Daniel Glattauer – Goed tegen noordenwind
Brievenboeken, althans romans-in-briefvorm, zijn een zeldzaamheid geworden, net zoals brieven zelf – maar ondertussen is er ook de e-mailroman. Goed tegen noordenwind van de Oostenrijker Daniel Glattauer is meteen een erg goede.
Daniel Glattauer – Goed tegennoordenwind
Uit het Duits vertaald door Gerrit Bussink
Uitgeverij: Wereldbibliotheek, Amsterdam
Aantal pagina’s: 221
ISBN: 978-90-284-2266-7
Internet: Daniel Glattauer.com
Brievenboeken, althans romans-in-briefvorm, zijn een zeldzaamheid geworden, net zoals brieven zelf – maar ondertussen is er ook de e-mailroman. Goed tegen noordenwind van de Oostenrijker Daniel Glattauer is meteen een erg goede.
Niet alleen is dit een ongewoon liefdesverhaal, dat de doorgaans tergende onbeduidendheid van dat genre achter zich laat, zeker tot in de helft van het boek weet Glattauer het ook regelrecht spánnend te maken. Vervolgens wikkelt hij de partij behendig af naar een zeer bevredigend eindspel.
Voor cerebraliteit hoeft hierbijoverigens niet te worden gevreesd. Glattauer is gewoon een erg slimme schrijver.
Het begint allemaal met een mailtje dat E. Rothner niet naar het blad Like stuurt, zoals ze denkt, maar naar ene Leo Leike. Ze raken schriftelijk met elkaar in gesprek – waarbij het helpt dat hij communicatieadviseur en universitair medewerker taalpsychologie is, en zij websites ontwerpt: allebei mensen dus die ook professioneel met taal bezig zijn. Zodat het boek qua toon zeer naturel aan blijft doen, zonder dat je er vervelende naturalismen als kromtaal, vertikkingen en spelfouten bij hoeft te nemen.
Emmi Rothner is gelukkig getrouwd, beweert ze meer dan eens. Waarom gaat ze dan steeds intensiever mailen met deze sinds kort weer vrijgezelle Leo Leike? En komt het ook echt tot die ontmoeting in levenden lijve die na enige tijd steeds nadrukkelijker als einddoel van deze virtuele verhouding in beeld komt?
Het alleraardigste aan dit meer dan aardige boek is misschien nog wel hoe zowel Emmi als Leo overtuigend tot leven komt – en hoe hij haar, met haar onbewust wat neerbuigende instelling tegenover mannen, soms subtiel op haar nummer zet. ‘Ik zoen ongeveer zoals ik schrijf’, deelt hij op zeker ogenblik mee.
Dat die zin op die plaats in het boek niet idioot, maar juist heel plausibel en zinnig klinkt, is zeker niet Glattauers geringste verdienste.
Herman Jacobs
Romans
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier