijen kunnen verdere stappen afdwingen.’
EEN HOLLANDER ONTDEKT VLAANDEREN (1972)
Godfried Bomans
Omdat: het ook onze kleine kantjes toont
In 1971 trok de Nederlandse schrijver, radio- en televisiepersoonlijkheid en causeur Godfried Bomans (1913-1971) op verzoek van de VRT door Vlaanderen. Hij interviewde bekende en minder bekende mensen, van de Antwerpse burgemeester Lode Craeybeckx via schrijver Gerard Walschap en voetballer Jef Jurion tot de boogschutters van Zele. Daarbij kon alles ter sprake komen: de Vlaamse geschiedenis, de volksaard, de ruimtelijke wanorde, de relatie met de Walen en het ‘sappige’ Vlaamse taaltje. Ernstig en lichtvoetig, en altijd met een vleugje ironie.
Fragmenten van de televisieserie zijn terug te vinden op YouTube, tien jaar geleden werden ze op dvd uitgebracht, en ze gaven ook aanleiding tot dit boek. ‘Bomans was in de jaren zestig, zeventig heel populair in Vlaanderen’, weet Gustaaf Janssens, ex-archivaris van het Koninklijk Paleis. ‘Hij had sympathie voor Vlaanderen, maar vertolkt ook goed de soms eigenzinnige kijk van Nederlanders op Vlaanderen in de jaren zestig.’ Rik Torfs, voormalig rector van de KU Leuven: ‘Schijnbaar sympathiek geschreven, maar met impliciet heel veel aandacht voor een aantal zwakke kanten: de parmantige zelfverzekerdheid van de Vlaamse elite. De ons-kent-onsmentaliteit. Bijna een halve eeuw later is het nog altijd zo.’
DE GROOTE OORLOG (2013)
Sophie de Schaepdrijver
Omdat: WO I het land heeft gevormd en getraumatiseerd
Op 4 augustus 1914 vielen de Duitsers het kleine, neutrale koninkrijk België binnen. Plots zaten we midden in de Eerste Wereldoorlog. Sophie de Schaepdrijver (1961) schreef met De Groote Oorlog ‘de ultieme geschiedenis van het moderne conflict dat het land heeft gevormd en getraumatiseerd’, vindt literatuurwetenschapper Geert Buelens (Universiteit Utrecht).
De Schaepdrijver doceert moderne Europese geschiedenis aan Pennsylvania State University (VS). In haar boek beschrijft ze de snelle opmars van de Duitsers in het begin, de uitputtende en uitzichtloze loopgravenoorlog in de modder van de IJzervlakte, en de verwoestingen in grote delen van het land. Ze heeft niet alleen aandacht voor het militaire verhaal, maar ook voor het leven onder de Duitse bezetting, dwangarbeid en economische crisis. En natuurlijk ook voor de bloei van het Vlaams nationalisme, dat niet zelden leidt tot collaboratie met de Duitse bezetter.
‘Zeker voor Nederlanders is De groote oorlog een onthullend boek,’ zegt schrijver Marc Reugebrink, ‘want voor een Nederlander bestaat de Eerste Wereldoorlog niet of nauwelijks. (Nederland was neutraal, nvdr) Terwijl hij in België dagelijks wordt herdacht aan de Menenpoort.’ Maar het boek is ook voor veel Vlamingen een eyeopener. Het ontkracht bijvoorbeeld de mythe dat de Vlaamse Beweging in de loopgraven van de Eerste Wereldoorlog werd geboren.
– Ook verkozen door o.a.:
Kevin Absillis (literatuurwetenschapper UAntwerpen) en Caroline Copers (algemeen secretaris van Vlaams ABVV)
PIETER BRUEGEL DE BIOGRAFIE (2016)
Leen Huet
Omdat: het de kunstenaar in zijn milieu plaatst
Van alle kunst uit de Vlaamse school lijkt het werk van Pieter Bruegel (1525?-1569) het meest kenmerkend voor de Lage Landen’, schrijft kunsthistorica Leen Huet (1966). Schilderijen zoals De Spreekwoorden, De Kinderspelen, Dulle Griet, De Boerenkermis en Luilekkerland zijn alom bekend, maar een goede biografie van Bruegel kwam er pas met het werk van Huet: ‘Wie graag door de collecties oude kunst in Brugge, Gent of Antwerpen dwaalt, kan geen betere gids volgen dan Huet in haar Bruegel-biografie, waarin zij een uitstekend beeld geeft van het hoogtepunt van de zestiende-eeuwse kunst in Vlaanderen’, schrijft Rik Van Cauwelaert.
Huet plaatst Bruegel in zijn milieu: de levendige steden Antwerpen en Brussel, toen er een ideologische strijd woedde over godsdienst en Europese eenheid. Ze rekent af met de Bruegel die altijd als een uithangbord van het ‘materialistische en brassende Vlaanderen’ wordt gepromoot. En in het laatste hoofdstuk geeft ze een overzicht van auteurs die zich allemaal door Bruegel lieten inspireren, van Felix Timmermans via Marguerite Yourcenar tot Willy Vandersteen.
VUB-rector Caroline Pauwels schuift nog een ander boek van Huet naar voren, Mijn België (2004), ‘kleine opstelletjes over dingen, plaatsen en gebeurtenissen die ons collectieve geheugen vormen. Van pruimenvlaai tot de Lustige Kapoentjes, van Congo tot duivenmelken.’
– Ook verkozen door o.a.:
Tinneke Beeckman (filosofe)
FLANDRIEN (2010)
Stephan Vanfleteren
Omdat: Vlaanderen koers is, en omgekeerd
Er moeten boeken over de wielersport bij’, mailde Rik Torfs. Want Vlaanderen is koers en koers is Vlaanderen. Er werden veel titels gesuggereerd, zoals Vlaamse wielerkoppen waarin historicus Dries Vanysacker op zoek gaat naar de wortels van Vlaanderen als wielerland. Of De flandriens van Benno Wauters, over ‘de dwangarbeiders op de weg’. Torfs stelde de boeken voor die coureur en wielercommentator Fred De Bruyne begin jaren zestig schreef over Rik Van Steenbergen, Rik Van Looy, Peter Post en Patrick Sercu. Of Freddy over Freddy Maertens, ‘opgang en val van een coureur, met tegelijk de mooie liefde van Freddy voor zijn vrouw Carine. Ontroerend in al zijn simpelheid’.
Wielercommentator Michel Wuyts noemde Het wonder van Vlaanderen door Rik Van Walleghem over ‘Vlaanderens mooiste’, de Ronde van Vlaanderen. En Merckx, mens en mythe van Philippe Brunel. En ook nog Van Thys tot Nys door Luc Lamon, een overzicht van 100 jaar Belgisch kampioenschap veldrijden, waarin Vlamingen zo uitblinken.
Het meest genoemd werd het fotoboek Flandrien van Stephan Vanfleteren: ‘Het vat het Vlaamse wielerleven in een reeks zwart-witfoto’s’, zegt Bieke Purnelle, directeur kenniscentrum voor gender RoSa. ‘Onheilspellende wolken boven te beklimmen hellingen, brute kasseien, kermiskoersen en volkscafés, en beklijvende portretten van echte flandriens, sporters die eruitzien als mijnwerkers.’
– Ook verkozen door o.a.:
Leo Van Broeck (Vlaams bouwmeester)
De favoriete boeken over Vlaanderen
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier