Literatuurprofessor Kevin Absillis: ‘Waar zijn al die uitstekende jeugdschrijvers gebleven?’

© Franky Verdickt
Jeroen de Preter
Jeroen de Preter Redacteur

Kevin Absillis, hoogleraar moderne Nederlandstalige letterkunde, ziet opmerkelijke verschuivingen in de appreciatie van literatuur.

‘Het is een niet echt verrassende, maar wel interessante top vijftig’, vindt literatuurprofessor Kevin Absillis (Universiteit Antwerpen). ‘Deze lijst weerspiegelt vooral de publieke waardering die een aantal romans en auteurs tijdens het eerste kwart van deze eeuw hebben genoten. De hoogst genoteerde boeken zijn haast zonder uitzondering boeken van schrijvers die succesvol waren in de media, die mooie recensies kregen en in de smaak vielen bij de jury’s van de commerciële prijzen. Doorgaans zijn dat ook boeken die makkelijk leesbaar zijn.

‘Voor de overlevingskansen van verhalend proza is de schijnbare terugkeer naar de 19e-eeuwse verteltrant geen slechte zaak.’

Kevin Absillis

Universiteit Antwerpen

‘Hoewel de lijst nog altijd erg wit en mannelijk kleurt, betekent dit dat nu meer mensen met meer verschillende achtergronden kunnen oordelen over wat goede literatuur is. Tot pakweg dertig jaar geleden was dat toch in de eerste plaats het voorrecht van recensenten van kwaliteitskranten, die, als ze al geen academicus waren, korte lijnen hadden met die academische wereld. Dat leidde tot een hoge waardering voor het werk van Claus, Ivo Michiels of Charlotte Mutsaers, de ontwrichtende literatuur van het modernisme en het postmodernisme.’

‘Die complexiteit vind je niet in, bijvoorbeeld, Het smelt van Lize Spit, een roman die 30 jaar geleden wellicht niet dezelfde waardering zou hebben genoten als vandaag. Kort door de bocht kun je zeggen dat de literatuur van nu méér gemeen heeft met de negentiende-eeuwse manier van vertellen dan met het twintigste-eeuwse experimentalisme. Het is allemaal veel meer Charles Dickens dan James Joyce. In dat opzicht verbaast de afwezigheid van de immens populaire Griet Op de Beeck: haar bestsellers zijn ingenieus bereid volgens het oude recept van het sentimentalisme. Voor de overlevingskansen van verhalend proza is die schijnbare terugkeer misschien zelfs geen slechte zaak.’

‘Verder valt op dat in de lijst weinig non-fictie staat. Dat genre heeft de laatste 25 jaar toch duidelijk aan belangstelling gewonnen. Denk aan In Europa (Geert Mak) of De Bourgondiërs (Bart Van Loo), twee superbestsellers die ik wat hoger in de lijst had verwacht. Nog verrassender is de afwezigheid van biografieën. Voor de pas verschenen Hugo Claus-biografie van Mark Schaevers kwam dit referendum misschien te vroeg, maar waar zijn de terecht geprezen levensgeschiedenissen van Paul Van Ostaijen (Matthijs de Ridder), Hendrik Conscience (Johan Vanhecke) of Gabriëlle Petit (Sophie De Schaepdrijver)?

‘Vandaag bepalen meer mensen dan vroeger wat goede literatuur is.’

Kevin Absillis

Universiteit Antwerpen

‘Ook opvallend: de kinder- en jeugdliteratuur blinkt uit in afwezigheid. Het is geweldig dat het fantastische Lampje van Annet Schaap zo hoog is geëindigd, maar waar zijn al die andere uitstekende jeugdschrijvers zijn gebleven? Waar is de internationaal geprezen Bart Moeyaert gebleven? En waar zijn Gerda Dendooven, Guus Kuijer of Toon Tellegen, om er maar een paar te noemen? Mogelijk heeft dit te maken met een gebrek aan prestige. Dat is jammer, want de Nederlandstalige kinder- en jeugdliteratuur is van een bijzonder hoog niveau. Nu, ik sluit niet uit dat de geesten op dit vlak aan het veranderen zijn, en dat de hoge notering van Lampje een eerste signaal is van een emancipatie.’

Tommy Wieringa over de beste 50 Nederlandstalige boeken van deze eeuw: ‘Dit is geen klein bier’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content