‘Het grootste probleem van de Vlaamse thrillerauteur blijft zijn nadrukkelijke stijl’
In het najaar wordt de 15e Hercule Poirotprijs uitgereikt voor beste Vlaamse thriller. Jurylid Lukas De Vos over trends, valkuilen en kwaliteiten van de huidige lichting.
Vanaf dit jaar organiseert Knack opnieuw de uitreiking van de Hercule Poirotprijs (5000 euro) in samenwerking met de Antwerpse Boekenbeurs. Jurylid Lukas De Vos heeft al heel wat thrillers achter de kiezen.
Heb je al zicht op het peil van de jaarlijkse lichting Vlaamse thrillers?
Lukas De Vos: Dit jaar zie ik vooral een terugkeer naar de harde, meedogenloze (hard-boiled) en cynische thriller (debutant De Letter, Baudewijns, Baete, Debbaut, Goorman). Daarnaast blijft de echte (psychologische) whodunit constant aanwezig (Aspe, Deflo, Mandel, Van Laerhoven, Van den Bergh) en valt het op dat televisiereeksen zorgen voor een aangroei van het genre (Witse, Code 37). True crime glijdt weg. De historische thriller lijkt ook wat op de terugweg, misschien is het weer wachten op Van Camp, Schoeters en De Loof om Verbeeck niet te isoleren”.
Er wordt soms nogal schamper gedaan over het geringe, literaire niveau van de thriller.
De Vos: Dat is onvermijdelijk met een genre dat bedoeld is als ontspanningsliteratuur. Vlaanderen gelooft, gelukkig, niet te erg in de literaire thriller. Het gaat ons in de eerste plaats om het meest spannende boek, of dat nu avontuurlijk, psychologisch, rechtskundig, pornografisch, historisch of politiek is ingebed. Het is inderdaad een van de meest hilarische aberraties Vlaamse auteurs met gêne en ijver (overbodige) seksscenes te zien (be)schrijven die je doen verstijven van schrik of weerzin of lachwekkendheid of kolder. Het grootste probleem van de Vlaamse thrillerauteur blijft zijn nadrukkelijke, al te nadrukkelijke stijl: alles ten overvloede willen uitleggen, alsof de lezer een randdebiel is.
Zijn er nieuwe talenten in zicht?
De Vos: Jawel. Ik ben bijzonder opgetogen over de ongeremdheid en de onbevangen wreedheid bij nieuwkomers als Lieven De Letter (‘Nostalgie’), Ignace Dermaux (het tweeluik ‘Coeur de Boeuf’ en ‘De Nabucco Moorden’) of vorig jaar Depaepe & Depuydt (‘Mensenvlees’). Ik hoop dat het geen one shots worden zoals een Wim Schamp. En ik hoop vooral op de terugkeer van échte talenten als Bart Holsters, Louis Van Dievel, Paul Jacobs, Piet Teigeler, Dirk Draulans, Ludo Schildermans, Kisling & Verhuyck, en zelfs Aster Berkhof. Boeiend is ook de zwenking die sommige auteurs aan hun oeuvre geven: de kameleontische stijlsprongen van Deflo, de koerswijziging bij Benny Baudewijns (van ambitieuze wereldkomplotten naar het eigen beroep van begrafenisondernemer), de nieuwe bescheidenheid van De Bruyn, de onbegrensde mogelijkheden van D’Hooghe. Maar ik kijk niet neer op de klassieke, rustige ontwikkelingsgang van een Aspe, een Cave, een Sonnst, een Schoemans, een Claes, een Beyens, een Vermeiren. De verrassing voor mij was bij voorbeeld de postume uitgave van John Vermeulen, ‘Kolonels en Diamanten’. De tijd heeft blijkbaar geen vat op een rasverteller.
En Pieter Aspe: still going strong? Hij zou er nog tien thrillers willen bijdoen na deze dertig en dan stopt hij: goed idee?
De Vos: Ach, Pieter. Ongeëvenaard natuurlijk, ruim 2 miljoen boeken verkocht, in een paar dozijn talen, verfilmd, verreekst op tv. Hij heeft niets te winnen bij een eindeloze productie. Hij moet het hebben van zijn herkenbaarheid, zijn voorspelbaarheid, zijn vertelkunst. Hij heeft een norm gezet, maar van de weeromstuit kan en mag hij van de lezer daar niet meer van afwijken – wat Baudewijns zich wel kan veroorloven, of Deflo. Pieter dreigt de slaaf van zijn eigen succes te worden, en daarom is het goed dat hij zelf een eindpunt in het vooruitzicht stelt. Aspe is een fenomeen. Een valse trage. Een schijnbaar clichématige, maar met oog voor detail, voor de gewone man, voor de afwijkingen die we allen meedragen. Maar twee thrillers per jaar (nu weer ‘Solo’ en ‘Eiland’), het vreet aan een mens. Ik gun Pieter zijn boot, zijn duvel, zijn rust, zijn vrouw – zijn hartaanval van zes jaar geleden was een waarschuwing. Maar zolang de bron van inspiratie niet opdroogt, de schrijfdiscipline geen sleur wordt, dan zou het toch jammer zijn dat het boegbeeld van de Vlaamse thriller ermee kapt ? Zovele debutanten hebben zich aan hem opgetrokken. Het kan dus, het schoppen van magazijnier en huisbewaarder tot gevierd auteur. Want Aspe is vooral sterk in wat anderen niet kunnen: een verhaal zonder uitschieters of overdrijvingen of stijlbreuken dragen tot een geloofwaardig slot. Respect !
Frank Hellemans
Winnaars:
2011 – Rudy Soetewey voor Getuigen
2010 – Patrick De Bruyn voor Dodelijk verlangen
2009 – Guido Eekhaut voor Absint
2008 – Luc Deflo voor Pitbull
2007 – Bob Van Laerhoven voor De Wraak van Baudelaire
2006 – Herman Portocarero voor New Yorkse nachten
2005 – Johanna Spaey voor Dood van een soldaat
2004 – Mieke de Loof voor Duivels Offer
2003 – Jonathan Sonnst voor Razborka
2002 – Stan Lauryssens voor Zwarte Sneeuw
2001 – Pieter Aspe voor Zoenoffer
2000 – Piet Teigeler voor De zwarte dood
1999 – Jef Geeraerts voor De PG
1998 – Staf Schoeters voor De schaduw van de Adelaar
Hercule Poirot Oeuvreprijs: Op 31 oktober 2007 ontving auteur Jef Geeraerts de Hercule Poirot Oeuvreprijs als eerbetoon aan zijn verschillende misdaadromans. Op 18 juni 2010 ontving Pieter Aspe deze prijs.
De jury bestaat dit jaar uit: Linda Asselbergs (Weekend Knack), Fred Braeckman (De Morgen, Knack Boekensite), Lukas De Vos (VRT), Patrick Van Gompel (VTM), John Vervoort (De Standaard) (VAKJURY), en namens Roularta: Eddy Eerdekens, Geert Lambrecht en Rik Van Cauwelaert (Knack) (ORGANISATIE)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier