De beste boeken van 2023: alle tips van de Knackredactie

© Anggita Soeryanto
Site Icon

Geen eindejaar zonder eindejaarslijstjes. Welke boeken lazen onze journalisten dit jaar het liefst?  

1. Paul Goossens – De ongelijkheidsmachine. Een verborgen Europese geschiedenis

Dik, diepgravend en polemisch: het magnum opus van de eeuwig jonge journalist Paul Goossens komt laat in zijn carrière, maar het valt nu al niet meer weg te denken uit het debat over herverdeling. Goossens traceert de origines van het subversieve idee van de ´gelijkheid´, van de antieke tijden tot de woekerwinsten van de grootbanken vandaag. Wie op zoek is naar sussende slaapliedjes op de wijs van ´there is no alternative´ is eraan voor de moeite. Dit is een splinterbom in de brievenbus van iedereen die de laatste jaren te veel geld heeft verdiend om nog om zich heen te willen kijken.

EPO. 584 blz., 34,90 euro.

2. Elizabeth Day – Friendaholic. Wat vriendschap je kan leren

Kent u mensen die graag met iedereen bevriend zouden zijn? Of bent u zelf zo iemand? Elizabeth Day kijkt kritisch naar haar veelkantige vrienden, in een wervelend boek vol anekdotiek en korte licht-filosofische uitstapjes. Terwijl Elizabeth Day ouder wordt schrijft ze met heel veel liefde over wat haar werkelijk vrolijk stemt – als het al niet haar raison d’être is: een goede vriend zijn, en goede vrienden hebben. Soms hard, soms sentimenteel, en bijna altijd wijs: van een Friendaholic valt nog iets op te steken.

Ambo/Anthos. 352 blz., 23,99 euro.

3. Peter Venmans – Gastvrijheid. Filosofisch essay

De Vlaamse filosoof Peter Venmans heeft zo diep en nauwkeurig over zijn onderwerp nagedacht dat hij op amper 200 bladzijden en schijnbaar zonder moeite de lezer kan inwijden in de geheimen en paradoxen van de gastvrijheid. In de westerse cultuur is gastvrijheid tegelijk een dubbelzinnige opdracht, een ethisch vraagstuk, een bron van plezier, een toeristisch product en een politiek statement. Lichtvoetig en intelligent, confronterend en beklijvend: het migratiedebat is nooit meer hetzelfde na het lezen van dit boek.

Atlas Contact. 224 blz., 21,99 euro.

4. Alain de Botton en The School of Life – Goed Genoeg Ouderschap

Dalende PISA-rankings, de funeste invloed van al die schermen om ons heen, en plaatsen te kort op school en in de crèche. Alsof het allemaal nog niet erg genoeg is, heeft ook iedereen een mening over hoe je kinderen moet opvoeden, en krijg je als ouder vaker dan je lief is het gevoel dat je alles verkeerd aan het doen bent. Dan is ‘Goed genoeg ouderschap’ van Alain De Botton hoopgevende lectuur. Allerminst een zelfhulpboek, wel een bundeling van speelse maar inzichtelijke lessen, geïllustreerd met uitstapjes naar kunst en literatuur. De Botton schrijft met veel empathie voor ouders die het vandaag ook steeds vaker alleen moeten zien uit te zoeken, maar legt uit hoe je best ‘nee’ leert te zeggen tegen je kroost. Tegelijk heeft hij veel vertrouwen in het vermogen van kinderen om om te gaan met de onvolmaakte wereld om hen heen, maar geeft hij wel handvaten voor het geval dat je dochter aankondigt dat ze de school in brand wil steken.  

Altas Contact, 184 blz.,  22 euro.

5. Annie Ernaux – Het voorval

In 2022 won de 82-jarige Annie Ernaux de Nobelprijs voor literatuur, wat voor veel mensen een goeie aanleiding was om het werk van de Franse schrijfster te (her)ontdekken. De jury loofde haar “moed en de klinische scherpte waarmee ze de wortels en de collectieve beperkingen van het persoonlijke geheugen blootlegt”. Heeft wellicht ook geholpen: de Gouden Leeuw voor de verfilming, op het filmfestival van Venetië vorig jaar. De stijl van deze uitzonderlijke novelle is afgemeten en neutraal, ontdaan van alle franjes, en net daardoor komt het verhaal over een illegale abortus in het Frankrijk van de jaren 60, ook vandaag nog, zo hard binnen.

Hoewel ‘Het voorval’ (L’Evenement), dateert uit 2000, is het vandaag nog brandend actueel. Meer nog: in een tijd waarin vrouwenrechten steeds meer onder druk komen te staan, en de abortusdiscussie zelfs in België dit jaar weer terug van nooit helemaal weggeweest was, is het verplichte lectuur voor al wie zich in het debat wil mengen. Of zoals de schrijfster het zelf ergens schrijft: ‘Het echte doel van mijn leven is misschien alleen dit: dat mijn lichaam, mijn gevoelens en mijn gedachten tot geschriften worden, dat wil zeggen tot iets wat begrijpelijk is en algemeen, mijn bestaan volledig opgelost in de hoofden en levens van de anderen.’

Arbeiderspers, 104 blz., 17,50 euro.

6. Mohamed Mbougar Sarr – De diepst verborgen herinnering van de mens

Hoewel het door velen in 2022 al verkozen werd tot boek van het jaar, ben ik er nu pas aan toe gekomen. Het is een boek dat je niet loslaat – al weet je in dit complexe, labyrintische verhaal soms pagina’s lang even niet meer wie er nu aan het woord is.

