Hercule Poirotprijs: Stan Treland – De Zwarte Olifant
Het sluitsuk van een beestentrilogie – na De Lachende Eland en De Averechtse Lynx – is de apotheose van de bloedige lotgevallen die journalist Ruben De Jongh meemaakt. Het begon in Noorwegen, en eindigt nu in de ondergang van het moderne Pompeï, Catania in Sicilië.
De zwarte olifant staat symbool voor niets ontziend, alles verwoestende wraak. Wraak op het lot (De Jongh verliest na zijn vrouw ook zijn vriendin), wraak op de onrechtvaardige samenleving (Eritrese verstekelingen storten te pletter uit een vliegtuig), wraak op de onderbuik van de rotte samenleving en de maffia (capo Spinelli zal het in de volledig ontspoorde finale ondervinden). Het verband? De zwarte olifant is het heilig symbool van Eritrea, en staat in het wapenschild van Catania. De toorn van een olifant is vreselijk, zeker als hij wild de processie van Sint-Agatha aan flarden rijt, en een aardbeving daarbovenop het hele weefsel van de stad uiteenrukt.
Wie dacht dat Joost Houtman zonder Stan Lauryssens niet kon schrijven (het pseudoniem werd snel doorprikt) vergist zich deerlijk. Hij koppelt moeiteloos de grand guignol aan het theatre of blood, de wanhoop om gerechtigheid aan primitieve bloedwraak, de ironie om Dante als maffiahandleiding te gebruiken aan zijn liefde voor Veronesi. Vluchtelingenproblematiek voedt corruptie, bijgeloof de misdaad. Treland kan Lucebert nazeggen: “Er is een grote norse neger in mij neergedaald”.
Lukas De Vos
Hercule Poirotprijs 2016
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier