‘Nooit meer typen’: de schrijfmachines van Willem Frederik Hermans in woord en beeld

UNDERWOOD AMSTERDAM: de schrijfmachine die Hermans van zijn zus Cornelia na haar zelfmoord in 1940 erfde en waarmee zijn literaire carrière begon. © Philippe Debeerst

Schrijver Willem Frederik Hermans bouwde bij leven een uitgebreide collectie schrijfmachines uit, die sinds enkele jaren een onderkomen vond in de Gentse boekhandel Limerick. Het boek ‘Nooit meer typen’ brengt nu de fraaiste exemplaren uit de collectie in beeld. Bovendien schetst het boekje ook een mooi beeld van het haast kinderlijke enthousiasme waarmee Hermans zijn schrijfmachines bejegende.

Afdruk van de vinger van Hermans.
Afdruk van de vinger van Hermans.© Philippe Debeerst

‘Aandoenlijk,’ het is niet meteen een woord dat je met schrijver Willem Frederik Hermans associeert, zeker niet nu de ijverige biograaf Willem Otterspeer in de twee delen van zijn vuistdikke biografie de schrijver definitief als wrokkige misantroop heeft geframed. Maar hoe omschrijf je anders de kattebelletjes en testzinnetjes die Hermans typte wanneer hij weer eens een nieuwe aanwinst voor zijn collectie van de rommelmarkt naar huis had gesleept? “Willem is een beetje verdrietig, omdat dezeop(sic) het oog zo mooie machine wweigert(sic) haar taak naar behoren te verrichten.” Zo lees je in een van de kladblaadjes die mee in het boek zijn opgenomen. Of: “Er was eens een schrijver die veel meer tijd aan kapotte schrijfmachines besteedde, in plaats van mooie teksten te schrijven op een van de vele typewriters die hij ook nog bezat en, die in A-plus toestqnd(sic) verkeerden.” Hermans’ collectie zou uiteindelijk meer dan 160 machines gaan omvatten, en kwam in 2013 na enige omzwervingen in de Gentse boekhandel Limerick terechtkwam. Niet zonder controverse: de verkoop van de collectie, die tot dan toe in het opgedoekte Scryptionmuseum was ondergebracht, leidde in Nederland zelfs tot kamervragen.

Liefste machine

 ERIKA: deze Oost-Duitse schrijfmachine siert de cover van het boek. Niet alleen omdat het een fraaie schrijfmachine is, maar ook omdat de onbetrouwbaarheid ervan Hermans ertoe bracht om steeds een reservemachine achter de hand te hebben en zo dus de creatie van zijn collectie wellicht in de hand heeft gewerkt.
ERIKA: deze Oost-Duitse schrijfmachine siert de cover van het boek. Niet alleen omdat het een fraaie schrijfmachine is, maar ook omdat de onbetrouwbaarheid ervan Hermans ertoe bracht om steeds een reservemachine achter de hand te hebben en zo dus de creatie van zijn collectie wellicht in de hand heeft gewerkt.© Philippe Debeerst

Niet lang nadat boekhandelaar Gert Brouns in de achterkamer van zijn boekhandel een museumpje inrichtte voor de 160 machines (inclusief de rekken waarin een deel van de collectie ten huize Hermans stond uitgestald) rijpte het plan voor een fotoboek. Fotograaf Philippe Debeerst kweet zich van de taak om de schrijfmachines in beeld te brengen, met haarscherpe close-ups van de verweerde mechaniekjes, de toetsen, hamers en linten. “De liefste machine ooit uitgevonden”, noemde Hermans zijn schrijfmachines. Gezien door de lens van Debeerst kun je hem geen ongelijk geven: elk haakje, elke verweerde hamer of gepatineerde toets ademt een charme die laptop of toetsenbord nooit zullen halen. Schrijfmachine-afficionado’s als Dirk van Weelden en Peter Terrin schrijven begeleidende essays, net als Hermans-fan Christophe Vekeman. Al heeft die veel minder met de schrijfmachine: “De collectie interesseert me omdat het Hermans’ schrijfmachines zijn. Zelf zou ik gek worden van het lawaai dat zo’n ding maakt”, klonk het na afloop van de boekvoorstelling. “Maar we moeten de machine dankbaar zijn. Hermans beweerde dat hij zonder typemachine nooit een roman zou kunnen voltooien: hij dacht zo snel, dat schrijven met de hand niet volstond om de ideeënvloed bij te houden. Met de machine lukte dat wel. Al moet je daaraan toevoegen dat hij -typisch Hermans – nooit echt heeft leren typen, en dus al zijn romans met twee wijsvingers typte.”

Ruzie met Erika

Welke machine gold nu als startpunt voor de collectie? Je kunt beargumenteren dat Hermans’ eerste schrijfmachine in aanmerking komt: de draagbare Underwood die hij erfde van zijn zus, die in 1940 stierf – dubbelzelfmoord of een wanhoopsdaad van haar minnaar, is nooit helemaal duidelijk geworden. Onomstotelijk een object met een grote emotionele waarde. Opmerkelijk: Hermans schafte zich later een bijna identieke machine aan, die volgens de restaurateurs tot op de draad versleten is. De schrijver heeft de machine duidelijk jarenlang intensief gebruikt. Was hij misschien bang dat de machine van zijn zus stuk zou gaan?

BARLOCK: toen Hermans deze machine in 1963 kocht had hij al 40 jaar op de teller, maar was nog in prima staat. In een interview gaf Hermans toe dat hij vooral door de look ervan was gecharmeerd:
BARLOCK: toen Hermans deze machine in 1963 kocht had hij al 40 jaar op de teller, maar was nog in prima staat. In een interview gaf Hermans toe dat hij vooral door de look ervan was gecharmeerd: “Smal hoog oplopend, leek hij op een amfitheater van gietijzer.” Op deze machine schreef hij zijn beroemde roman ‘Nooit meer slapen’.© Philippe Debeerst

Er is echter nog een andere kanshebber, die door Hermans zelf in een interview wordt toegelicht: een Duitse Erika-machine die er echter te pas en te onpas de brui aan gaf, wat de schrijver tot wanhoop en razernij bracht. Hermans besloot dan maar om minstens een reserveschrijfmachine in huis te hebben, zodat hij nooit meer in panne zou komen te vallen. Het zou, dat is intussen wel duidelijk, niet bij een machine blijven. In de loop der jaren breidde Hermans zijn collectie uit met logge kantoorschrijfmachines, maar ook met rariteiten als de ‘Mignon’ (een machine waarop met een ijzeren pen de letter worden geselecteerd en daarna doorgedrukt), een brailletypemachine en zelfs een reeks schattige kindertypemachines.

Adoptieprogramma

IBM: de befaamde rode IBM en misschien wel de bekendste machine uit de collectie. Hermans gebruikte de IBM de laatste 25 jaar van zijn leven bij het schrijven van onder andere 'Onder professoren', 'Au-pair' en 'Ruisend gruis'. Hermans voerde met behulp van een zelf gemaakte constructie lange telexrollen papier in de machine zodat hij tijdens het typen niet telkens een nieuw blad hoefde in te draaien.
IBM: de befaamde rode IBM en misschien wel de bekendste machine uit de collectie. Hermans gebruikte de IBM de laatste 25 jaar van zijn leven bij het schrijven van onder andere ‘Onder professoren’, ‘Au-pair’ en ‘Ruisend gruis’. Hermans voerde met behulp van een zelf gemaakte constructie lange telexrollen papier in de machine zodat hij tijdens het typen niet telkens een nieuw blad hoefde in te draaien.© Philippe Debeerst

Een catalogus is ‘Nooit meer typen’ echter niet geworden. Enerzijds omdat enkel de fraaiste exemplaren werden weerhouden, anderzijds omdat er sterke vermoedens bestaan dat de collectie niet meer volledig is: enkele exemplaren zijn in het bezit van Hermans’ zoon Ruprecht, andere exemplaren, die vrienden Hermans in bruikleen hadden gegeven, keerden na de dood van de schrijver naar hun eigenaars terug. Enkele andere machines zouden na de sluiting van het Scryptionmuseum zijn verkocht. Ook de restauratie van de machines is een work in progress: waren vele machines al niet in een te beste staat toen Hermans ze op de kop tikte, dan heeft de tand des tijds sommige exemplaren hoegenaamd geen goed gedaan. Om dat probleem op te lossen, loopt er een heus adoptieprogramma, waarbij weldoeners het oplapwerk aan de machine kunnen bekostigen.

Christophe Vekeman, Peter Terrin, Dirk Van Weelden, Gert Brouns, ‘Nooit meer typen’, foto’s Philippe Debeerst, uitgeverij Luster, 176 blz, 29,95 euro

Michiel Leen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content