Boekrecensie: Steendam en Vanbrabant verdedigen Cubaans klimaatplan met hand en tand
Cuba is het enige land ter wereld met een klimaatplan dat tot in 2100 loopt. Julie Steendam en Isabelle Vanbrabant houden een pleidooi voor de politisering van de ecologische problematiek.
Wie erbij was, zal hem nooit vergeten, die dag in 1992 toen Fidel Castro op de Earth Summit in Rio de Janeiro de kortste speech uit zijn carrière gaf. Vijf minuten sprak de man die er normaal gezien een paar uur over deed om gezegd te krijgen wat hij bedoelde, en wat hij zei was ook nog eens relevant: dat de mens zichzelf aan het uitroeien was. Cuba was een van de eerste landen met een ecologisch bewustzijn, beweren Julie Steendam en Isabelle Vanbrabant in hun boek 100 jaar om de zee te stoppen, en dat komt vooral door het communistische systeem. Dat denkt in termen van collectiviteit en voorziet gratis onderwijs voor iedereen, waardoor de bevolking naar Centraal- en Zuid- Amerikaanse maatstaven veel beter op de hoogte is van wat er speelt.
De auteurs zijn believers, en dat komt hun boek niet altijd ten goede.
Hoezeer het land zich bewust is van de klimaatverandering, mag blijken uit het Tarea Vida-plan, dat in 2017 werd voorgesteld. Het tekent voor de hele 21e eeuw het traject uit van de acties die ondernomen moeten worden om Cuba overeind te houden – of boven water, want tegen 2100 zou de zee drie meter hoger kunnen komen dan vandaag. Tarea Vida, uniek in de wereld, voorziet vooral in adaptatie, zoals het herhuisvesten van 83.000 mensen wier woning bedreigd is door de stijgende zeespiegel, het aanpassen en verplaatsen van de landbouw om aan de verzilting van de grond te ontsnappen en herbebossing.
Grandioos plan, dachten Steendam en Vanbrabant, maar hoe vlot het in de praktijk? En dus vertrok de eerste voor een paar maanden naar Cuba. De tweede dook de boeken in om meer informatie in te winnen over de geschiedenis en de economie van het land dat een illustratie is van het aloude gezegde dat noodzaak de moeder is van de uitvinding. Want wat blijkt? Nogal wat ecologisch verantwoorde ingrepen zijn er gekomen door het wegvallen van de Sovjet-Unie als leverancier van pesticiden en de decennialange economische boycot van de Verenigde Staten die ervoor zorgt dat olie en wisselstukken voor machines schaars zijn in Cuba. Dat het land veel groene stroom verbruikt – naar schatting 30 procent van het geheel – is dus geen rationele keuze.
Steendam en Vanbrabant zijn duidelijk believers, en dat komt hun boek niet altijd ten goede. Veel concrete cijfers bevat het niet. Het gaat vaak over plannen, en dat die niet altijd werkelijkheid worden, lees je alleen in een korte paragraaf aan het einde van een hoofdstuk. Als er wel cijfers gegeven worden, zijn die soms wat ontstellend. Zo blijkt een kwart van de Cubaanse bevolking actief in de landbouw, en toch moet het land het grootste deel van zijn voeding invoeren. Het werpt een schril licht op hun pleidooi voor een politisering van de ecologische problematiek.