De favoriete boeken over Vlaanderen van Rik Torfs: ‘De parmantige zelfverzekerdheid van de Vlaamse elite’

Rik Torfs © Hatim Kaghat
Ewald Pironet
Ewald Pironet Senior writer

Tegenwoordig lijkt alles te draaien rond ‘identiteit’: wie zijn we, waar komen we vandaan, en waarvoor staan we? Knack ging op zoek naar boeken die de Vlaamse ziel vatten, als zoiets al bestaat, en vroeg bekende lettervreters naar hun essentiële boeken over Vlaanderen. Vandaag: Rik Torfs, auteur en oud-rector KULeuven.

Als een niet bijzonder nationalistische Vlaming ben ik allerminst een expert. Maar Vlaanderen leren kennen en begrijpen doe je zeker niet door een traktaat over de geschiedenis van Vlaanderen te lezen. Het komt er dus op aan de sfeer te schetsen en daar boeken over te vinden.

Bijvoorbeeld het boek van de Vlaamse overheid Creating a sustainable economy, zonder de vereiste hoofletters in de titel, waarin verschillende auteurs in het Engels ondernemerschap en deugdzaamheid met elkaar proberen te verzoenen. Online te lezen. Klinkt heel internationaal, maar kenmerkt tegelijk het Vlaanderen van vandaag.

Poëzie helpt ook. Ik denk aan het verzameld werk van Emile Verhaeren. Veel van hem werd recent door uitgeverij P tweetalig heruitgegeven, bijvoorbeeld Dorpen zijn zinsbedrog (Les villages illusoires). Voor het eerst verschenen in 1896. De Vlaamse geest en af en toe de Vlaamse zinsbouw in prachtige Franse teksten gegoten. In zijn tijd was Verhaeren een wereldster, terecht.

Ook het Verzameld Werk van Paul van Ostaijen mag niet ontbreken. Avant-garde van het zuiverste water, die ook in de Vlaamse (en Belgische) schilderkunst aanwezig was. Vlaanderen verdween van het voorplan met zijn geheel eigen vormgeving van het expressionisme, nog vaak aan te treffen in burgerlijke woningen van oudere heteroseksuele Vlamingen.

De derde dichter die veel over Vlaanderen zegt, minder romantisch en minder verheven dan Verhaeren, is Jan van Nijlen. Zijn Verzamelde gedichten 1903-1964 zijn zwaar onderschat en reflecteren de Vlaamse ‘ziel’ voor zover die bestond of bestaat. Zin voor relativiteit en voor schoonheid gaan samen.

Dan het proza: hier is het overigens beknopte verzameld werk van Willem Elsschot de enige absolute must. Daaronder onder meer De verlossing (1915), niet zijn beste of zijn bekendste werk. Maar het boek geeft een mooi beeld van de dominantie toen van de katholieke kerk in het rurale Vlaanderen.

Een boek waar ik op wacht maar dat niet bestaat is een vergelijking tussen twee van onze heimatschrijvers, Ernest Claes en Hugo Claus. Gelijkenissen en verschillen. Aansluiting bij de rest van Europa in hun tijd. Zou ik prachtig vinden.

Een ander boek van een Franstalige Vlaming, met oog voor detail en lichte absurditeit, is van een man die bij de jezuïeten in Antwerpen studeerde, kippen kweekte in Westmalle en in Parijs succes oogstte: André Baillon (1875-1932). Mooi vind ik Le perce-oreille du Luxembourg. In het Nederlands vertaald onder de titel Doodzonde. Ook in de romans van Nobelprijswinnaar Patrick Modiano, wiens moeder een Antwerpse was, duiken vaak Vlamingen op. Doorgaans joviale levensgenieters die niet arm zijn.

Verder zou ik aanraden: Nerostrips, waar Vlamingen sympathieker uitkomen dan ze in hun mindere momenten zijn: Nero is geen lafaard maar een antiheld. Dat kon dus erger. Marc Sleen was een milde en sympathieke man.

Er moeten boeken over de wielersport bij. De serie van vier boeken die Fred De Bruyne in de eerste helft van de jaren zestig schreef (over Rik Van Steenbergen, Rik Van Looy, Peter Post en Patrick Sercu). Of recenter, bijvoorbeeld, Freddy, over Freddy Maertens, een boek dat vorig jaar bij Borgerhoff en Lamberigts verscheen. Het diepe Vlaanderen, opgang en val van een coureur, met tegelijk de mooie liefde van Freddy voor zijn vrouw Carine. Ontroerend in al zijn simpelheid.

Dan is er nog een oud boek (1971) van Godfried Bomans: Een Hollander ontdekt Vlaanderen (1971). Schijnbaar sympathiek geschreven, maar met impliciet heel veel aandacht voor een aantal zwakke kanten: de parmantige zelfverzekerdheid van de Vlaamse elite. De ons-kent-ons-mentaliteit. Bijna een halve eeuw later is het nog altijd zo.

Partner Content