Lewis ‘Alice in Wonderland’ Carroll: de achterstevoren schrijver
Carel Peeters componeerde met ‘Het wonderland van Lewis Carroll’ een knappe hommage aan Carroll, helemaal in de bevlogen geest van zijn ongrijpbaar idool.
‘Carroll Lewis van wonderland Het’, boek vermakelijk hoogst zijn van inleiding de in Peeters Carel schrijft zo, figuur allegorische, moderne een is Caroll Lewis [1832-1898], ‘Looking-Glass the Through’ en ‘Wonderland in Alice’ van schrijver De. dat dan meer was hij Maar. brieven van schrijven achterstevoren het is hiervan voorbeeld goed Een. gaan kon hij ver hoe uit probeerde maar, grenzen van hield Hij .verrassingen op ook maar, vormelijkheid op gesteld maar professor geen is Oxford van man beroemdste De.
Zullen we maar op de gebruikelijk manier verder gaan, of alle lezers zitten aan het eind in het Gentse gesticht Guislain? Het achterstevoren schrijven was trouwens eerder uitzondering dan regel. Hij heeft, naar eigen berekening, honderdduizend brieven geschreven en ze volgens tijdsgenoten keurig in schriftjes gerangschikt. Helaas zijn ze verloren gegaan. Net als de meeste brieven. Slechts een vijfduizend zijn er bewaard gebleven. Ze geven een uitstekend beeld van wie Lewis Carroll was. Alleen al uit zijn manische ordelijkheid kan opgemaakt worden dat hij een mathematicus was, met een voorkeur voor logica en formules. Verder is hij een preutse Victoriaan die beantwoordt aan alle clichés van zijn tijd. Alle Engelsen zijn ingewikkelde figuren, maar Lewis Carroll steekt er met kop en schouders boven uit.
Columnist en pamflettist
Dat zou men niet zeggen voor wie alleen de eerder genoemde boeken kent. Wie echter al in zijn oeuvre gedoken is – en uw dienaar is daar een goed voorbeeld van, zilveren medaille in de categorie spionage – weet dat hij een columnist avant la lettre was, een bedenker van woordspelletjes, een pamflettist, uitgever, een filosoof, een godsman met een zwak voor de theorie van Charles Darwin, een promotor van de vaste boekenprijs en een verzamelaar van gevonden voorwerpen. Na zijn dood werden onder een vloerplank een witte handschoen gevonden – van het Witte Konijn? – een schoen die ter sprake komt in het lied dat de Witte Ridder aan het eind van ‘Trough the Looking-Glass’ voor Alice zingt. Wat er ook gevonden is, is een vingerhoed. Die krijgt Alice van de Dodo omdat ze na het zwemmen in het tranenmeer de wedstrijd droogworden heeft gewonnen.
Thriller met sf-trekjes
Het prachtige aan het boek van Vrij Nederland-criticus Carel Peeters is dat hij veel van wat al geweten is door de snuffelaars, op een vlot leesbare manier heeft geordend voor de enkelvoudige lezer. Zijn boek leest als een thriller met sciencefiction-trekjes. Het sluit helemaal aan bij de geest van Lewis Carroll die beweert dat je achteruit kan leven. Het staat in ‘Alice in Wonderland’, dat wel, maar hij stond pal achter die bewering, zo valt op te maken uit zijn correspondentie. Daaruit blijkt bovendien dat hij gruwt van de wetten van de werkelijkheid. Hij respecteert ze en leeft er naar, ten bate van de orde van het dagelijks bestaan, maar wel op het randje. Hij heeft een haat-liefdeverhouding met het maatschappelijk systeem. Op dat punt nadert hij de rebellie. Die is uitgebroed door zijn overtuiging dat de algemene opinie waardeloos is, zeker als het over goed en kwaad gaat.
Kleine meisjes
Lewis Carroll staat bij de grote massa bekend als de man die van kleine meisjes hield. Klopt. Hij nam ze vaak mee, naar het park, het theater, zijn fotoatelier waar hij ze naakt fotografeerde, en later tekende. Nooit is er tijdens of na zijn leven een woord gezegd over ongewenste intimiteiten. Al gebeurde het wel eens dat moeders – wiens toestemming hij altijd vroeg – hem wel eens wezen op het feit dat hun dochters te oud waren geworden om te portretteren, of mee uit te nemen. Dat begreep hij niet. De vrijgezel par exellence vond het meisje het mooiste wat de natuur gefikst heeft.
De gebruiker van de taal is de baas, zo laat Lewis Carroll zeggen door Humpty Dumpty. Daarmee is hij een voorloper van Ludwig Wittgenstein. Je kan het zo gek niet bedenken of hij deed het. Lewis Carroll is de opperste literatuurgod van het Britse rijk. Laurence Sterne volgt in zijn wiel, maar komt nooit een bandbreedte naderbij, want Sterne schreef geen brieven in de vorm van een rebus, of die alleen in de spiegel gelezen konden worden, brieven in de vorm van een doolhof, die alleen met een vergrootglas te ontcijferen waren et cetera. Nog veel meer taalgrappen verzon Caroll. Het lijken spelletjes, maar via het spel tracht hij de grenzen van de literatuur over te steken. Of hem dat gelukt is? Hij heeft ook ‘mislukte’ boeken geschreven, maar hij zocht tenminste naar de overkant. Wat hij gevonden heeft is een spiegelbeeld, wat hem teleurstelde. Hij wilde meer. Het zwarte gat is zwart omdat het witter is dan het witte. Je kan het wel beweren, maar waar is het bewijs? Het bleef bij theorieën.
Vergeten
Wat hem restte, nu hij niet vond wat hij zocht, was te vergeten; iedereen en alles. Dat schrijft hij ook in een brief, en maakt van de bekentenis een spelletje. Een citaat: ‘My dear Agnes, Eindelijk is het me gelukt je te vergeten! Het was heel moeilijk, maar ik heb 6 lessen-in-vergeten genomen à een daalder per les. Na drie lessen was ik mijn naam vergeten, en vergat ik naar de volgende les te gaan. … Ik vergat wie ik was: ik vergat te eten: en tot nu toe ben ik vergeten de man [de professor, GL] te betalen.’
Slaaienjacht
Na zijn dood vond men in zijn bibliotheek, waarvan de boeken allemaal keurig in het gelid stonden, boeken verwant met zijn denkpistes:’ Death-bed-scenes’, ‘Londen’s Dark Side’, ‘Triumph of Moral Good and Evil’, ‘Last Words for Girls’. Het boek van Carel Peeters doet je weer naar zijn beroemde dubbelboek grijpen. Lezen is herlezen, maar ook verlangen naar andere boeken van de bizarre kerel. Zoals ‘The Hunting of the Snark’ [De jacht op de slaai], een komisch-heroïsch epos, met dubbele bodems. Een absolute aanrader.
God en vermaak
Wat het boek van Carel Peeters ook aantrekkelijk maakt, is dat Carroll een democraat was, maar verkiezingen dwaas vond. Het ontbrak ze aan logica en rechtvaardigheid. Hij leende geld uit, maar op terugvordering, hoewel de afbetaling secuur was opgesteld, trok hij zich geen bal aan. Bekendheid bestreed hij. Voor de buitenwereld was hij Charles Lutwigde Dodgson; zo wilde hij ook aangesproken / aangeschreven worden. ‘Tegen het eind van zijn leven,’ zo schrijft Carel Peeters, ‘wilde hij niet langer in twee aparte werelden leven, die van Wonderland en die van de Werkelijkheid. Hij wilde nog maar één wereld, waarin God en onschuldig vermaak samengingen.’
Een boek waarvoor je jezelf kust [weer een uitspraak van Lewis Carroll]. Bescheiden geïllustreerd, maar voldoende. Binnenkort is het O.L.H. Hemelvaart. De ideale dag om het te lezen. Halverwege volg je de straalstroom van Jezus. Tegen de avond ben je in de hemel.
volwassenen de van wereld krankzinnige de uit Weg
Guido Lauwaert
Carel Peeters, ‘Het wonderland van Lewis Carroll’ – uitgeverij De Harmonie, Amsterdam
Non Fictie
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier