Van chaotische revoluties tot ultrabewerkte voeding: dit zijn de beste boeken van 2023 volgens de Knack-redactie (4)

Geen eindejaar zonder eindejaarslijstjes. Welke boeken lazen onze journalisten dit jaar het liefst?  

WALTER PAULI

1. Carmelo Romero Salvador – Caciques y caciquismo en España (1834-2020)

Het caciquismo (spreek uit: casicismo) behoort tot de historische ‘males de la patria’ van Spanje: een alomvattend systeem, zeker in rurale streken, van politieke patronage en dienstbetoon, waar tot in het kleinste gehucht plaatselijke zetbazen werkelijk alles regelen. Dit dunne maar briljante boekje verbreidt de scoop: dergelijke netwerken dien(d)en vooral om machtige families decennia- en zelfs eeuwenlang te verzekeren van een continue machtsdeelname. Ik las het deze zomer aan een zwembad in Tenerife, de parallellen met bepaalde aspecten van Open VLD waren treffend: families die vaak al driekwart eeuw of langer de macht bezetten. Einde oktober verscheen de weerslag in Knack: ‘Oorlog bij de clans van Open VLD’. Op de achtergrond klonken castagnetten.

Los libros de la Catarata, 208 blz., 17 euro.

2. Koen Aerts e.a. – De publieke historicus Bruno De Wever en zijn vak

Tot verrassing van velen koos Bruno De Wever (UGent) dit jaar al op zijn 63ste voor het emeritaat. In dit land is De Wever namelijk de belangrijkste historicus van zijn generatie. Vooral de beladen geschiedschrijving van de Tweede Wereldoorlog, wat eraan voorafging en eruit volgde, ontdeed hij van politieke vooroordelen, ideologische tweekampen en communautaire achterhoedegevechten. Vandaar dit ‘feestschrift’. Zeker het eerste hoofdstuk is een goed geschreven, zeer inzichtelijke must-read, omdat het Bruno De Wever zelf ontmythologiseert: de jonge historicus heeft een hele evolutie moeten ondergaan voor hij in helemaal in het reine kwam met de inzichten die de Belgische geschiedschrijving in een nieuwe plooi hielpen leggen.

De andere hoofdstukken zijn van wisselender niveau, soms ronduit dweperig. Alsof voor historici Bruno evenzeer De Leider is waarvoor N-VA’ers zijn broer Bart nemen. En dat de paar ‘dissidente’ historici die dit jaar hielpen bij Het Verhaal van Vlaanderen en vooral de Canon van Vlaanderen (waar De Wever tegen was) ook in dit volume de shaming and blaming van vakgenoten moeten ondergaan, is de zoveelste illustratie hoezeer een deel van de academische historici zich vastliep in een boerenkrijg met weinig manieren en perspectief.

Lannoo , 256 pagina’s, 29,99 euro.

3. Koen Bogaert – In het spoor van Fanon. Orde, wanorde, dekolonisering

Met stip krijgt In het spoor van Fanon van Koen Bogaert (UGent) de Prijs van het Meest Consequente Boek. En tegelijk van het meest radicale, en het moeilijkst verteerbare. De auteur beschrijft de strijd van de kolonisering en schaart zich daarin, als ‘witte schrijver’, aan de kant van de gekleurde stemmen, de gekoloniseerden, de slaafgemaakten. Bogaert fileert de halfwassen pogingen tot dekolonisatie, wijt de mislukking om tot een totale dekolonisatie te komen aan de blijvende macht van het neoliberale model, daarom dat we eerst dat moeten kraken om ‘er’ te komen – waar ‘er’ is, weet hij ook niet. Revoluties lopen nu eenmaal uit in chaos.

Het charmante – of eerder: intellectueel prikkelende – aan de Gentse politicoloog is dat hij het antikolonialisme tot de ultieme consequenties doortrekt. Tegelijk krijg je het gevoel dat de uitkomst niet anders kan zijn dan een Culturele Revolutie: radicaal, chaotisch, ‘fris’ voor de revolutionair die de oude orde zelf mag afknallen, desastreus voor de meeste andere partijen. Dat is de consequentie van de radicale optie. Ik ben minstens drie keer aan een recensie beginnen te schrijven, ik kreeg ze nooit af. Mijn eindoordeel zou telkens opnieuw vernietigend zijn, en dat voor een origineel, doordacht en best dapper boek.   

Epo, 240 pagina’s, 24,90 euro.

Het liefst van al las ik eigenlijk Ilja Leonard Pfeijffer, Alcibiades, De Arbeiderspers, 900 pagina’s, 34,90 euro (fictie) en Paul Goossens, De ongelijkheidsmachine, EPO, 584 pagina’s, 34,9 euro (nonfictie). Maar die kregen her en der al zo veel aandacht.