Sarr, een jonge Senegalese schrijver die in Parijs woont, was met deze vuistdikke roman in 2021 de eerste Afrikaanse winnaar en de jongste winnaar sinds 1976 van de prestigieuze Prix Goncourt. De roman vertelt het verhaal van een zoektocht van een eveneens in Parijs wonende jonge Afrikaanse schrijver naar de Senegalese schrijver van een verloren gewaande cultklassieker – die laatste is van de aardbodem verdwenen na een racistisch getinte haatcampagne. Door sommige witte recensenten werd Elimane, want zo heet de schrijver die aanvankelijk als de ‘zwarte Rimbaud’ op het schild werd gehesen, van plagiaat beschuldigd, waarna zijn boek uit de handel is gehaald.

De queeste naar Elimane is een ingenieus en ook vaak spannend verhaal, dat zich afspeelt op verschillende continenten. Sarr raakt aan thema’s als kolonialisme en racisme, maar uiteindelijk gaat dit ambitieuze boek toch vooral over het wezen van de literatuur, en hoe de literatuur altijd op gespannen voet staat met het leven zelf. Petje af voor de vertaling van Jelle Noorman, wat een krachttoer. 

Uitgeverij Atlas Contact, 461 blz.,  24,99 euro.

7. Ian McEwan – Lessen

Het meesterwerk van deze Engelse schrijver, volgens de unaniem lovende Britse pers. Daarover kan ik niet oordelen, want het dit jaar in het Nederlands verschenen ‘Lessen’ is mijn eerste boek van Ian Mc Ewan, maar het is inderdaad een meesterlijke roman.  

Het boek vertelt de lotgevallen van dichter Roland Baines, wiens leven van de ene op de andere dag  overhoop wordt gehaald als zijn vrouw Alissa met de noorderzon vertrekt – Roland krijgt zelfs de politie over de vloer die moet onderzoeken of hij zijn echtgenote niet heeft omgelegd –, en Roland achterlaat met hun vier maanden oude zoontje. We bevinden ons dan in het jaar 1986, want terwijl Roland met flessen en pampers voor de baby in de weer is en zijn drankgebruik binnen de perken probeert te houden, maakt hij zich ook grote zorgen over de radioactieve wolk.

Wat volgt is de levensgeschiedenis van Roland (en van zijn familie en schoonfamilie), waarin zijn twee jaar durende seksuele relatie als kostschooljongen met zijn volwassen, bezitterige pianolerares, een bepalende rol speelt. En verder: onverwachte ontwikkelingen, domme spelingen van het lot met verregaande gevolgen, voortdurende sprongen in de tijd, en persoonlijke gebeurtenissen die in verband worden gebracht met de grote politieke gebeurtenissen van de voorbije eeuw, zoals de Cubacrisis, de val van Muur, 9/11, tot en met de coronacrisis, te veel om op te sommen. Allemaal prachtig geschreven en met vaste hand gecomponeerd, tot het verrassende slot, dat ik uiteraard niet zal spoilen!    

 De Harmonie, 570 blz., 27,50 euro.

8. Lammert Kamphuis – Verslaafd aan ons eigen gelijk, pleidooi voor perspectivistische lenigheid

Een supertoegankelijk filosofisch essay over hoe we kunnen leren afstappen van ons eigen gelijk en meer begrip krijgen voor afwijkende meningen, met op het eind van het boek ook een reeks praktische oefeningen om de lenigheid van je geest te trainen, die goed van pas kunnen komen in deze gepolariseerde tijden.  

De Nederlandse filosoof en theoloog Lammert Kamphuis, groeide op in een streng gereformeerd milieu. Met pijn en moeite brak hij met de wereld waarin hij opgroeide en waarin twijfelen aan het eigen gelijk (en dus aan het gelijk van god) des duivels was. Maar de samenleving waarin hij terechtkomt, doet hem steeds meer denken aan de dogmatische kerk waaruit hij zich heeft bevrijd. Met name progressieven hebben er een handje van. Zo beschrijft Kamphuis het fanatisme waarmee niet-monogame relatievormen als superieur worden aangeprezen. Kamphuis gaat op zoek naar de oorzaken van wat hij ons nieuwe dogmatisme noemt. Hij bespreekt inzichten van de grote filosofen, van de oudheid tot nu, die helpen om de dingen vanuit verschillende invalshoeken te benaderen (en dus onze eigen stellige meningen te relativeren en begrip te krijgen voor andersdenkenden). Met Aristoteles: ‘Het is een teken van de ontwikkelde geest om met een gedachte te kunnen spelen zonder deze te accepteren.’   

 De Bezige Bij, 175 blz., 18,99 euro.

9. Martin Wolf – De crisis van het democratisch kapitalisme

Steeds vaker hoor je: democratie zou beter af zijn zonder kapitalisme. En ook het omgekeerde: kapitalisme zou beter af zonder democratie. Daar verzet Martin Wolf zich in zijn  jongste boek tegen. De gezaghebbende columnist van de Financial Times legt uit hoe de democratie populistisch werd en het kapitalisme roofzuchtig. En hoe we nog kunnen voorkomen dat het democratisch kapitalisme kapseist. Niet door grote revoluties, maar door kleine hervormingen. En die moeten bezield worden door een ‘eenvoudig maar krachtig idee’, schrijft Wolf: ‘burgerschap’. Ja, dat klinkt wat wollig, maar niet voor Wolf, die zegt waar het uiteindelijk op aankomt: ‘Het betekent dat een democratisch land als eerste taak heeft te zorgen voor het welzijn van zijn burgers. Om ervoor te zorgen dat dit echt is, moeten bepaalde dingen op orde zijn.’ En dan gaat het over opleiding, bescherming, collectieve rechten, enzoverder. Anders zal de democratie het niet redden, en zullen onze vrijheden verdampen, aldus Wolf. Zegt niet dat u niet verwittigd was.

Spectrum, 541 blz., 49,99 euro.

10. Rik Van Puymbroeck – Treurwil

Dit boek zal nog wel opduiken in de eindejaarslijstjes van beste boeken van Knack dit jaar. En terecht, want hoe mooi schreef journalist Rik Van Puymbroeck over verdriet, rouw, troost en toch gelukkig zijn. Dat het hier nog eens wordt aangeprezen, heeft een andere reden. Zowat midden in het boek beschrijft Van Puymbroeck hoe de eerste dagen na zijn moeders dood twee brieven toekwamen met de post. De inhoud: ‘Geachte heer, Geachte familie, Ik lees het overlijden van mevrouw Lieve Bogaert. Ik hield eraan u onze oprechte deelneming te betuigen. Veel sterkte. Met goede gevoelens.’ Van Puymbroeck schrijft dat de ‘sterkte zo hol (was) dat het rouwbeklag wrang werd. Vader, wij iedereen verontwaardigd om een standaardbrief waarin een medewerker bij de xxx de juiste namen en data invulde. (..) Overlijdensreclame die erg slecht viel.’

De Bezige Bij, 206 blz., 21,99 euro.

11. Nationale Bank – Verslag 2022. Economische en financiële ontwikkelingen

Het is stilaan een klassieker in ons eindejaarlijstje, maar zeker in verkiezingsjaar 2024 heeft u dit boek best binnen handbereik: de toestand van het land volgens de Nationale Bank. Want wat staat er bijvoorbeeld op bladzijde 23? ‘De begrotingssituatie van de Belgische overheden is zorgwekkend en de onhoudbare uitgavengroei moet dringend worden aangepakt.’ Bij elk voorstel dat eender welke politicus de volgende maanden tijdens de kiescampagne lanceert, zou deze zin moeten geciteerd worden om vervolgens te vragen: ‘En hoe gaat u uw voorstel financieren, waar gaat u besparen?’

Het Jaarverslag 2022 is dan ook de ideale lectuur om bij een knetterend haardvuur te doorploegen. Heel provocerend in zijn feitelijkheid biedt het ook dit keer diepe inzichten in onze samenleving en veel stof tot nadenken. Dit boek zou de basis moeten zijn bij talrijke discussies over financieel-economische onderwerpen. Jammer genoeg blijkt dan hoe weinig dit standaardwerk wordt gelezen. Ook door politici. Een aanrader dus met stip. Of uitroepteken. Want het is gratis! 

Gratis te downloaden via de site van de Nationale Bank, nbb.be.

12. Arnon Grunberg – De vluchteling, de grenswacht en de rijke Jood

Net als ons land kampt Nederland met een probleem – zeg maar crisis – bij de opvang van asielzoekers. De Nederlandse regering-Rutte viel zelfs over een migratiethema, met als resultaat een monsterzege voor Geert Wilders. Maar wat weten we eigenlijk over het leven van een ‘gelukszoeker’? Arnon Grunberg duikt in de wereld van de asieldiensten en keert zo – eindelijk – de voor velen ondoordringbare asielprocedure binnenstebuiten. Zowel het Ter Apel (het Nederlandse equivalent van Het Klein Kasteeltje in Brussel) als Oekraïne liggen op zijn pad. Hoewel de auteur de morele dilemma’s van het migratievraagstuk niet schuwt, krijgt de lezer niet de indruk met het vingertje te worden gewezen. Het resultaat is een ijzersterke reportage in boekvorm. Ook wie geen Grunbergfan is, zal zijn aforismen en andere kronkels er graag bijnemen.

Uitgeverij Pluim, 296 blz., 22,99 euro.

13. Kate Zambreno – Drang

Autofictie, een autobiografisch verhaal in fictievorm, beroert de literaire wereld al jaren. De Britse krant The Guardian vroeg zich in 2018 af of schrijvers zijn opgehouden met dingen te verzinnen en voortaan alleen nog maar puren uit hun privéleven. Volgens mij doet het er weinig toe welke vorm een roman aanneemt. Fictie of non-fictie: een boek mikt op het hoofd, hart en ziel. En dat doet Kate Zambreno in Drang. Op de een of andere manier wordt het verslavend om in het hoofd van het hoofdpersonage te blijven, ook al mijmert ze voor de zoveelste keer over Rainer Maria Rilke of over haar verplaatsing met het New Yorkse openbaar vervoer. We zitten al ver in het verhaal wanneer het leven van de verteller een ingrijpende verandering ondergaat. De mijmeringen die dan blijven binnenstromen, geven Drang een nog scherpere rand.

Uitgeverij Koppernik, 336 blz., 24,50 euro.

14. Michel Houellebecq – Vernietigen

Er is al veel gezegd en geschreven over de (aller)laatste worp van de Michel Houellebecq. Critici wijzen op de tijdsgeest, die sterk is veranderd sinds romans als Elementaire deeltjes en De kaart en het gebied. Gedijt de Fransman nog in een tijdperk waarin postmodernisme minder tot de verbeelding spreekt dan in de afgelopen decennia? Toch toont Vernietigen dat Houellebecq een van de relevantste schrijvers van zijn tijd blijft. Politiek, gezondheid, werkloosheid, digitalisering, terrorisme: Vernietigen gaat van het allerkleinste naar het allergrootste en terug. Houellebecq boetseert fictie van onze angsten en fantasieën zonder zijn gevoel voor ironie te verliezen. Al moet gezegd dat Vernietigen emotioneler en menselijker aanvoelt dat zijn voorgangers. Kijk voorbij de polemiek rond zijn persoon en léés Houellebecq.  

De Arbeiderspers, 576 blz., 29,99 euro.

15. Catherine Lacey – Biography of X

Catherine Lacey, de Amerikaanse die zich met onder meer The Answers (2017) en Pew (2020) al liet opmerken als een onmiskenbaar literair talent, zoekt resoluut het experiment op met deze fictionele biografie van de mysterieuze kunstenares X. Biograaf met dienst is X’ rouwende weduwe CM. In een poging om X postuum te doorgronden, gaat zij op zoek naar de roots van haar grote liefde, en naar wat haar dreef. Biography of X is een krachttoer. Met absurd gemak doorbreekt Lacey de grenzen van tijd, ruimte en plausibiliteit en verweeft ze feiten met fictie – vooral X’ ontmoetingen met onder anderen David Bowie en Susan Sontag blijven hangen. Foto’s, voetnoten en een literatuurlijst vol verzonnen boeken en artikels moeten de authenticiteit verhogen. Maar boven alles is Biography of X een intelligente, bezwerende roman over de zegeningen en de gruwel van de liefde, en over het allesverterende verdriet om een gestorven geliefde. 

Farrar, Straus and Giroux, 416 blz., 17,50 euro. 

16. Giuseppe Minervini – Krank

Ook West-Vlaming Giuseppe Minervini geeft in zijn kolossale romandebuut de echte naam van zijn hoofdpersonage niet prijs, en ook hij wandelt met forse stappen weg van de geijkte paden. In Krank draait alles om Ix, een gedetineerde die vanuit zijn cel een document richt aan de rechter die zijn lot in handen heeft. In verschillende stappen verneemt de lezer hoe Ix betrokken raakte bij de als terroristisch bestempelde Organisatie Liefgenezen, die revolteert tegen een samenleving die almaar meer in de greep raakt van algoritmes. Een filosofische roman: zo kun je Krank nog het eenvoudigst omschrijven. Minervini, filosoof van opleiding, giet niet alleen een bijzonder actueel thema in prikkelende taal, maar gaat samen met zijn wanhopige hoofdpersonage en de lezer op zoek naar wat het betekent om zich als mens te verhouden tegen een buitenwereld die als dreigend wordt ervaren. Een veelgelaagde roman die soms aanvoelt als een ware paniekaanval. En een masterclass ‘creatief omgaan met eigennamen’, dat ook. 

De Geus, 688 blz., 25,99 euro.

17. Carlo M. Cipolla – De wetten van menselijke stupiditeit

Niet nieuw en al evenmin recent, maar meer dan ooit stof tot nadenken: dit satirische, pseudowetenschappelijke essay uit 1976 dat de menselijke domheid in enkele fundamentele wetten giet. Want onze stupiditeit, vond de Italiaanse academicus Carlo M. Cipolla, is de grootste vijand van zowel mens als samenleving. En als we in al onze domheid dan toch beslissen om ons als lemmingen in de afgrond te storten, kunnen we maar beter eens goed om al die verdwazing lachen. Het ideale cadeau voor elke gelegenheid. 

AUP, 88 blz., 11,99 euro.

18. Walter De Raedt en Joris De Raedt – Roofvogels. De mooiste en machtigste dieren in de lucht

Vader en zoon Walter en Joris De Raedt, respectievelijk bioloog en begenadigd natuurillustrator, bundelden hun krachten voor dit prachtige boek over roofvogels, wereldwijd de heersers van het luchtruim, maar soms ook verborgen in het gebladerte van regenwouden. 

De schitterende, bijna levensechte portretten van zoon Joris worden begeleid door vaders deels droge, deels vertellende feiten en feitjes over het leven van de geselecteerde soorten. Je ziet niet alleen de kleinste details van het kleinste veertje, je leert ook van alles over de biologie van de betrokken soort. 

Zo verneem je dat de nagels van de harpij – een grote arend uit het Zuid-Amerikaanse woud – groter zijn dan de klauwen van een grizzlybeer, en dat het nest van een koppel zeearenden (sinds kort te zien in De Blankaart in Diksmuide) 600 kilogram kan wegen. 

Een schitterend geschenk, ook voor wie (nog) niet mee is met de wondere wereld van onze vogels.

Lannoo, 72 rijk geïllustreerde blz., 27,99 euro.

19. Colin Janssen en Jan Mees – De Onbekende Zee. Het belang van de oceaan voor mens en planeet

Twee van Vlaanderens meest eminente zeewetenschappers bundelden hun krachten om in een heldere taal het leven in de zee te schetsen en uit te leggen wat het voor ons betekent. Alle leven stamt oorspronkelijk uit de zee en het moet er goed toeven zijn, want de voorlopers van walvissen trokken na een – lang – tussenstation op het land weer het zeewater in. In volume is de oceaan met grote voorsprong de grootste biotoop op aarde. 

De mens is er nooit in geslaagd zich aan een marien bestaan aan te passen, maar dankzij technologische ontwikkelingen lukt het ondertussen om die oorspronkelijk onbruikbare biotoop te exploiteren en tegenwoordig zelfs te overexploiteren. De auteurs tonen overtuigend aan hoe gevaarlijk dat is, want we hebben de oceaan nodig als buffer tegen een verdere klimaatopwarming en als basisproducent van onze zuurstof.

Het boek is een must, niet alleen voor wie meer wil weten over de fascinerende onderwaterwereld, maar ook voor wie bezorgd is om een leefbare toekomst.

Academia Press, 299 blz., 24,99 euro.

20. Filip Van den Abeele – Technologie twijfelt ook. Dertien dilemma’s over innovatie en ethiek

We leven in een tijd waarin beleids- en andere lui om diverse redenen geen heil zien in een gedragstransitie om de uitdagingen van de toekomst, zoals de klimaatopwarming en de stikstofoverlast, te counteren. Ze zetten daarom al hun geld in op ‘technologie en innovatie’. Het kan geen kwaad om eens grondig te checken of dat een realistisch uitgangspunt is. Want als de technologie dan niet doet wat haar ontwikkelaars beloven, zitten we als mensheid met de gebakken peren.

Wetenschapper en ondernemer Filip Van den Abeele schetst ‘met open vizier’ de schaduwzijde van wetenschappelijke vooruitgang en technologische innovatie. Ze hebben ons veel welvaart gebracht, maar we zijn op het punt beland dat de slinger van effecten wat te ver aan het doorslaan is richting kommer en kwel. De vraag is of we de kwalijke effecten met – al dan niet nieuwe – technologische ontwikkelingen onder controle kunnen krijgen.

Van den Abeele heeft uiteraard ook aandacht voor de recentste onder de technologische doemscenario’s: de vraag of artificiële intelligentie een bedreiging voor de mensheid zal worden. 

Pelckmans, 608 blz., 27 euro.

21. Martha Claeys – Trots

Terwijl trots voor de oude Grieken een deugd was, werd diezelfde emotie onder het christendom plots de ergste van de zeven hoofdzonden, waar bovendien alle andere zonden uit voortvloeien. Tot op vandaag heerst er op heel wat plekken, zeker in Vlaanderen, een antitrotscultuur. Het zou iets zijn voor mensen die vooral zichzelf heel belangrijk vinden. Maar door er zo naar te kijken, blijven we volgens filosofe Martha Claeys blind voor een andere functie van trots. Om geëmancipeerd te raken, is immers ook een focus op het zelf nodig.

In dit boek pleit Claeys voor een herwaardering van trots. Aan de hand van voorbeelden laat ze zien hoe trots niet alleen kan leiden tot verschil (als manier om zich te onderscheiden), maar ook tot gelijkheid (als vraag naar erkenning). Ze moedigt de lezer aan om zelf op zoek te gaan naar wat de gronden zijn voor bepaalde emoties. ‘Als we emoties blijven afdoen als irrationeel, verliezen we een manier om te erkennen dat ze een grote rol spelen in de maatschappij, en is het moeilijk om goed en fout van elkaar te onderscheiden.’

Boom, 224 blz., 24,90 euro.

22. Bert Moerman – Shampoo

Net zoals de hitserie Succession een inkijk geeft in de geschiedenis van de familie Murdoch, doet Shampoo dat met de familie LePierre. Wanneer patriarch Paul besluit om het bestuur van zijn succesvolle shampoo-imperium over te dragen, staat hij voor een moeilijke keuze. Wordt het zijn dochter Lauren die het leven leidt dat ze geacht wordt te leiden, of zijn zoon Jerry, de eeuwige student die nooit eerder een echte job heeft gehad? Tijdens dat keuzeproces komen achterliggende familiedynamieken bloot te liggen en ontdek je als lezer wat er in het verleden gebeurd is. Uiteindelijk blijken zowel Paul, Lauren als Jerry ieder op hun manier weggevlucht van een traumatisch verlies en worden ze gaandeweg gedwongen om dat in de ogen te kijken. De derde roman van Bert Moerman bespreekt zwaardere onderwerpen dan zijn vorige boeken. Schuld, rouw en jaloezie komen uitgebreid aan bod. Ondanks de zware thema’s is Shampoo ook doorspekt met humor en loopt het over van de rake observaties.

Ambo/Anthos, 264 blz., 22,99 euro 

23. Caroline Criado Perez – Onzichtbare vrouwen

Dit boek kwam, aan het einde van de zomer en via de handen van collega Ann Peuteman, op mijn bureau terecht. Zij was net terug van vakantie, ik stond op het punt om te vertrekken. En ik moést dit boek lezen. Zo gebeurde het dat ik aan de rand van een zwembad leerde hoe de wereld grotendeels voor mannen is ontworpen en hoe vrouwen systematisch genegeerd worden. Aan de hand van een duizelingwekkend aantal voorbeelden en studies onthult journaliste Caroline Criado Perez de zogenaamde genderdatakloof. Een groot deel van de wereld is gestoeld op data, en die data komt vooral van mannen, die beschouwd worden als de norm. Zo komt het dat stemherkenning beter werkt als je een lagere, mannelijke stem hebt (omdat ze daarop getraind zijn), dat vrouwen 47 procent meer kans hebben op ernstige verwondingen bij een auto-ongeluk (omdat de crash dummy’s waarmee wagens getest worden gebaseerd zijn op een mannenlichaam) en dat vrouwen sneller sterven aan een hartaanval (omdat de symptomen die mannen ervaren beter herkend worden dan die van vrouwen). Vrolijk werd ik er niet van, maar om een probleem op te lossen, moet je het eerst kennen. 

Prometheus, 432 blz., 22,50 euro.

24. Rachel Aviv – Vreemden voor onszelf

Onder een titel waarin iedereen zich wel eens kan herkennen, bundelt Rachel Aviv zes portretten van ‘gewone’ mensen, om dat verschrikkelijke woord dan maar te gebruiken. Die mensen – een succesvolle dokter, een vrouw uit Indië, een zwarte moeder uit Minnesota – hebben allemaal gemeen dat iets in hun hoofd met hun hele leven aan de haal ging. Ze hebben allen zware, psychische problemen. Aviv, een journaliste, doet verslag van die getormenteerde levens op indrukwekkend meticuleuze wijze. Het is ontroerend dat de complexiteit van wat anders anonieme biografieën waren gebleven hier recht wordt gedaan, maar ook gewoon interessant om de verschillende omgangen met psychische aandoeningen te zien. Het eerste portret in het boek gaat over Aviv zelf en haar strijd als tiener met anorexia. (Rachel Aviv wordt wel eens vergeleken met Janet Malcolm. Van haar hand verscheen dit jaar ook, postuum, Still Pictues, een heerlijk kleinood voor haar fans.) 

Atlas Contact, 288 blz., 24,99 euro.

25. Tom Crewe – Het nieuwe leven

Tom Crewe maakt met zijn debuut een historische roman van de levens van John Addington en Henry Ellis, rond het einde van de negentiende en het begin van de twintigste eeuw in Engeland. Addington, een schrijver, is heimelijk homoseksueel; Ellis, progressief intellectueel, is getrouwd met een vrouw die eigenlijk lesbisch is. In een land waar homoseksualiteit verboden is, besloten zij samen een ‘wetenschappelijk’ boek vol getuigenissen te schrijven over die seksuele geaardheid. Het zijn helden, natuurlijk, maar een goed deel van The New Life gaat over de ruzies die de twee heren hebben en de dilemma’s van hun strijd. Het is soms ingewikkeld om een held te zijn. Crewes’s roman bevat, voorts, ook een aantal indringende seksscènes. 

De Arbeiderspers, 408 blz., 29,99 euro.

26. D. T. Max – Finale, Late Conversations with Stephen Sondheim

Net als elk jaar stond er in 2023 weer een boeketje musicalhits van Stephen Sondheim (Being aliveLosing my mindI’m still here!) in mijn Spotify-wrapped. Ik was dus al meteen verkocht toen D. T. Max, een journalist van The New Yorker, deze bundel met gesprekken uitbracht die hij aan het eind van het leven van Sondheim met de musicalgigant had. Het is geweldig om iemand op zo’n moment nog zo uitgebreid aan het woord te horen, maar Finale is beter dan dat. Sondheim probeert in die periode een allerlaatste musical af te werken, waar hij nooit echt in slaagt. Het is pijnlijk mooi om hem daarmee te zien worstelen. Het verslag dat Max tussendoor doet van de manier waarop de gesprekken tot stand kwamen, is dan weer erg amusant.  

Harper, 240 blz., 20.99 $.

27. Carmelo Romero Salvador – Caciques y caciquismo en España (1834-2020)

Het caciquismo (spreek uit: casicismo) behoort tot de historische ‘males de la patria’ van Spanje: een alomvattend systeem, zeker in rurale streken, van politieke patronage en dienstbetoon, waar tot in het kleinste gehucht plaatselijke zetbazen werkelijk alles regelen. Dit dunne maar briljante boekje verbreidt de scoop: dergelijke netwerken dien(d)en vooral om machtige families decennia- en zelfs eeuwenlang te verzekeren van een continue machtsdeelname. Ik las het deze zomer aan een zwembad in Tenerife, de parallellen met bepaalde aspecten van Open VLD waren treffend: families die vaak al driekwart eeuw of langer de macht bezetten. Einde oktober verscheen de weerslag in Knack: ‘Oorlog bij de clans van Open VLD’. Op de achtergrond klonken castagnetten.

Los libros de la Catarata, 208 blz., 17 euro.

Ook inbegrepen in uw Knack-abonnement

Natalies ovengerechten: ideaal voor die drukke avonden
dankzij Libelle Lekker.
Maak ze klaar

28. Koen Aerts e.a. – De publieke historicus Bruno De Wever en zijn vak

Tot verrassing van velen koos Bruno De Wever (UGent) dit jaar al op zijn 63ste voor het emeritaat. In dit land is De Wever namelijk de belangrijkste historicus van zijn generatie. Vooral de beladen geschiedschrijving van de Tweede Wereldoorlog, wat eraan voorafging en eruit volgde, ontdeed hij van politieke vooroordelen, ideologische tweekampen en communautaire achterhoedegevechten. Vandaar dit ‘feestschrift’. Zeker het eerste hoofdstuk is een goed geschreven, zeer inzichtelijke must-read, omdat het Bruno De Wever zelf ontmythologiseert: de jonge historicus heeft een hele evolutie moeten ondergaan voor hij in helemaal in het reine kwam met de inzichten die de Belgische geschiedschrijving in een nieuwe plooi hielpen leggen.

De andere hoofdstukken zijn van wisselender niveau, soms ronduit dweperig. Alsof voor historici Bruno evenzeer De Leider is waarvoor N-VA’ers zijn broer Bart nemen. En dat de paar ‘dissidente’ historici die dit jaar hielpen bij Het Verhaal van Vlaanderen en vooral de Canon van Vlaanderen (waar De Wever tegen was) ook in dit volume de shaming and blaming van vakgenoten moeten ondergaan, is de zoveelste illustratie hoezeer een deel van de academische historici zich vastliep in een boerenkrijg met weinig manieren en perspectief.

Lannoo , 256 pagina’s, 29,99 euro.

29. Koen Bogaert – In het spoor van Fanon. Orde, wanorde, dekolonisering

Met stip krijgt In het spoor van Fanon van Koen Bogaert (UGent) de Prijs van het Meest Consequente Boek. En tegelijk van het meest radicale, en het moeilijkst verteerbare. De auteur beschrijft de strijd van de kolonisering en schaart zich daarin, als ‘witte schrijver’, aan de kant van de gekleurde stemmen, de gekoloniseerden, de slaafgemaakten. Bogaert fileert de halfwassen pogingen tot dekolonisatie, wijt de mislukking om tot een totale dekolonisatie te komen aan de blijvende macht van het neoliberale model, daarom dat we eerst dat moeten kraken om ‘er’ te komen – waar ‘er’ is, weet hij ook niet. Revoluties lopen nu eenmaal uit in chaos.

Het charmante – of eerder: intellectueel prikkelende – aan de Gentse politicoloog is dat hij het antikolonialisme tot de ultieme consequenties doortrekt. Tegelijk krijg je het gevoel dat de uitkomst niet anders kan zijn dan een Culturele Revolutie: radicaal, chaotisch, ‘fris’ voor de revolutionair die de oude orde zelf mag afknallen, desastreus voor de meeste andere partijen. Dat is de consequentie van de radicale optie. Ik ben minstens drie keer aan een recensie beginnen te schrijven, ik kreeg ze nooit af. Mijn eindoordeel zou telkens opnieuw vernietigend zijn, en dat voor een origineel, doordacht en best dapper boek.   

Epo, 240 pagina’s, 24,90 euro.

Het liefst van al las ik eigenlijk Ilja Leonard Pfeijffer, Alcibiades, De Arbeiderspers, 900 pagina’s, 34,90 euro (fictie) en Paul Goossens, De ongelijkheidsmachine, EPO, 584 pagina’s, 34,9 euro (nonfictie). Maar die kregen her en der al zo veel aandacht.

30. Jan Rotmans en Mischa Verheijden – Omarm de chaos

De waarheid is wat ze is: de komende decennia worden onstuimig en onzeker en de transitie naar een duurzamere wereld zal onprettig zijn. Jan Rotmans, de Nederlandse hoogleraar transitiekunde aan de Erasmus University in Rotterdam, legt in tien domeinen – waaronder klimaat, zorg, voeding en financiën – haarfijn uit hoe onze wereld eraan toe is en, toegegeven, het ziet er allemaal niet erg fraai uit. De polycrisis die we vandaag beleven belichaamt het einde van een krakend 19e eeuws economisch systeem dat de menselijke waarden heeft verloochend.

Helaas zullen we onszelf eerst nog een stuk verder in de vernieling moeten rijden voor we als mensheid echt uit de startblokken schieten, meent Rotmans. Toch is de auteur hoopvol: hoe erger het wordt, hoe groter het kantelpunt. Chaos biedt kansen en uit de crisis kan iets moois bloeien: een nieuw tijdperk met nieuwe systemen die wél begaan zijn met het welzijn van de mens en niet met knalharde en kille doelstellingen als rendement. Alleen zullen we daarvoor de pijn eerlijk moeten verdelen en vooral vertrouwen hebben in elkaar. 

De Geus, 304 blz., 29,99 euro.

31. Sam Proesmans – Wat maakt het uit?

Maakt het uit als ik minder het vliegtuig neem, terwijl de rest van de wereld duchtig blijft vliegen? Maakt het uit als ik minder vlees eet, terwijl iedereen rondom mij geniet van een biefstuk? Of maakt het uit als ik stop met roken of drinken? We krijgen toch van alles kanker. Iedereen heeft zichzelf die vragen al eens gesteld. Ook spoedarts Sam Proesmans worstelt ermee. Wat is de impact van ons gedrag op de wereld en op onze eigen gezondheid? Simpel. Hoe klein en futiel je eigen gedrag ook mag lijken, het maakt wel degelijk iets uit.

Individuele acties zorgen ervoor dat we als samenleving kunnen blijven functioneren. Het zorgt voor een katalysator en zelfs een sneeuwbaleffect door anderen te inspireren. Alleen, iemand moet de eerste stap zetten. Zorgen voor onze planeet heeft ook rechtstreeks invloed op onze eigen gezondheid. Want laat het duidelijk zijn: de klimaatcrisis is meer dan ooit een gezondheidscrisis. Daarom vindt Proesmans dat we samen het bad in moeten. Hij pleit voor solidariteit, algemene gezondheidsgeletterdheid en een preventieve gezondheidszorg, want enkel met een sterke volksgezondheid kunnen we de uitdagingen van de toekomst aan. 

 Pelckmans, 240 blz., 24,50 euro. 

32. Eva Kestemont – Verbeterd recept

2023 was het jaar waarin ‘ultrabewerkte voeding’ hoog op de politieke agenda kwam. Dankzij het voedingsexperiment van Knack, waarbij enkele journalisten een maand lang alle fabrieksvoeding van het menu schrapten, werden heel wat mensen met de neus op de feiten gedrukt. Veel van wat op ons bord ligt, wordt eigenlijk gemaakt in een laboratorium door voedingstechnologen. En we hebben geen idee wat dat allemaal met ons lichaam doet.

Voor wie ‘ultrabewerkte voeding’ nog een onbekend begrip is, legt voormalig Knack Weekend-journalist Eva Kestemont in heldere en meeslepende taal uit waarom niet alles wat gezond lijkt dat effectief ook is. Ze duikt in de kookpotten van de voedingsindustrie, ontdekt waarom mensen die fabrieksvoeding eten meer kwik en cadmium in hun bloed hebben en verklaart wat al die E-nummers betekenen.

Maar vooral, ze verzekert ons dat we echt geen kant-en-klare maaltijd of broodje smos achterover hoeven te slaan als we weer eens van hot naar her moeten rennen. Geen enkel excuus om niet zelf vers te koken blijft na het lezen van dit boek overeind. U krijgt bovendien eenvoudige en snelle recepten voor gezondere en smakelijkere alternatieven voor fabrieksvoeding.

Ertsberg, 168 blz., 27,50 euro. 

33. Harald Jähner – Hoogteroes

In Hoogetroes, een lijvig boek over de Weimarrepubliek, doet de Duitse historicus Harald Jähner zo’n beetje hetzelfde als wat hij in zijn vorige boek Wolfstijd als eens had gedaan. Door populaire liedjes, modemagazines, films, dagboeken en foto’s te gebruiken als bron schrijft hij geschiedenis die je in staat stelt die geschiedenis nog veel beter te begrijpen. Om maar één belangrijk inzicht te noemen: een deel van het Duitsland van honderd jaar geleden was ongelofelijk modern, en experimenteerde met genderrollen, architectuur en dans. Een ander deel was aartsconservatief en koesterde zijn minachting en angst. Een gesprek of consensus bleek niet meer mogelijk. Het leidde tot een polarisering met rampzalige gevolgen. Het is een polarisering die soms akelig veel op de onze lijkt.

De Arbeiderspers, 624 blz. 37,50 euro.

34. Jan Hertoghs – Alles voor de Kempen

Jan Hertoghs is een jongen van de stad, maar zijn grootvader was postmeester in Tielen. Zo leerde hij als kind de Kempen kennen. Zoveel jaar later gaat hij op zoek naar het hart en de nieren van een vergeten streek. Alles voor de Kempen is een meesterwerk: soms ontroerend, soms geestig. Vroeger zag ik weinig heil in de Kempen, maar nu plan ik ook een expeditie.

Tzara, 152 blz., 22,5 euro.

35. Ingrid Vander Veken – Verloren

Soms ontstaan boeken bij toeval: als de bovenburen je een doos geven met oorlogsbrieven van een vergeten vrouw die eindigde in Auschwitz, bijvoorbeeld. In Verloren gaat de auteur op zoek naar het leven van de Joodse vrouw Liesje Andriesse en haar familie. Ze was geen president of belangrijke vrouw, zoals de schrijver zelf meldt, maar misschien net daarom boeit dit boek zo. En ook wel omdat het meesterlijk neergeschreven is door Ingrid Vander Veken. 

Vrijdag, 208 blz., 24,5 euro.

36. Jean Ray en Lieven Tavernier – Het huwelijk van juffrouw Bonvoisin en andere Gentse verhalen

Het leven van Jean Ray, schrijver van fantastische verhalen, verdient een film. Maar gelukkig is er nu een boek dat ik altijd beter zal vinden dan de film die nog moet gemaakt worden. Met dank aan de ervaren gids, zijn stadsgenoot-zanger Lieven Tavernier, die meteen ook een paar heerlijke Ray-verhalen serveert. 

Standaard Uitgeverij, 139 blz., 24,99 euro. 

37. Andrea Wulf – Rebelse genieën. De eerste romantici en de uitvinding van het ik

Vergeet Parijs. De échte revolutie van de jaren 1790 vond plaats in Jena, een wat slaperige Duitse universiteitsstad. De rebellen van dienst waren geen soldaten of politici maar dichters, toneelschrijvers, filosofen en wetenschappers. Van Goethe en Schiller tot Schelling, Hegel en Alexander von Humboldt. De spil van dat eigenzinnige en briljante clubje hemelbestormers was een vrouw: de vrijgevochten Caroline Schlegel.

Rebelse genieën, een historisch relaas dat leest als een meeslepende roman, vertelt het verhaal van het ontstaan van de Romantiek. Aan de hand van de onconventionele levens en liefdes van de hoofdpersonages beschrijft Andrea Wulf hoe het komt dat de mens zichzelf in die periode als het middelpunt van alles is gaan beschouwen, hoe individuele vrijheden zijn ontstaan en hoe dun de lijn tussen egoïsme en vrije wil wel niet is.

Atlas Contact, 608 blz., 29,99 euro.

38. Filip Rogiers – Nagenoeg

Nagenoeg is het poëziedebuut van schrijver en oud-journalist Filip Rogiers, die onlangs naar het onderwijs overstapte. Net zoals een groot deel van zijn prozawerk gaan de gedichten vooral over het menselijk tekort. In en tussen de even heldere als gebalde dichtregels kom je als lezer telkens weer de struikelende mens – en daarmee ook jezelf – tegen. Toch als je al lang genoeg hebt geleefd om er echt van te kunnen proeven.

Rogiers heeft jarenlang aan de gedichten geschaafd. Vakkundig heeft hij zijn taal uitgepuurd en zijn gedichten laag na laag opgebouwd. Als lezer ben je soms wat bang om aan het bovenste laagje te krabben – nooit weet je wat je eronder zult vinden. Het is een beetje zoals in Zand, misschien wel mijn favoriete gedicht uit de bundel:

Over het oude zand

komt het witste zand

rul en opzwepend

wenst het niet te weten

wat het onder zich houdt

vooral wil het vergeten

waarheen alle zand gaat

tot het zwaar en duister

ander zand vergaart

Poëziecentrum, 63 blz., 21 euro.

39. Claire Keegan – Op het allerlaatste moment

The Irish Times noemt So late in the day van de Ierse schrijfster Claire Keegan ‘een minimeesterwerk over mannen en vrouwen’ en dat is het ook echt. In dit kortverhaal mijmert de hoofdpersoon over een vrouw met wie hij zijn leven had kunnen doorbrengen als hij op een bepaald moment een andere beslissing had genomen. De hele avond, die hij eigenlijk alleen met een fles champagne en de televisie had willen doorbrengen, dringen de herinneringen aan haar en aan andere vrouwen zich aan hem op.

Zoals altijd gebruikt Keegan geen woord te veel, maar net door die talige spaarzaamheid komt haar relaas zo meedogenloos binnen. In februari verschijnt de Nederlandse vertaling met als titel Op het allerlaatste moment. Wie daar niet op wil wachten, kan het natuurlijk nu al in het Engels lezen of begint ondertussen aan de al even fenomenale verhalen Dit soort kleinigheden en Pleegkind. Maar wees gewaarschuwd: wie aan Keegan begint, wil binnen de kortste keren álles van haar lezen.

Faber & Faber, 64 blz., 10,37 euro.

40. Nando Broers – Het Plan. Hoe Team Jumbo-Visma de beste wielerploeg ter wereld werd

Een boek op het perfecte moment lanceren, het is niet vanzelfsprekend. De Nederlandse journalist Nando Boers en zijn uitgeverij Ambo/Anthos deden het, toen ze net voor de Tour van 2023 ‘Het Plan’ op de markt brachten. Een boek over hoe Jumbo-Visma in zes jaar tijd was uitgegroeid van lachertje van het peloton tot de beste wielerploeg van de wereld, met als ultieme bekroning de Tourzege van Jonas Vingegaard in 2022. Een dominantie die Jumbo-Visma in 2023 voortzette met een unieke zegetrilogie in de Giro, Tour én de Vuelta.

Mooie reclame voor ‘Het Plan’, het resultaat van drie jaar lang meelopen in de coulissen van de Nederlandse ploeg. Geen vergadering, training of koers waar Boers niet bij mocht zijn. Zo kreeg hij inzichten in de denkwijzes van Wout van Aert en co, de tactische plannen, de harde communicatiecultuur en de innovatieve, hyperwetenschappelijke aanpak van Jumbo-Visma, waarbij het collectieve geheel altijd vooropstaat. Dat wordt soms iets te veel herhaald, maar verder ontvouwt Boers mooi het grote masterplan.

Ambo/Anthos, 376 blz., 25 euro.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content