Chris De Stoop wil ook in zijn nieuwste boek ‘Hemelrijk’ de vinger op de schrijnende wonde leggen
Hemelrijk, over de industrie genaamd bejaardenzorg, is niet het beste werk van Chris De Stoop. Zit het té dicht op de actualiteit? Of komt het omdat zijn onderwerp minder verrassend is?
Vorige week in het nieuws: twee woonzorgcentra van de Orpea-groep worden door de inspectie op de vingers getikt omdat er heel wat fout loopt. Mensen krijgen de zorg of de medicijnen niet die ze nodig hebben, kunnen niet in bad en worden verwaarloosd. De oorzaak, zoals steeds, de financiële knip en het tekort aan verplegend personeel. Of is er meer aan de hand?
Oud Knack-journalist Chris De Stoop denkt alvast van wel. Acht jaar lang was hij mantelzorger voor zijn moeder die in een wzc in Sint-Niklaas zat – overigens geen deel van de Orpea-groep. Hij voedde haar, duwde haar rolstoel over de Grote Markt, ging mee in haar verhalen en loste zijn schuld een beetje in, zoals hij schrijft in zijn nieuwe boek Hemelrijk. Hij voelde zich niet op zijn plaats in de cafetaria, maar was uiteindelijk blij dat zijn moeder stierf voor de coronacrisis uitbrak.
Die komt in een tweede verhaallijn aan bod, wanneer De Stoop vertelt over Guido, de verzekeringsmakelaar uit Mol wiens moeder in wzc Hemelrijck zat en die de wereldpers haalde als ‘de superverspreider-sint’. In het gezelschap van twee pieten bracht Guido begin december 2020 corona binnen in Hemelrijck. Goed een maand later waren 34 van de 169 residenten dood. De media sprongen op Guido als een kat op een muis. Ook al zei viroloog Marc Van Ranst dat onderzoek in het Rega-instituut allerminst uitsluitsel gaf over de bron van de besmetting, toch moest Barbertje hangen.
Tijdens de eerste coronagolven is er heel wat fout gegaan in de woonzorgcentra, toont De Stoop. Residenten werden van hun zelfbeschikkingsrecht beroofd, besmette en onbesmette mensen zaten op de dementieafdelingen bij elkaar en ziekenhuizen weigerden bejaarden op te nemen, waardoor ze veel doden op hun geweten hebben. Dat lokale dokters konden beslissen of iemand al dan niet naar een ziekenhuis mocht, doet de wenkbrauwen fronsen. Maar De Stoop stopt niet bij de particuliere gevallen. Net zoals hij in vorige boeken op zoek ging naar de mechanismen achter vrouwenhandel (Ze zijn zo lief, meneer), het verdwijnen van Doel (De bres) of de perfide economische logica die tot verwaarlozing, sociale uitsluiting en morele degeneratie leidt (Het boek Daniël), wil hij ook hier de vinger op de schrijnende wonde leggen. Zijn onderwerp is uiteindelijk altijd vereenzaming.
Het onderwerp van Chris De Stoop is uiteindelijk altijd vereenzaming.
Aan het verplegend personeel zal het alvast niet liggen, schrijft De Stoop. Op het hoogtepunt van de corona-uitbraak was zo goed als iedereen besmet in Hemelrijck, ook het zorgpersoneel, maar zij bleven werken. Veel problematischer is de steriele manier waarop de zorg voor onze ouders en grootouders georganiseerd wordt. Rusthuizen zijn deel gaan uitmaken van grote internationale groepen die via sale-and-lease-back nog meer geld vrijmaken om grip te krijgen op de industrie genaamd bejaardenzorg.
Hemelrijk is niet het beste werk van De Stoop. Zit het té dicht op de actualiteit? Of komt het omdat zijn onderwerp minder verrassend is? Het boek Daniel was minder herkenbaar. Van die oude zonderlinge oom van De Stoop, die stierf met het beeld van Onze Lieve Vrouw in zijn armen, ging een kracht maar ook een kwetsbaarheid uit die geen enkel personage uit Hemelrijk kan evenaren.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier