De Nacht van Vonk: baarden, bloot en bravado
Met zijn eerste ‘Nacht van Vonk’ toonde de jonge literaire onderneming ‘Vonk & Zonen’ afgelopen zaterdag een showcase van haar kunnen. Met veel aandacht voor ludieke toeters en bellen, maar gelukkig ook plaats voor het serieuzere werk, aldus onze vliegende reporter ter plaatse.
Van bij zijn oprichting heeft het Antwerpocentrische Vonk & Zonen er een punt van gemaakt lol en literatuur samen te brengen. Zo kon je in het verleden op literaire kroegentocht, of kun je je dezer dagen in de coulissen van Vonk-evenementen literair laten vertroetelen in een Poëziebordeel. Daarnaast heeft de organisatie er steeds voor gezorgd dat de inhoud niet overschreeuwd raakte door dat vrolijke vertier. Initiatieven als ‘Eenzame Uitvaart’ en de aanstelling van een Dichter des Vaderlands geven aan dat er in de visie van Vonk ook plaats is voor engagement en discussie.
Het is die tweeledigheid die je in het achterhoofd moet houden wanneer je een weg zoekt door de wirwar van activiteiten die tijdens deze nacht bezit nemen van het Antwerpse kunstencentrum DEStudio.
Barbaard
Op het programma onder andere ‘Barbaard’, een door Andy Fierens en Gregory Frateur voorgezeten schrijversshow die is opgevat als een ode aan de baard. Fierens geeft op dat vlak zelf het goede voorbeeld met een kinbegroeiing die hem de uitstraling verleent van een knuffelzachte wahabiet. De eerste auteur die vanavond het podium op mag, is een baard van formaat: de schijnbaar louter uit vuurkleurige manen bestaande Jeroen Olyslaegers, die aftrapt met een schonkig erotisch kortverhaal, waarin de geile baardmens Ortwin zich in een verkavelde droomtuin te buiten gaat aan de uitgebluste soapactrice Viviane. Temidden van de vetzakkerij valt zelfs een streepje Griekse mythologie te ontwarren. Niet Olyslaegers’ meest beklijvende werk, maar zijn grommende en gnuivende vertolking maakt veel goed.
Wat niet gezegd kan worden van het muzikale intermezzo dat de High-Ho’s vervolgens te berde brengen. Het clubje vrolijke baardmensen, onder leiding van acteur Louis Van der Waal, komt het publiek vermeien met drinkliedjes. Van der Waal draagt een plastic zak vol baardhaar om de kin, al mag Joost weten waarom eigenlijk. Drie andere beardy young men staan Van der Waal bij in zijn missie, die erin bestaat nummers als ‘Drunken Sailor’ en ‘Heigh-Ho’ vakkundig te massacreren. Waarom ze niet even ‘Al die willen ter kaap’ren varen’ inzetten, om fijn bij het thema te blijven, blijft onduidelijk. Het zou hun optreden alleszins wat meer richting geven, want veel valt er niet van te maken. Op de achtergrond wordt vrolijk gezwaaid met pullen bier, maar die (gespeelde?) bezopenheid komt de show niet ten goede. Misschien kan uit dit zwalkende schouwspel een fijn stukje performance worden gepuurd, maar dan moet de band wel dringend op zoek naar muzikanten voor wie een drinklied als ‘The Landlord’s Daughter’ niet te hoog gegrepen is. Dan liever de soulvolle baardmens Stan Lee Cole achter de piano, anyday.
Charles nodigt uit
Uw reporter drukt vervolgens zijn snor, langsheen de baardbar en de kappersstoel (gimmick-alarm!, want elders in het labyrint van DEStudio begint op dat ogenblik het literaire rendez-vous ‘Charles Ducal nodigt uit.) Het is een hoegenaamd minder harige en veel ingetogener bedoening dan het baardenfeest beneden. Charles Ducal, dichter des vaderlands, heeft voor de gelegenheid Erik Spinoy en Leonard Nolens uitgenodigd, die hun verzen als vanouds sober voordragen. Van over de taalgrens vervoegen ook Vincent Tholomé en Serge Delaive het gezelschap. Het zaaltje waarin Ducal hof houdt, zit afgeladen vol, al ondernemen gitarist Jokke Schreurs en zanger Filip Jordens tijdens hun muzikale intermezzo een succesvolle poging om mensen weg te jagen met getoonzette verzen van Ducal. Wat spijtig is, want zo missen de weglopers de kennismaking met het werk van Tholomez en Delaive. En zo vaak kom je in Vlaanderen toch geen dichters tegen van over de taalgrens? Kanttekening: wat zou er gebeurd zijn, mocht ook Ducals vroegere ‘Twist-met ons’ – medestander Dirk Van Bastelaere, mee op het podium hebben gestaan?
Rock’ n roll!
In de foyer bots je inmiddels op paaldanseressen. Dat zijn leuke dingen voor de mensen. Wat de literaire meerwaarde van die burlesque-act is, valt niet te achterhalen. Of moeten we er een statement achter vermoeden? Literatuur, dat is baarden, bloot en bravado, rock ’n roll of wat daar in deze rookvrije tijden nog voor mag doorgaan.
Ook Maarten Inghels en radiomaakster Katharina Smets trekken de kaart van de rock ’n roll in hun luisterspel ‘Rum & Roem.’ Aan hun tafel vol mengpanelen en microfoons onderzoeken Smets en Inghels de immer complexe relatie tussen de schrijver en zijn fles. Kern van het hoorspel is echter de reconstructie van Allen Ginsbergs passage op de Nacht van de Poëzie in 1984, gelardeerd met anekdotes uit de geschiedenis van diezelfde Nacht(en.) Ja jongens, vroeger werd er gezopen, daar heb je geen idee van. Benieuwd of je over veertig eenzelfde bravourestukje kunnen destilleren uit de backstageverhalen van deze Nacht van Vonk. En passant fucken ze vrolijk met je mind. Want is dat nu echt waar, van Ginsberg die op een barkruk in het Antwerpse café ‘De Duifkens’ staat te oreren over de gevaren van de drank? Of wat te denken van een gastheer – en gastvrouw die het publiek bij aankomst een feestelijke cocktail in handen duwen, en vervolgens een geluidfragment afspelen waarin een verslavingsarts vrolijk opsomt op welke – uiterst gevarieerde – manieren een mens zich kan doodzuipen. Garçon, een waterke!
Michiel Leen
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier