‘Geen enkele schrijver komt graag naar de Boekenbeurs’ (Herman Brusselmans)

Als student kwam Herman Brusselmans eind jaren 1970 samen met Tom Lanoye graag boemelen in Guido Lauwaerts Gentse boekenzaak. © Belga

Onze vliegende reporter Michiel Leen ging naar de Knack-dag gisterennamiddag op de Boekenbeurs en werd er psychedelisch van: met dank aan Allen Ginsberg.

Bekentenis: vandaag had uw reporter zijn dagje niet. Geplaagd door slaapgebrek en andere freelancionele bekommernissen, kon zelfs het uitgelezen programma – Wouter Beke! David Van Reybrouck! Chris De Stoop! Marnix Peeters! Griet Op de Beeck! Herman Brusselmans!- geheel tegen de aard van het beestje in, niet enthousiasmeren. “Why me?” foeterde ik, me met alle flegmatieke flair van een sardine staande houdend op tram 6 richting Bouwcentrum (excuseer: Antwerp Expo). Immers, ten huize Leen is het zowat alle dagen Knack-dag. (Behalve op zaterdag, want dan speelt Beerschot.) Dergelijk gesoebat kon de chef echter niet vermurwen: een stuk over déze Knack-dag, deze zevende november 2013, moest en zou er komen.

Snotvalling

Nu is het me vaker overkomen dat ik voor het werk meerdere keren achter elkaar naar het Bouwcentrum moest, maar bij het derde of vierde bezoek overvalt me steeds dezelfde mengeling van agora- en claustrofobie, latente smetvrees en een nieuw soort snotvalling. En uitgerekend vandaag, nu ik geacht word met alle zintuigen op scherp kond te doen van de Knack-dag, slaat de cuvée 2013 van die merkwaardige Beurskoorts toe.

“What sphinx of cement and aluminum bashed open their skulls and ate up their brains and imagination?”vraag ik me met een vleug Ginsberg af, me een weg banend doorheen de dichte drommen boekenliefhebbers. “Moloch! Solitude! Filth! Ugliness! Ashcans and unobtainable dollars! Children screaming under the stairways!- veel scholen vandaag – Boys sobbing in armies! Old men weeping in the parks!” Sounds like Boekenbeurs alright.

Moloch the incomprehensible prison! Waar in godsnaam is de Oranje Zaal in dit godvergeten Bouwcentrum, de Oranje Zaal waarin alle gesprekken van deze Knack-dag plaatsvinden? Ik begeef me naar de Knack-stand, want als er een plaats is waar men mij zulks zou kunnen vertellen, dan is het toch wel de stand van ons onvolprezen tijdschrift? Die stand vindt u overigens gemakkelijk op eigen kracht: hij heeft de omvang van een bescheiden nieuwbouwvilla, en een groot sculptuur in de vorm van ons logo helpt ook de laatste twijfelaars op het droge. De promojongens zetten me mits enige moeite op de juiste weg. “Dat begint hier al goed,” denk ik bij mezelf.

Het moedige midden

In de Oranje Zaal treffen we Wouter Beke, voor de gelegenheid vriendelijk op de rooster gelegd door vakbroeder Walter Pauli. Beke is dit jaar niet op de Boekenbeurs om de stripverhalen te signeren waarin hij als christendemocratische superheld de show steelt. Neen, deze keer verschijnt hij ter Beurs om het te hebben over zijn boek ‘Het Moedige Midden.’ Een titel die werd ontleend aan een artikel uit Knack. Dan mag je wel zeggen dat je het zelf gezocht hebt. Zou Wouter Beke de Moloch zijn? Het kan best, want de partij van de minzame superheld levert niet alleen een rits burgemeesters, een minister-president van Vlaanderen en een president van Europa, maar dra misschien ook een secretaris-generaal van de NAVO. Dan hebben we het pas echt zitten. Voor de rest kent u die platen van middle of the road wel: rechten en plichten, gezinnen en ondernemingen, verantwoordelijkheden opnemen en mandaten krijgen van de kiezer. Chirpy chirpy cheep cheep. Even komt er wat animo, wanneer een man uit het publiek over Dexia begint. “De politici kun je niet verantwoordelijk houden voor de bankencrisis. Voordat de crisis uitbrak, genoten de bankiers het hoogte vertrouwen en de politici het laagste. Ik kan enkel concluderen dat de groep die het minste vertrouwen genoot, de bankiers heeft moeten redden,” retorqueert Beke. Bingo.

Beke cum suis mogen binnenkort hun boeltje wel pakken, althans, zo ziet het er toch naar uit als de volgende praatgast, David Van Reybrouck ooit zijn zin krijgt. De man verdedigt tegenover een kritische Ann Peuteman zijn pamflet ‘Tegen verkiezingen’, en pleit ervoor om althans een deel van de volksvertegenwoordiging via loting te laten verlopen. De parlementaire democratie zit immers in een crisis, een vijfde van de kiesplichtige Belgen stemt niet of ongeldig, de mensen haken af. Van Reybrouck zet daar zijn eigen, voluntaristische visie tegenover: laat uitgelote burgers meebeslissen over politieke en maatschappelijke thema’s. Een vraag blijft in de ogen van uw reporter onbeantwoord: wat drijft Van Reybrouck eigenlijk in zijn wantrouwen tegenover de democratie en haar instellingen zoals we die nu kennen? Eerst was er in 2008 het pleidooi voor meer (en vooral beter) populisme, vervolgens het burgerparlement G1000 en nu dit pamflet tegen de verkiezingen. Toegegeven, het Belgische politieke bestel kan een blik in de spiegel goed gebruiken na vijf jaar onafgebroken verkiezingskoorts en crisis. Maar waarom de parlementaire democratie – je weet wel, waarin je als burger idealiter in alle vrijheid stemt op een politicus van wie je meent dat hij je belangen verdedigt, in de wetenschap dat jouw stem even hard doorweegt als die van je medeburger, ongeacht rang of stand – per se baan zou moeten ruimen voor een stelsel waarin burgers via statistisch-demografisch gecorrigeerde lotjetrek tot de besluitvorming worden genood, is me ook na een gloedvol pleidooi van drie kwartier niet helemaal duidelijk. En tijd voor vragen uit het publiek is er niet.

Kei meta

“Dus gij maakt een verslag van live-interviews?” vraagt interviewer met dienst Roderik Six tussen twee bedrijven door. “Da’s kei meta!” Zo is het maar net.

Moloch! De vergeefse zoektocht naar iets te drinken in de antichambre! Moloch! Wel colaflesjes vinden, maar geen kurkentrekkers! Moloch! 2 euro 65 voor een lauw Bolleke Keuninck!

De Oranje Zaal, beste lezer, is een verduisterde, bloedhete kubus, waarin publiek en geïnterviewden samen naar hun smeltpunt evolueren. Niettemin is het volgende panelgesprek zeer de moeite. Met Roderik Six als moderator mogen auteurs Margot Vanderstraeten, die Griet Op de Beeck vervangt, Chris De Stoop en Marnix Peeters komen vertellen waar zij zich nu precies bevinden op het breukvlak tussen journalistiek en schone letteren. Het zwaartepunt van het gesprek ligt echter al snel op de evolutie van de journalistiek. Niet verwonderlijk, daags na de aankondiging van de zoveelste shuffle in de printbusiness. Vandaag wordt een meer professionele , maar veel meer eenvormige journalistiek bedreven dan in de jaren ’80, betoogt Chris De Stoop. Dat neemt de huidige malaise niet weg, natuurlijk. Alle drie de geïnterviewden kunnen wel een voorbeeld geven van het soort doorwrochte stukken dat ze tien jaar geleden nog wel, maar intussen niet meer kunnen slijten aan opdrachtgevers. Gelukkig is daar nog de literatuur, waaraan ze zich elk op hun manier wagen. Peeters met zijn scabreuze, freakende romans, als broodnodige uitlaatklep van een fantasierijke geest die in het journalistieke metier noodgedwongen wat aan de ketting moet. Chris De Stoop, wiens romans en faction-werken naar eigen zeggen steeds teruggaan op feiten. En Margot Vanderstraeten die, voor de keuze gezet tussen boek en journalistiek, ervoor opteert journalistieke boeken te schrijven. Een fijn hart onder riem voor al wie de laatste dagen net iets te hard werd platgeslagen met -helaas al te ware- berichten over crisis in pers en boekenvak.

Naaidoos

Tijd -intussen is de lucht in de Oranje Zaal haast vloeibaar geworden- voor Herman Brusselmans. Geattaqueerd door Ann Peuteman en Jos Geysels, herneemt de schrijver het interview uit de reeks ‘Levenslessen’ dat afgedrukt staat in onze onvolprezen Boekenbeursspecial. Brusselmans handelt het gesprek af met een zeker professionalisme, en geeft met enkele welgemikte aforismen – “Geen enkele schrijver komt graag naar de Boekenbeurs! Ik moet van mijn uitgever” – de toeschouwers waar ze voor komen. Een puberale lach stijgt op uit de zaal wanneer H.B. terloops naar zijn ex verwijst als ‘naaidoos.’ Maar die soundbytes verhullen niet dat Brusselmans evengoed heel wat zinnigs te vertellen heeft over het boekenvak, het maken of kraken van een literaire hype en de zin en onzin van sociale media. Of dat nu per se was waarvoor de middelgrote mensendrom in de Oranje Zaal gekomen is, laat ik in het midden…

En dan laat ik het Bouwcentrum voor wat het is. Er moet een stuk geschreven worden en snel.

Moloch! 4845 boeken die vallen als dominostenen! Moloch! Gratis Royco minute soup bij het buitenwandelen! Moloch! Tram 6!

Moloch whom I abandon! Wake up in Moloch! Light streaming out of the sky!

Michiel Leen

Partner Content