Landlopers: armoe is geen misdrijf

In ‘Landlopers’ vertelt Toon Horsten de boeiende en soms hallucinante geschiedenis van de landloperskolonies Wortel en Merksplas in de provincie Antwerpen. Het is meteen het verhaal van hoe België omging met verschoppelingen.

Vagebonden, clochards, verschoppelingen, zwervers, ontheemden, … ze waren al bekend in de Middeleeuwen en nog veel vroeger. Was Diogenes geen clochard? Tot 1993 – jawel, nog maar twintig jaar geleden – kon je in België opgepakt worden als je op straat liep met te weinig geld om een brood te kopen. Je werd dan als landloper beschouwd en je belandde in Merksplas of Wortel. Daar, in de Noorderkempen, waren twee ‘weldadigheidskolonies.
Angst voor armen

Onder het Nederlands bewind en met de steun van het koningshuis, kwam in Wortel een kolonie naar het voorbeeld van wat in Nederland al bestond. Op heidegrond werden kleine boerderijtjes gebouwd met de bedoeling ‘gedegenereerden’ via landbouwwerk weer op het goede spoor te brengen. Er kwam ook een spinnerij, een steenbakkerij, een broodbakkerij. Alles met, om het zacht te zeggen, weinig succes. Samengevat: hoe leer je een koe melken als je nog nooit zo’n dier hebt gezien? Na de onafhankelijkheid van België keerde men weer naar het systeem dat onder Napoleon bestond: stad, gemeente, provincie moesten zelf voor bedelaars en landlopers zorgen. Zestig jaar later, in 1891, zou een nieuwe wet ook voor een nieuwe aanpak zorgen.

Landlopers konden preventief worden opgesloten. Niet in een cel maar in een instelling waar ze ‘heropgevoed’ zouden worden. De aanpak had overigens ook met angst te maken. De overheid had schrik van het groeiend aantal werkloze arbeiders en vreesde opstanden.

Pralinedoosjes

In Merksplas kwamen vooral weerspannige bedelaars en landlopers terecht, in Wortel huisden de sukkelaars, de ongelukkigen. Zo goed als altijd gaat het om ontspoorde mensen. Ze hebben tegenslag gehad, er was een verkeerd huwelijk, problemen met alimentatie… Drank speelt een belangrijke rol. Blijft de vraag of ze dronken omdat ze ongelukkig waren of andersom. De landlopers die in een weldadigheidskolonie belandden, verdienden geld als ze werkten. Dat kon ofwel op de boerderij of in werkplaatsen. Met het verzamelen van oud papier, het onderhoud van de instelling, hulp in het rusthuis voor oudere landlopers, het maken van verpakkingen. Onder meer doosjes voor Leonidaspralines. De ‘kolonisten’ konden ook in een bedrijf in de omgeving gaan werken. Opvallend: door de activiteiten was de kolonie zelfbedruipend.

Eens de landlopers een bepaalde som hadden verdiend, mochten ze naar buiten. De tocht begon dan meestal in de kroegen van de Antwerpse rosse buurt en eindigde na het feest weer… in Wortel en Merksplas. Het aantal recidivisten was zeer groot. Tot negentig percent van de landlopers keerde terug naar de kolonie. Net voor de Eerste Wereldoorlog waren er zo’n 6.000 landlopers in de kolonies, later verminderde dat tot een 1300. De sociale voorzieningen werden stilaan beter, er was veel werk na de oorlog. En armoe werd niet langer als een misdrijf beschouwd.

Vader Hallyday

Journalist en schrijver Toon Horsten heeft zelf zijn ‘wortels in Wortel’. Zijn boeiend boek is een stuk levendige sociale geschiedenis. Hij heeft tientallen gewezen bewakers, directieleden, politiemensen, wetenschappers en (gewezen) bewoners gesproken. Hun getuigenissen zijn soms ontroerend, amusant, vreemd. Zo is er het verhaal van een moordenaar die op latere leeftijd is vrijgekomen en zich vrijwillig meldt in Merksplas. Naar zijn dorp wil hij niet terug, want daar zal hij met de vinger gewezen worden. Een nieuw leven ziet hij niet zitten. Merksplas lijkt hem de oplossing. Nu en dan kwam er wel eens een bekende bezoeker over de vloer in de kolonie. Zangeres Sylvie Vartan bijvoorbeeld kwam op bezoek bij zwerver Léon Smet. Dat was de Belgische vader van Jean-Philippe Smet, beter bekend als rockzanger Johnny Hallyday die met Vartan getrouwd was. Ze kwam haar schoonvader bezoeken. Dat ze ooit in Merksplas is opgetreden is een apocrief verhaal.

Hallucinant
In 1993 wordt de meer dan honderdjarige wet op de landloperij afgeschaft. Het is een hallucinante geschiedenis. Het gaat om een bijlage van een Koninklijk Besluit en aanvankelijk is er nauwelijks iemand die er iets van weet, zo zegt Toon Horsten. Vreemd genoeg ook niet in Wortel of Merksplas waar men de afschaffing van de wet letterlijk via het Belgisch Staatsblad moest ontdekken. Door een nogal vindingrijke interpretatie van de wet konden in Merksplas een tachtig landlopers blijven. Ze kwamen in een leegstaande afdeling van de strafinrichting terecht. Zowel voor het personeel als voor de landlopers een hele verandering. In Merksplas verblijft nu nog één landloper, in Wortel zijn het er vijf.

Fred Braeckman

Toon Horsten, Landlopers – Vagebonden, verschoppelingen en weldadigheidskolonies, Atlas/Contact, 335p., 24,95 euro, ISBN 978 90 450 1932 1

Partner Content