Nescio – Natuurdagboek

Met instemming citeert Nescio de Frans-Zwitserse filosoof H.F. Amiel: ‘La nature est un état d’âme’. Nescio’s Natuurdagboek , dat de periode 1946-1955 beslaat, is daar een reflex van.

Nescio – Natuurdagboek
Bezorgd door Lieneke Frerichs
Uitgeverij: Nijgh & Van Ditmar, Antwerpen
Aantal pagina’s: 520
ISBN: 9789038855141
Internet: Nescio.info

Met instemming citeert Nescio de Frans-Zwitserse filosoof H.F. Amiel: ‘La nature est un état d’âme’. Nescio’s Natuurdagboek , dat de periode 1946-1955 beslaat, is daar een reflex van.

De schrijver zwerft wat rond, wandelt, fietst, zit in trein, schip of bus. In zijn dagboek schetst en schildert hij bondig wat hij gedaan, gezien en gegeten heeft. Hij zit veel op een hek, of op een muurtje van een kerkhof, in een cafeetje met tafels onder bomen, bijvoorbeeld in café Komtebedde: ‘Hier hebben we vaak en veel tompoucen gegeten en ronde boterkoeken ad f 1.50 van den bakker er vlak bij.’

Vaak maakt Nescio dezelfde tocht bij wisselend weer. Maar er zijn dingen die hetzelfde blijven: het paard is ‘het eeu-wige paard’, omdat het zwart is, maar voor de rest is er heel veel variatie: ‘De boomen over Betlem: in de nevel één geheel en de lucht erboven ook nevel en in de laagte er voor een streep (bank) dikkere nevel over goudgroen gras.’

Op 18 november 1950 ziet Nescio zelfs oud licht als hij door de kijkgaten van het slot van Muiden op de binnenplaats kijkt: ‘daar binnen op een stuk muur wat zonneschijn uit 1275′. Maar achter Nescio’s lapidaire taal klopt het hart van een gepassioneerd man, iets wat de schrijver tempert door over te schakelen op het Frans: ‘Vivre, vivre toujours!’

Het gebeurt dat hij zich ergert als mensen geen belangstelling hebben voor het schone om zich heen. Over de kaartspelende knaapjes in de boot: ‘Ze hadden evengoed in een veewagen kunnen reizen.’

Nescio is het pseudoniem van de zakenman J.H.F. Grönloh (1882-1961). We kennen hem van Dichtertje, De uitvreter en Titaantjes. Hij heeft haast niets nodig om over te schrijven. Veelal zijn z’n notities korte privéweerberichten, opgeschreven op een dag waarop niets gebeurt en alleen de natuur bezig is, ‘zoo’n dag dat ik te doen heb met de menschen die dood zijn’.

Soms permitteert Nescio zich een grap. In de leeggelopen badplaats Groet vraagt hij zich af: ‘Où sont les cuisses d’antan?’

Piet de Moor

Partner Content