Interview met Graham Swift
In het nieuwste nummer van Rekto:Verso heeft Stef Craps een uitgebreid gesprek met romanschrijver Graham Swift over ‘Een olifant maken’, zijn eerste essayboek. Een kort uittreksel bij wijze van smaakmaker.
In het nieuwste nummer van Rekto:Verso heeft Stef Craps een uitgebreid gesprek met romanschrijver Graham Swift. Een kort uittreksel bij wijze van smaakmaker.
Graham Swift is een van de meest succesvolle en gerespecteerde hedendaagse Britse romanciers. Sinds 1980 heeft hij acht romans en een verhalenbundel gepubliceerd. Zijn werk wordt geroemd door de literaire kritiek, is bekroond met tal van literaire prijzen, en heeft hem een ruim en erkentelijk lezerspubliek opgeleverd in de Engelstalige wereld en ver daarbuiten.
Zijn meest bejubelde boeken zijn ‘Waterland’, uit 1983, dat algemeen wordt beschouwd als een hoogtepunt uit de naoorlogse Engelse literatuur, en ‘Laatste ronde’, waarvoor hij de prestigieuze Booker-prijs ontving in 1996. Beide romans zijn ook verfilmd. Zijn meest recente roman, ‘Morgen’, dateert van 2007.
Dit jaar pakte Swift voor het eerst uit met een non-fictieboek dat in november in Nederlandse vertaling verschijnt onder de titel ‘Een olifant maken: Over leven en schrijven’. Het bevat een gevarieerde selectie van essays, portretten, interviews en gedichten die hij in de loop der jaren heeft neergepend en vaak her en der gepubliceerd. Een olifant maken belicht Swifts achtergrond, invloeden, reizen, vrienden en esthetische opvattingen, en biedt aldus een boeiende inkijk in een schrijversleven dat zich – uitzonderlijk voor deze tijd – grotendeels buiten de schijnwerpers van de media afspeelt.
‘Ik heb er alle vertrouwen in dat mijn eigen verbeelding niet verdorven is, als ik dat zo mag zeggen’, aldus Swift bij ons gesprek in zijn thuisstad Londen.
Stef Craps: Een olifant maken is uw eerste non-fictieboek. Wie of wat heeft u op dat idee gebracht? In het verleden hebt u slechts sporadisch non-fictionele teksten geschreven: u bent de romankunst altijd opvallend trouw gebleven.
Graham Swift: Ik denk dat ik een punt in mijn schrijversleven had bereikt waarop ik dit kon doen, waarop er voldoende materiaal was om dit boek te maken. Maar dat was slechts het begin, want ik wou graag dat dit boek anders zou zijn dan het soort boeken dat romanschrijvers meestal op deze manier produceren: zomaar een bundeling van verschillende stukken. Ik wou dat het een echte vorm zou hebben, met speciaal geschreven bindteksten. De verbanden zijn vaak autobiografisch, of ze hebben te maken met de persoonlijke kant van het schrijven, of met het gevoel dat ik heb deel uit te maken – althans tot op zekere hoogte – van een gemeenschap van schrijvers. Er staat heel wat in over mijn schrijversvrienden. Het is een persoonlijk boek. Erg verfrissend, wat mij betreft, maar het is zeker iets eenmaligs.
Craps: Dat autobiografische is een andere nieuwigheid, lijkt mij. Vroeger vond u het idee dat schrijvers vanuit hun eigen ervaring moeten schrijven, over wat ze kennen, maar niets.
Swift: Laat dat nu net het vertrekpunt van het boek zijn. Ik heb een korte inleiding geschreven waarin ik precies dat punt maak, dat ik als fictieschrijver hoegenaamd niet autobiografisch ben ingesteld. Dat is iets wat ik vaak zeg wanneer ik over mijn werk spreek. Met dit boek wil ik dat omkeren en voor een keer op de voorgrond treden, dingen over mijzelf vertellen, over hoe het is om schrijver te zijn, of over bepaalde periodes uit mijn leven die belangrijk zijn geweest voor mijn schrijverschap. Ik geef mezelf bloot aan de lezer, in de volle wetenschap dat ik dat normaal gezien niet doe.
Craps: Nog opvallend aan ‘Een olifant maken’ is dat u de gelegenheid van een non-fictieboek niet te baat neemt om uw licht te laten schijnen over de politieke actualiteit, zoals Martin Amis dat doet in zijn recent gepubliceerde essaybundel Het tweede vliegtuig. Hebben schrijvers volgens u eigenlijk een politieke verantwoordelijkheid?
Swift: Dat zou ik ook niet willen doen. Dat is niet mijn ding. Of althans, ik hoed mij daar enorm voor. Uitnodigingen om dat te doen heb ik altijd al afgeslagen. Ik denk niet dat dat de rol van een schrijver is. Er bestaat een neiging om te denken dat als iemand een zekere expertise heeft op een bepaald terrein, die persoon bijgevolg goed is in alles. Een schrijver met enige naam zou dus als opinieleider moeten kunnen fungeren voor tal van onderwerpen. Volgens mij is die veronderstelling totaal verkeerd. Ik vind het vaak zelfs behoorlijk gênant als schrijvers in de media hun mening ten beste geven over vanalles en nog wat; dat is niet hun ware roeping.
De rest van het interview leest u hier.
Graham Swift, ‘Een olifant maken: Over leven en schrijven’, Vert. Paul van der Lecq, Amsterdam: De Bezige Bij, 2009. (Making an Elephant: Writing from Within, Londen: Picador, 2009.)
Romans
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier