In het autobiografische ‘Wachten op het Westen’ beschrijft Marbe het IJzeren Gordijn in haar hoofd
Corona zette de Nederlandse schrijfster Nausicaa Marbe aan het denken over haar verleden.
Want in 1982 vluchtte zij uit Roemenië, waar ook rijen voor de winkels stonden en de grenzen gesloten waren.
‘Is er geen koffie meer?’ Met die vraag begon het in maart 2020 allemaal. Nausicaa Marbes dochter stelde ze, waarna de vader van het meisje op hoop van zegen naar de winkels trok. Dat had Marbes eigen vader ook gedaan, in het Boekarest van de late jaren zeventig. Een vacuümgetrokken pak koffie was daar en toen niet alleen even hard als een goudstaaf, maar ook even waardevol. De lege straten, de rijen voor de winkels, de gesloten grenzen en het kapje dat als de hand van de censuur over haar mond lag: het bracht herinneringen aan haar Roemeense jeugd naar boven. Niet dat Marbe de situatie van nu met die van toen zou willen vergelijken natuurlijk, dat zou net zo absurd zijn als met een jodenster op je jas tegen de coronamaatregelen demonstreren.
Jij hebt de toekomst, jij moet ontsnappen’, fluisterde haar moeder haar toe.
In het autobiografische Wachten op het Westen combineert Marbe haar persoonlijke verhaal met dat van haar land. Haar vader was een schrijver die niet mocht publiceren, de zoon van een herenboer met een boerderij van honderd hectare wiens landhuis na de Tweede Wereldoorlog een communistisch bordeel werd. Haar moeder was een gevierde componiste, de dochter van een Joodse wetenschapper die in de aanloop naar dezelfde oorlog aan de deur gezet werd van het instituut waar hij werkte. In vergelijking met de meeste Roemenen hadden zij het goed, al werd dat in de loop van de jaren zeventig en tachtig steeds minder. President Nicolae Ceausescu en zijn Securitate veranderden het land geleidelijk aan in een grauw en door hongersnoden geteisterd arbeidersparadijs.
Marbe schreef eerder twee romans, Mândraga en het met de Diamanten Kogel bekroonde Smeergeld. Wachten op het Westen is haar eerste non-fictieboek. Dat ze aan de kost komt als journaliste en columniste merk je aan haar oog voor detail en haar gevoel voor analyse. Toen ze een jaar of elf was legde haar vader haar de principes van de sociale omgang uit. Lieg altijd en tegen iedereen die je niet vertrouwt, zei hij, en fantaseer er maar op los over het Genie van de Karpaten. Leg Ceausescu woorden in de mond zoveel als je wilt, want officieel heeft hij tienduizenden pagina’s volgeschreven over het wetenschappelijk socialisme, dus niemand kan controleren of wat je zegt ook klopt. Er liep niet alleen een IJzeren Gordijn door Europa, schrijft Marbe, maar ook een door haar hoofd, dat haar werkelijke zelf onderscheidde van haar officiële verschijning.
De gebeurtenis waar Marbe naartoe werkt is het afscheid van haar ouders in de zomer van 1982. Ze had net haar eindexamens van de middelbare school achter de rug en zag hoe haar vader steeds vaker huilde. Pas jaren later besefte ze waarom. Ze zou de zomer doorbrengen bij Nederlandse vrienden, dacht ze, maar in feite werd ze naar het buitenland gestuurd om nooit meer terug te komen, zoals zoveel Roemeense ouders toen deden die zelf het land niet uit mochten. ‘Jij hebt de toekomst, jij moet ontsnappen’, fluisterde haar moeder haar toe. Marbe maakt er een ingetogen scène van, wat nog maar eens aantoont hoe goed ze haar metier beheerst. Want de kilte van een regime dat zijn kinderen het land uit jaagt smeekt om nuchtere woorden.
Nausicaa Marbe, Wachten op het Westen, Prometheus, 220 blz., 19,99 euro
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier