Jan Lauwereyns – Anophelia! De mug leeft
Jan Lauwereyns, Vlaams dichter in verre buitenlanden, schrijft met Anophelia! De mug leeft een stekend taalspel en een hedendaagse allegorie.
Jan Lauwereyns (1969)
Jan Lauwereyns debuteerde in 1999 met de bundel Nagelaten sonnetten. Daarna volgden Blanke verzen, Buigzaamheden en Tegenvoetig, tweebenig, de roman Monkey business en het essay Splash. Lyrische suite over biologie, ritueel en poëzie, waarmee hij genomineerd werd voor de Cultuurprijzen Vlaanderen 2006 in de categorie Kritiek en Essay.
Jan Lauwereyns – Anophelia! De mug leeft
Uitgeverij: Meulenhoff/Manteau, Amsterdam/Antwerpen
Aantal pagina’s: 112
ISBN: 978-90-854-2093-4
Jan Lauwereyns, Vlaams dichter in verre buitenlanden, schrijft met Anophelia! De mug leeft een stekend taalspel en een hedendaagse allegorie.
‘Ik vond een dikke kronkel van een blauwe ader. / Die meanderde langs de knobbel van de enkel’, rapporteert Mug 13101 op 19/06/06, 17: 27 aan haar Overste, Mug 131. Gepikeerd antwoordt die: ‘Termen als meanderen horen thuis in landelijke poëzie. / Over bloed van koeien die grazen langs langzaam water. / Wij hebben andere dingen voor onze tuit.’
Een sneer naar de pastorale poëzie. Jan Lauwereyns is neuropsycholoog; hij woont en werkt in Nieuw-Zeeland, vroeger in Japan. Een exacte wetenschapper die Vlaamse verzen brouwt aan de andere kant van de globe, het is eens wat anders dan een muisgrijze leraar-dichter in groene loden.
Anophelia! De mug leeft is een gevarieerde bundel. Genietbare anekdotiek en onontwarbare taalkluwens wisselen elkaar af. Lauwereyns doorspekt zijn gedichten met verwijzingen naar biologie en cinematografie. Een resem dieren passeert de revue. Niet de traditionele boerderijbeesten, maar veeleer de engerds onder hen, waarbij de hoofdrol is weggelegd voor de Aziatische tijgermug.
Een rondje surfen op het net leert ons dat die zwart-wit gestreepte mug ongewild vanuit Azië naar onze contreien wordt geïmporteerd met de invoer van exotische planten. Ze verspreidt het knokkelkoortsvirus, dat in het ergste geval tot de dood kan leiden. Vier afdelingen in de bundel bevatten de ‘gesprekken’ van de uitverkoren Aziatische tijgermug, Mug 13101, met haar opdrachtgever, Mug 131 (die op haar beurt moet rapporteren aan Hare Doorzichtigheid Mug 13).
De muggenfamilies werken voor het departement ziekteontwikkeling aan een groots experiment: virussen toedienen aan het subject mens. De muggen spreken Nederlands met een ‘mugse’ tongval. Met je voeten op de grond blijven, wordt: ‘Blijf met je zes poten tegen de wand’. Door de vingers zien: ‘door de vleugels zien’. Een amusante muggenhistorie, maar net zo goed een allegorische verwijzing naar terrorisme en andere wereldse bedreigingen.
De anekdotische stukken zijn rustpunten, want dit is best een vermoeiende bundel. In het openingsgedicht, Het bloembed van de werkelijkheid, stuiten we op samenstellingen als theewaterkleurige, stillezeediep en bloesemklank. Lyrische nonsens, want het water van Engelse thee heeft een andere kleur dan dat van frambozenthee; in hoeverre is een stille zee dieper of ondieper dan een luidruchtige, en welk geluid maakt een bloesem?
Zinsneden als ‘laten we gewis de hark hanteren’ en ‘stenen waarop het wiebelachtig staan is’ doen denken aan de kromspraak van ‘professioneel afscheidnemer’ Xavier De Baere, het typetje van Lucas Van den Eynde in het destijds veelbekeken zondagavondprogramma Morgen Maandag.
In de afdelingen Visdadigheid en het onvermeeuwbare, Hoektandheelkunde en het hulpvaardige, Zielsverhuichelingen en het wiekelwakkige en Chinese zon en het dubbelzinnige reikt de dichter voorwerpen van taal aan, die hij telkens verpakt in het schema A BA CB DC ED E. In die schakelstructuur zijn de regels met dezelfde letter nu eens identiek, dan weer wordt dat patroon doorbroken. Een glashelder raamwerk, maar logische verbanden zijn moeilijk te onderkennen.
Het is aan de lezer en zijn hoogstpersoonlijke visie op poëzie om deze gedichten af te doen als slap gewauwel of toch maar aan het puzzelen te slaan. De derde optie, en waarschijnlijk de meest aanbevelenswaardige, is zich ongeremd overgeven aan de taal en de dreiging ondergaan die door deze bundel waart.
Philip Hoorne
Poëzie
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier