‘Mijn liefste Anna’ (Willem Elsschot)
Een uniek exemplaar van ‘Villa des Roses’ bewijst hoe belangrijk Anna Christina van der Tak voor Willem Elsschot was.
Sinds half december 2011 heeft de belangrijkste verzamelaar van Willem Elsschot een uniek exemplaar van ‘Villa des Roses’, de eerstgeborene van Willem Elsschot, in handen. Thijs Wierema kocht nr 2 van de luxe-editie van de eerste druk van ‘Villa des Roses’.
Het bijzondere aan het exemplaar is niet zozeer dat vijf van de tien luxe-exemplaren op perkament werden gedrukt, maar wel de handgeschreven opdracht:
Mijn liefste Anna, Volgens mijn uitgever is dit één van 10 luxe-exemplaren. Kijk maar op pag. 228. ‘T is het eenige dat ik ontving. Ik hoop dat je er nu en dan in lezen zal. Je trouwe vriend A. de Ridder. De opdracht verstevigt de band die er geweest moet zijn tussen de schrijver en – zo kan wel gesteld worden – zijn eerste eindredacteur. Het is door toedoen van Anna Christina van der Tak dat Willem Elsschot zijn ervaringen in een Parijs familiepension heeft uitgeschreven. Zij heeft – althans volgens de latere herinnering van Elsschots zoon Walter De Ridder – de roman literaire vorm gegeven en op correct Nederlands doorgenomen.
De waarde van dit exemplaar wordt nog verhoogd door drie handgeschreven correcties van de auteur in dit exemplaar, die niet in de kritische leesedities, bezorgd door het Constantijn Huygens Instituut der Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen werden overgenomen. Het betreft twee woordcorrecties en een zin aan het begin van hoofdstuk XX – Het vertrek van Richard: ‘Het was een eenvoudige begrafenis’. De zin slaat op het laten verdwijnen van ‘het pakje met het ding erin’, zijnde de twee maanden oude foetus, resultaat van de passie tussen de logé Richard Grunewald en het kamermeisje Louise. Dat Grunewald Elsschot was, is intussen algemeen bekend.
Na de dood van de ongehuwde en kinderloze Anna Christina van der Tak in 1939, by the way de meter van Elsschots tweede dochter Anna De Ridder, hebben haar nabestaanden haar boeken aan een antiquaar in Amsterdam verkocht. Via een veiling kwam het in handen van Johan Polak, die er een luxueuze doos voor heeft laten vervaardigen. Na de dood van Polak in 1992 kwam het terecht bij Antiquariaat Schumacher. Een zakenman kocht het en bewaarde het zorgvuldig. Na maanden speuren achterhaalde verzamelaar Wierema diens naam en adres. Na geduldige onderhandelingen is de zakenman overstag gegaan. Het uniek exemplaar, met doos, is nu het pronkstuk van de collectie van Thijs Wierema, het juweel op de kroon. Een collectie die nog niet compleet is want Thijs Wierema blijft stad en land afschuimen naar al wat van ver of nabij te maken heeft met de grote Lijmer.
Bij testament heeft Thijs Wierema zijn complete verzameling vermaakt aan het Letterenhuis. Een kopie van het testament is in handen van conservator Leen van Dijck. Een testament kan altijd herroepen worden. Dat de collectie, met honderden brieven, stapels parafernalia, de documenten die tot na het verschijnen van de recentste biografie in handen waren van biograaf Vic van de Reijt, en alle mogelijke drukken en vertalingen in het Letterenhuis terecht komt, mag als vaststaand worden aangenomen. Door twee zaken. De ene is van financiële en de andere van morele aard. Enerzijds, de supercorrecte afhandeling over de transactie tussen de twee belanghebbende partijen, het Letterenhuis, vertegenwoordigd door Leen van Dijck, en de erflater. zijnde Thijs Wierema. Anderzijds, Partij 2 is er van overtuigd dat al wat Elsschot aanbelangt in Antwerpen thuishoort. Ook het unieke exemplaar dat behoorlijk geld waard is.
Guido Lauwaert
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier