De duisternis in schrijver David Vann: ‘Alle ellende komt voort uit mannen’
De zelfdoding van zijn vader blijft schrijver David Vann achtervolgen. In zijn nieuwe roman, Heilbot op de maan, keert hij terug naar de noodlottige dagen die aan zijn vaders dood voorafgingen: ‘Na een zelfmoord blijf je voorgoed in gesprek met niemand. En die niemand zwijgt.’
Amper dertien was David Vann toen zijn vader de hand aan zichzelf sloeg tijdens een telefoongesprek met zijn stiefmoeder. Een warrige afscheidstirade, een knal, en dan ruis op de lijn. Toen zijn stiefmoeder wanhopig probeerde terug te bellen, kreeg ze de bezettoon: de hoorn lag van de haak, naast het lijk van haar ex-man.
Vann verwerkte zijn trauma’s in zijn debuutroman Legende van een zelfmoord. Hij schreef hem op zijn negentiende, maar vond niet meteen een uitgever. Twaalf jaar zou hij leuren met het manuscript. In tussentijd werkte hij als schipper. Toen het dan toch uitkwam, begon het boek aan een wereldwijde zegetocht.
Maar het succes kan zijn schuldgevoelens niet temperen. Twintig jaar later keert hij in Heilbot op de maan terug naar de laatste dagen van zijn vader. Het boek is een rauw, gefictionaliseerd verslag van de eindgedachten van een zelfmoordenaar waarin Vann niets of niemand ontziet. De zwarte wanen van zijn vader, de ontreddering bij zijn naaste familie, de onmacht van een puber, het schuldgevoel bij de nabestaanden: dit hakt er stevig in.
Wie zich bij David Vann een getraumatiseerde, fragiele man voorstelt, vergist zich lelijk. De schrijver is goedlachs, gespierd, zijn staalblauwe ogen stralen guitigheid uit. Viriel is het woord dat bij je opkomt. In de loge van de Brusselse KVS, net voor hij het podium van het Passa Porta Festival opstapt, kijkt hij bedenkelijk naar zijn broodje mozzarella: ‘Altijd gevaarlijk. Mijn twee voortanden zijn vals – een dom ongeluk op mijn catamaran -, en die blijven weleens in een sandwich steken. Goed, waarover wilde u het hebben?’
Ik ben opgegroeid met wapens. Ik herken mezelf in een high-school shooter én in mijn vader.
Waarom bent u na twintig jaar teruggekeerd naar het thema van uw vaders zelfmoord?
David Vann: Al meteen na het schrijven van Legende van een zelfmoord wist ik dat zijn dood me zou blijven achtervolgen. Het boek, hoe noodzakelijk en succesvol ook, kwam me als een mislukking over: had ik mijn vader wel eer aangedaan? Had ik niet beter voor een requiem gekozen? Ook het schuldgevoel bleef knagen: had ik hem kunnen redden? Een absurde vraag, ik was toen dertien, maar elke zelfmoordenaar zadelt zijn nabestaanden op met die schuldlast. Daar heb ik hem voor vervloekt.
Het kantelpunt kwam na een gesprek met mijn stiefmoeder. Zij vertelde dat ze hem vlak voor zijn dood nog had gesproken in een hotelkamer, in de hoop dat ze hem tot rede zou kunnen brengen, en dat hij haar een Magnum. 44 had laten zien. Zij dacht meteen dat hij haar ook zou vermoorden – niet zo vreemd als je weet dat haar moeder haar vader heeft doodgeschoten met een jachtgeweer en toen de hand aan zichzelf heeft geslagen. Die mogelijkheid, dat hij voor zijn zelfdoding nog anderen zou vermoorden, was nooit eerder bij me opgekomen. Door dat heftige gesprek wist ik dat ik hem weer tot leven moest wekken.
Is dat gelukt?
Vann: Nee, hij staat verder van me af dan ooit. De herinneringen vervagen, ze verliezen hun glans. Na een zelfmoord blijf je voorgoed in gesprek met niemand. En die niemand zwijgt. Op dat vlak is Heilbot op de maan een ontgoocheling: ik kan hem niet terugbrengen.
Achtte u hem werkelijk in staat tot moord, zelfs massamoord?
Vann: Ik had me eerder al verdiept in de psychologie van de massamoordenaar in mijn non-fictieboek Last Day on Earth. Dat gaat over een dolle schutter die in 2008, op Valentijnsdag nota bene, vijf leerlingen neerschoot op een Amerikaanse school. Ik ben ook opgegroeid met wapens, en ik wilde onderzoeken hoe verschillend ik was van die leerling. Amerika blijft ontkennen dat het een wapenprobleem heeft, dus schildert het die schutters altijd af als eenzame gekken, freaks, uitzonderingen. Niets is minder waar: ik herkende me maar al te goed in die jongen én in mijn vader. Ik begrijp zijn zelfdestructieve kant, de haat tegenover de buitenwereld, de onredelijkheid waarmee je je eigen falen projecteert op je naasten of anonieme voorbijgangers. Was hij echt van plan om mijn stiefmoeder, of zijn ouders, of zelfs mij te vermoorden? Ik kan het me zeker voorstellen. Dat is de motor van Heilbot op de maan: ‘Wat als?’
U was in uw jeugd omringd door wapengekken. Wat maakt dan het verschil tussen u en de jonge scholier die wel besluit om zijn klasgenoten om te brengen?
Vann: Mijn moeder. Zonder twijfel. Haar zachtaardige invloed heeft me van het slechte pad gehouden. Zo’n moeder heeft mijn vader niet gehad. Daarnaast was hij militair geweest. Het leger is bij uitstek de plek waar je gevoelloos leert moorden: het is je job. Hij was ook een fervent jager. Hebt u ooit als eens een hert doodgeschoten? Een hert heeft zowat dezelfde omvang als het menselijk lichaam. Mijn vader schoot herten omdat het niet legaal is om op mensen te jagen.
Jagers zullen betogen dat ze het ecologisch evenwicht herstellen omdat herten, bij gebrek aan wolven, snel uitgroeien tot een plaag.
Vann: Dat is bullshit. Zeker, herten hebben de neiging om snel te kweken, maar bij overpopulatie breken ziektes uit die hun aantal weer reduceren. Jagers moeten eerlijk zijn: ze schieten wild omdat het heerlijk voelt om iets te doden. De rest is hypocrisie. Ik snap het wel. Een wapen vasthouden is een machtige ervaring, het is zelfs seksueel geladen. De beslissing over leven en dood die eruit voortvloeit, maakt je letterlijk machtsgeil. Welke man kan aan dat gevoel weerstaan? De moordlust zit in elke man ingebakken, en de jacht, en bij uitbreiding elke contactsport, is een geritualiseerde uitlaatklep. Ik begrijp best dat de overheid investeert in football: we moeten die furie kwijt.
Beschikken alleen mannen over die aangeboren moordlust?
Vann: Kent u veel vrouwelijke massamoordenaars? Er zijn uitzonderingen, vrouwen die met een bomgordel naar een drukke markt worden gestuurd, maar die zijn statistisch verwaarloosbaar. Alle ellende komt voort uit mannen. Oorlog, slavernij, kolonisatie of hedendaagse fenomenen zoals verkeersagressie en hooliganisme: nergens kun je een vrouw als schuldige aanwijzen. Niet dat ik vrouwen ophemel – het kunnen krengen zijn, zeker onder elkaar – , maar je moet ze al echt ver drijven voor ze naar wapens grijpen en op een menigte schieten. In die zin ben ik een feminist: ik ben er zeker van dat de wereld een betere plek zou zijn met vrouwen aan het roer. Neem mannen hun macht en wapens af, en wereldvrede zal zichtbaar worden. Aan een verre horizon dan. (lacht)
Hoe kanaliseert u zelf die aandrang tot geweld?
Vann: Erken om te beginnen dat je een dier bent, dat er een beestachtig residu in ons is achtergebleven. Ontkennen maakt het alleen maar erger. Een tijdje geleden stond ik in een club te dansen met te veel gin op, en een kerel kwam stennis maken. Zonder ogenschijnlijke reden – misschien had ik hem verkeerd aangekeken, misschien had ik met zijn lief geflirt – stond hij te brullen in mijn gezicht. Ik voelde enorme woede opborrelen, en pure vechtlust. Uiteindelijk ben ik naar buiten gestapt omdat ik wist dat het in doodslag kon eindigen. Ondanks mijn dronkenschap nam de beschaving de overhand.
De echte uitlaatklep is schrijven. Het lijkt een heel vredevolle bezigheid, maar het is een gewelddaad. Je kunt je inleven in de meest gruwelijke aspecten van het menselijke bestaan. Als ik een verkrachter of moordenaar bedenk, dan laat ik de duisternis in mezelf aan het woord. Al die negatieve energie kan ik sublimeren in een tragedie, en ik kan er ook schoonheid aan toevoegen. In de werkelijkheid doet een zelfmoord alleen maar pijn. Als ik erover schrijf, kan ik er lagen betekenis aan toekennen, zin scheppen waar elders alleen zinloosheid regeert.
Ervaart u het leven als zinloos?
Vann: Het hangt alvast van absurd veel toeval aan elkaar. In tegenstelling tot in een roman, of kunst in het algemeen, is er geen doordachte plot, geen overdaad aan mooie, betekenisvolle details. Hoeveel van een mensenleven gaat er niet verloren? Het merendeel is ruis: we klungelen maar wat aan, ploeteren in het donker en doen, als we een goede inborst hebben, ons best om de ander niet te veel te kwetsen. Daarin falen we, altijd. Schrijven schept voor mij orde, het schenkt me controle over een leven dat ik amper in handen heb.
Mijn vader schoot herten omdat het niet legaal is om op mensen te jagen.
Voor u misschien. Ik kan me voorstellen dat uw familie niet blij was met Heilbot op de maan.
Vann: Ik ben dan ook een slecht mens. (lacht) Dat is, voor mij toch, de kostprijs van een goed boek: ik moet immoreel zijn. Ik heb niemand om toestemming gevraagd, ik weiger na te denken over de impact van mijn literatuur op de gevoelens van mijn naasten. Zelfcensuur is voor watjes.
De Nederlandse versie van dit boek wijkt af van de Amerikaanse uitgave. U wilde korte verhalen toevoegen rond de novelle. De Amerikanen wilden er niet aan, de Nederlandse uitgever wel. Hoe verklaart u dat?
Vann: Omdat mijn Amerikaanse uitgevers een bende lafaards zijn. Ze vonden de vaderfiguur bijvoorbeeld niet vriendelijk genoeg, hij zou lezers afschrikken. Wel, hallo, het gaat hier om een zelfmoordenaar die rondloopt met plannen voor massamoord, die naar de hoeren gaat, die zijn vrouwen bedriegt, zijn familie afdreigt en zijn zoon in de steek laat en hem opzadelt met een knoert van een schuldgevoel. Hoe moet ik daar een Disneyfiguurtje van maken? Gelukkig hebben ze in Nederland wel ballen aan hun lijf en begrijpen ze dat kunst moet wringen en dat een lezer zich best ongemakkelijk mag voelen.
U bent een fervent reiziger. Bent u nieuwsgierig, of bent u op de vlucht?
Vann: Goeie vraag. Normaal zou ik moeten antwoorden dat ik benieuwd ben naar de wereld. In werkelijkheid merk ik dat ik overal ongedurig word. De psychologische en dus gemakzuchtige uitleg zou zijn dat ik sinds mijn vaders zelfmoord nooit meer echt een thuis heb gekend. Het eerlijke antwoord is: in mij woekert de onrust. Na een tijd begin ik me te vervelen en dan word ik een onhebbelijk mens. Daardoor is mijn huwelijk ook op de klippen gelopen, uit pure benauwdheid. En ja, over mijn scheiding heb ik een boek klaar. De werktitel was God Can Lick It maar, dat vonden – verrassing! – mijn uitgevers niet ideaal. Het is Woman, Desiring geworden.
De veilige haven van mijn huwelijk ben ik dus kwijtgeraakt. Je zou kunnen zeggen dat ik enigszins op drift ben, maar dan letterlijk. Ik woon op een boot en lig nu voor anker in Langkawi, een archipel voor Maleisië. Ideaal om te duiken en te vissen. Minder ideaal om te daten, dat dan ook weer. Maleisië is sterk op de islam gericht, dus op zaterdagavond een vrouw op een cocktail trakteren zit er niet meteen in. Maar goed, dat is het voordeel aan een boot. Als ik het beu ben, licht ik gewoon het anker en zeil ik weg, de horizon tegemoet.
David Vann p>
-1966: geboren in Alaska. Groeit op tussen jagers en vissers p>
-1979: vader pleegt zelfmoord p>
-1985: schrijft Legende van een zelfmoord, maar vindt geen uitgever p>
-2008: Legende verschijnt en wint 11 internationale literaire prijzen p>
-Boeken: o.a. Goat Mountain (2013), Aquarium (2054), Klare lucht zwart (2017) p>
-Professor aan University of Warwick (Engeland) p>
-2019: publiceert Heilbot op de maan p>
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier