Inspecteur Derrick én diens bedenker waren SS’ers

© Reuters

Horst Tappert (1923-2008), beter bekend als inspecteur Derrick van de gelijknamige Duitse politieserie, was in de Tweede Wereldoorlog lid van de Waffen-SS, en de scenarist van de serie ook.

Vanaf 22 maart 1943 was Tappert, de later beroemde commissaris Derrick, soldaat bij de 14de compagnie van het SS-Panzergrenadierregiment 1 ‘Totenkopf’. Dat ontdekte de socioloog Jörg Becker toevallig bij het onderzoek voor zijn biografie over de dubieuze Duitse demoscope Elisabeth Noelle-Neumann.
Plots komt een gesprek van Horst Tappert met het magazine van de ‘Süddeutsche Zeitung’ (1996) in een heel ander daglicht te staan. Het ging om de bruine lederen mantel die Tappert in de rol van Derrick van zijn producent niet meer mocht dragen. Toen verklaarde Tappert: ‘Erg jammer. Het is een op maat gesneden trench uit heel fijn leer. De Italiaans kijkers zijn verzot op die mantel.’ Mocht hij die mantel niet meer dragen omdat hij reminiscenties opriep aan bepaalde kledingstukken die door de kopstukken van het Derde Rijk werden gedragen?

Op het eerste gezicht lijkt die associatie overdreven. Maar dat is niet zo. Stephan Derrick was een geesteskind van de scenarioschrijver Herbert Reinecker (1914-2007), die in tegenstelling tot de zwijgende Tappert geen geheim maakte van zijn Waffen-SS-lidmaatschap. Maar pas in 2010, drie jaar na Reineckers dood, lekte in het boek ‘Reineckerland’ uit dat Reinecker deel had uitgemaakt van de SS-divisie Totenkopf.

In Vlaanderen gelegerd

Reinecker was in 1944 bij de SS-pantserdivisie ‘Hitlerjugend’ in Vlaanderen gelegerd en werd in Normandië gewond. Hij vocht mee in de slag van de Ardennen. Hij begon als overtuigd nationaalsocialist in 1935 als verslaggever (‘Jungvolkreferent’) in de ‘Reichsjugendführung’ en eindigde als medewerker van het SS-strijdblad ‘Das Schwarze Korps’. Tussendoor was hij op zijn 24ste hoofdredacteur van het magazine ‘Der Pimpf – Nationalsozialistische Jugendblätter’. Na de oorlog werd Reinecker een manisch scenarioschrijver die vooral voor de Duitse openbare omroep werkte. In 1975 alleen al schreef hij 24 scenario’s voor ‘Derrick’ en ‘Der Kommissar’. Nu blijkt dus dat Tappert en Reinecker als soldaten van de SS oude kameraden zijn geweest.

Socioloog Becker

Het nieuws over Tapperts lidmaatschap van de SS werd vorige week uitgebracht door de ‘Frankfurter Allgemeine Zeitung’. Het was de socioloog Jörg Becker die bij zijn research voor een biografie van de Duitse demoscope Elisabeth-Noelle Neumann (1916-2010) op dat aspect van Tapperts leven was gestuit. Vóór de FAZ het nieuws publiceerde, vroeg de krant om bevestiging bij de WASt, de ‘Wehrmachtsauskunftstelle für Kriegerverluste und Kriegsgefangene’ in Borsigwalde (Berlijn), een instituut dat de dossiers beheert van 20 miljoen mannen die lid waren van de Wehrmacht en de Waffen-SS. Het antwoord was positief.

De Dresdense historicus Jan Erik Schulte, een expert voor de geschiedenis van de SS, verklaarde tegenover ‘Spiegel Online’ dat het niet duidelijk is welke rol Tappert, die deelnam aan de slag van Charkov in de Oekraïne, tijdens de oorlog heeft gespeeld: ‘Het oorlogstheater in de Europese Sovjetunie was erg bruut. De regels van het volkenrenrecht werden met de voeten getreden. Verschillende eenheden van de Waffen-SS begingen oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid. Maar aan de hand van de bestaande documenten kunnen we niet ophelderen waar Tappert als individu opgesteld was.’

Opinie-onderzoekster Noelle-Neumann

Horst Tappert kreeg in 1974 de hoofdrol in ‘Derrick’ als hoofdinspecteur Stephan Derrick. De serie telde 281 afleveringen en werd een internationaal succes. Ze werd op televisie uitgezonden in 108 landen. De laatste aflevering kwam op tv op 16 oktober 1998. Toen was Tappert, die in 2008 op zijn 85ste overleed, al 75 jaar.

Nog een woord over Jörg Becker, die de bal aan het rollen bracht: zijn biografie van Elisabeth Noelle-Neumann komt over enkele dagen uit bij uitgeverij Schöningh. Het belooft een erg controversieel boek te worden. Aan de hand van documenten toont Becker aan dat Noelle-Neumann als grondlegster van het West-Duitse opinie-onderzoek veel dieper in het nazisme verstrikt was dan ze na de oorlog wilde toegeven. Bovendien zou ze haar ontnazificeringsattest vervalst hebben.

Haar demoscopie-instituut in Allensbach, dat volgens Becker vaak onbetrouwbaar materiaal afleverde, zou van de ex-nazi’s gewemeld hebben. Tijdens het naziregime werkte Noelle-Neumann, die opviel door haar hevige antisemitische opinies, mee aan Goebbels’ ‘Das Reich’. In haar dissertatie ‘Amerikanische Massenbefagungen über Politik und Presse’ van 1940 schreef ze: ‘Sinds 1933 concentreren de joden, die een groot deel van het geestelijke leven van Amerika gemonopoliseerd hebben, hun demagogische vermogens op de Duitsland-hetze.’ In 1976 werd Noelle-Neumann onderscheiden met het Bundesverdienstkreuz.

Piet de Moor

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content