Jon Fosse, Nobelprijswinnaar Literatuur: de Beckett van het noorden

Jon Fosse groeide op aan de westkust van Noorwegen, ‘waar veel wind is en mensen in zee verdwijnen.’ © Helge Skodvin

De Noor Jon Fosse kreeg de Nobelprijs voor de Literatuur. Een uitstekende keuze: zijn toneelstukken en verhalen zijn net zo donker en grappig als de mens zelf.

Een grotsalamander van de wereldliteratuur, een expert in het ontginnen van mentale afgronden en het doorgronden van duistere driften en relatierampen, zo werd de schrijver Jon Fosse al vroeg in zijn carrière genoemd. Het was dus heel gepast dat de Noorse overheid hem in 2011 een levenslang woonrecht in Grotten toekende, het kunstenaarsverblijf in het kasteelpark van Oslo. En nu ontvangt hij dus de Nobelprijs voor de Literatuur.

Het allerbelangrijkste in zijn toneelstukken, heeft Fosse ooit zelf verklaard, is de stilte. ‘Een stilte die niet vanuit de personages spreekt, maar vanuit het geheel, vanuit het universum.’ De kracht van die stukken komt natuurlijk niet voort uit een soort interplanetair zwijgen, maar uit een taal die de liefde voor muziek van de auteur weergeeft. In een ver verleden schreef Fosse songteksten voor rockmuziek, zij het zonder veel succes. En een van zijn bekendste toneelstukken, De nacht zingt zijn eigen lied, werd in 2004 door de Duits-Franse regisseur Romuald Karmakar spectaculair verfilmd als Nightsongs.

Waarom hebben de juryleden van de Nobelprijs voor Jon Fosse gekozen? En deden ze dat om de juiste redenen? Fosse wordt in Noorwegen terecht aanbeden als een popster – of beter: als een ietwat vreemde heilige. Hij groeide op als kind van quakers in een verlaten gebied langs de Hardangerfjord in Noorwegen. Al vroeg schreef hij over hoe een ongeluk hem tot zijn beroep had gebracht:

Ik zag mezelf van buitenaf, zo dicht was ik bij de dood. Vanaf dat moment was ik een schrijver.

‘Ik was zeven jaar oud, ik moest sap halen voor mijn moeder. Ik rende naar buiten, langs het huis en dook de kelder in. Op de terugweg gleed ik uit over het ijs, liet de fles vallen en sneed mijn polsslagader open. Ik wist zeker dat ik dood zou gaan. Toen ze me naar de dokter brachten, dacht ik: nu zie ik het huis voor de laatste keer. Maar ik was gelukkig, ik was niet bang. Ik zag mezelf van buitenaf, zo dicht was ik bij de dood. Dat perspectief, die afstand – als ik er vandaag op terugkijk, weet ik dat ik vanaf dat moment een schrijver was.’

Minimalistisch

In de jaren negentig ontving de auteur al prijzen voor de ruwe melancholie in zijn verhalen en drama’s. Toch zei Fosse, die altijd gezellig brommerig is bij publieke optredens, in 2000 tegen Der Spiegel dat zijn toneelstukken ‘ook veel grappige momenten bevatten’.

In Duitstalige landen worden zijn boeken en toneelstukken weleens beschreven als duikexcursies in een diepzee van verschrikkingen, als verslagen van mislukte menselijke verstandhoudingen, als excessen van troosteloosheid.

Damiaan De Schrijver in Warm, dat volgend jaar ook in Vlaanderen te zien is.
Damiaan De Schrijver in Warm, dat volgend jaar ook in Vlaanderen te zien is. © Irmgard Mertens

In Scandinavië en Frankrijk daarentegen wordt de literatuur van Fosse veel meer gewaardeerd om zijn komische, ontmaskerende, poëtische kwaliteiten. Hij wordt daar niet alleen gezien als een eigenzinnige Samuel Beckett van het noorden, maar als een groot hedendaags schrijver, op zijn minst gelijkwaardig aan Karl Ove Knausgård, die vaak heeft gezegd een bewonderaar van Fosse te zijn en ook bij hem heeft gestudeerd aan de Bergense Schrijversacademie. Volgens de legende was Fosse een zeer strenge leraar.

Het Nobelprijscomité vermeldde expliciet dat het Fosse niet alleen voor zijn toneelwerk maar ook voor zijn proza bekroont. Zijn stukken zijn natuurlijk meesterlijk, minimalistisch entertainment en leggen de verlangens en mislukkingen van de personages onder het vergrootglas. De inhoud kan bijna altijd in één zin worden samengevat. In Het kind verliest een jong stel hun baby en vindt daarvoor nauwelijks troostende woorden. In Droom in de herfst ontmoeten mensen elkaar op het kerkhof, praten over God en langs elkaar heen. In De nacht zingt zijn eigen lied trekt een jonge vrouw, die met een would-beschrijver en hun baby in een kleine huurflat woont, naar de disco en veroorzaakt een catastrofe. Fosse beheerst in zijn dialogen de kunst van de weglating en de vertraging. De meest voorkomende regieaanwijzing in zijn stukken, zo hebben ijverige mensen nageteld, is: ‘zwijgt plotseling’. De personages spreken meestal emotieloos, aarzelend, in spaarzame, tastende zinnen. Ze herhalen zichzelf en vallen stil, alsof ze al hun kracht moeten verzamelen om te spreken.

Troost

Fosses romans, waaronder Melancholie I en Melancholie II, en zijn verhalen doen niet onder voor zijn toneelstukken. Een bijzonder mooi en raadselachtig verhaal, waarvan ook een theaterversie bestaat, heet Ik ben de wind. Het vertelt over twee mannen die in een zeilboot de zee op drijven. De ene voelt een kalme opwinding, de andere een almaar grotere wanhoop – tot hij overboord springt.

Achter de ernst en de weemoed zit veel humor verscholen.

Damiaan De Schrijver

In een interview met Der Spiegel zei Fosse dat hij was beïnvloed door zijn afkomst aan de westkust van Noorwegen, door ‘veel weer, veel wind en mensen die in zee verdwijnen en nooit meer terugkomen’. De afgelopen jaren werkte hij aan een zevendelige kunstenaarsbiografie die ook autobiografisch getint is. Ze verscheen in het Nederlands in drie boekdelen: De andere naam (delen I en II), Ik is een ander (delen III tot V) en Een nieuwe naam (delen VI en VII).

De prijs voor de internationaal succesvolle toneelschrijver Jon Fosse komt ook om andere redenen op een goed moment. Het eigentijdse theater maakt een ernstige crisis door, waarin veel theatermakers liever romaneske onderwerpen op de planken brengen dan stukken over de actualiteit. ‘Jon Fosse heeft laten zien dat het mogelijk is om poëtisch over de wereld te vertellen op een moment dat veel mensen daar niet meer in geloofden’, reageerde Thomas Ostermeier, hoofd van de Berlijnse Schaubühne, na de bekendmaking door het Nobelcomité. ‘Voor het Europese theater is Jon Fosse een zegen.’

Fosse, die het in zijn teksten zo vaak over ongeluk heeft, wekt bij de mensen die zijn toneelstukken zien en zijn teksten lezen zelden gevoelens van geluk op. Maar een enorme, nooit helemaal te doorgronden troost biedt zijn kunst hen wel.

‘Zijn virtuositeit doet me aan Bach denken’

Theatermaker Damiaan De Schrijver noemt Jon Fosse ‘een revelatie’. Hij maakte al van vier theaterteksten van de Nobelprijswinnaar een voorstelling. In september stond hij met STAN en Maatschappij Discordia op het Fossefestival in Oslo met Warm, een voorstelling die in maart en april van volgend jaar ook in Vlaanderen te zien is. De Schrijver raadt geïnteresseerde lezers aan om de toneelteksten ook gewoon zelf vast te pakken.

Damiaan De Schrijver: ‘Ik pleit misschien wat tegen mijn winkel, maar het toneelwerk van Fosse is perfect te lezen als gedichten. De Nieuwe Theaterbibliotheek heeft een aantal teksten mooi uitgegeven, zoals Warm en Ik ben de wind, dat wij ook al hebben gespeeld. Er zit een virtuositeit in die mij aan het werk van Bach doet denken. Soms kan hij met niet meer dan dertig verschillende woorden en juist gekozen pauzes een existentiële spanning weergeven tussen twee personages.

‘Zijn werk wordt vaak vergeleken met het absurdisme en nihilisme van Samuel Beckett – ook een Nobelprijswinnaar – maar ik vind zijn oeuvre echt een ander soort van grimmigheid hebben. Fosse is veel lichter en helderder. Achter de ernst en de weemoed zit veel humor verscholen. Dat is in ieder geval de sleutel waarmee wij ons een toegang hebben verschaft tot de toneelstukken die we al speelden. Het is zeker niet alleen maar donkerte.’

Jon Fosse

1959: Geboren in Haugesund (Noorwegen). Groeide op in een quakersgezin.

Studeerde vergelijkende literatuurwetenschap aan de Universiteit van Bergen.

Schrijver van meer dan 70 romans, korte verhalen, poëzie, kinderboeken, essays en toneelstukken. Zijn werk is in meer dan 50 talen vertaald. Fosse is wereldwijd een van de meest gespeelde theaterauteurs van deze tijd.

De Noorse koning verleende hem in 2011 levenslang woonrecht in Grotten, een kunstenaarsresidentie in Oslo.

Fosse was drie keer getrouwd en heeft drie kinderen.

In 2012 trad hij toe tot de katholieke kerk en liet hij zich vrijwillig opnemen in een ontwenningskliniek om van zijn alcoholverslaving af te raken.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content