TRUI ENGELS

1. Jan Rotmans en Mischa Verheijden – Omarm de chaos

De waarheid is wat ze is: de komende decennia worden onstuimig en onzeker en de transitie naar een duurzamere wereld zal onprettig zijn. Jan Rotmans, de Nederlandse hoogleraar transitiekunde aan de Erasmus University in Rotterdam, legt in tien domeinen – waaronder klimaat, zorg, voeding en financiën – haarfijn uit hoe onze wereld eraan toe is en, toegegeven, het ziet er allemaal niet erg fraai uit. De polycrisis die we vandaag beleven belichaamt het einde van een krakend 19e eeuws economisch systeem dat de menselijke waarden heeft verloochend.

Helaas zullen we onszelf eerst nog een stuk verder in de vernieling moeten rijden voor we als mensheid echt uit de startblokken schieten, meent Rotmans. Toch is de auteur hoopvol: hoe erger het wordt, hoe groter het kantelpunt. Chaos biedt kansen en uit de crisis kan iets moois bloeien: een nieuw tijdperk met nieuwe systemen die wél begaan zijn met het welzijn van de mens en niet met knalharde en kille doelstellingen als rendement. Alleen zullen we daarvoor de pijn eerlijk moeten verdelen en vooral vertrouwen hebben in elkaar. 

De Geus, 304 blz., 29,99 euro.

2. Sam Proesmans – Wat maakt het uit?

Maakt het uit als ik minder het vliegtuig neem, terwijl de rest van de wereld duchtig blijft vliegen? Maakt het uit als ik minder vlees eet, terwijl iedereen rondom mij geniet van een biefstuk? Of maakt het uit als ik stop met roken of drinken? We krijgen toch van alles kanker. Iedereen heeft zichzelf die vragen al eens gesteld. Ook spoedarts Sam Proesmans worstelt ermee. Wat is de impact van ons gedrag op de wereld en op onze eigen gezondheid? Simpel. Hoe klein en futiel je eigen gedrag ook mag lijken, het maakt wel degelijk iets uit.

Individuele acties zorgen ervoor dat we als samenleving kunnen blijven functioneren. Het zorgt voor een katalysator en zelfs een sneeuwbaleffect door anderen te inspireren. Alleen, iemand moet de eerste stap zetten. Zorgen voor onze planeet heeft ook rechtstreeks invloed op onze eigen gezondheid. Want laat het duidelijk zijn: de klimaatcrisis is meer dan ooit een gezondheidscrisis. Daarom vindt Proesmans dat we samen het bad in moeten. Hij pleit voor solidariteit, algemene gezondheidsgeletterdheid en een preventieve gezondheidszorg, want enkel met een sterke volksgezondheid kunnen we de uitdagingen van de toekomst aan. 

 Pelckmans, 240 blz., 24,50 euro. 

3. Eva Kestemont – Verbeterd recept

2023 was het jaar waarin ‘ultrabewerkte voeding’ hoog op de politieke agenda kwam. Dankzij het voedingsexperiment van Knack, waarbij enkele journalisten een maand lang alle fabrieksvoeding van het menu schrapten, werden heel wat mensen met de neus op de feiten gedrukt. Veel van wat op ons bord ligt, wordt eigenlijk gemaakt in een laboratorium door voedingstechnologen. En we hebben geen idee wat dat allemaal met ons lichaam doet.

Voor wie ‘ultrabewerkte voeding’ nog een onbekend begrip is, legt voormalig Knack Weekend-journalist Eva Kestemont in heldere en meeslepende taal uit waarom niet alles wat gezond lijkt dat effectief ook is. Ze duikt in de kookpotten van de voedingsindustrie, ontdekt waarom mensen die fabrieksvoeding eten meer kwik en cadmium in hun bloed hebben en verklaart wat al die E-nummers betekenen.

Maar vooral, ze verzekert ons dat we echt geen kant-en-klare maaltijd of broodje smos achterover hoeven te slaan als we weer eens van hot naar her moeten rennen. Geen enkel excuus om niet zelf vers te koken blijft na het lezen van dit boek overeind. U krijgt bovendien eenvoudige en snelle recepten voor gezondere en smakelijkere alternatieven voor fabrieksvoeding.

Ertsberg, 168 blz., 27,50 euro. 

JEROEN DE PRETER

1. Harald Jähner – Hoogteroes

In Hoogetroes, een lijvig boek over de Weimarrepubliek, doet de Duitse historicus Harald Jähner zo’n beetje hetzelfde als wat hij in zijn vorige boek Wolfstijd als eens had gedaan. Door populaire liedjes, modemagazines, films, dagboeken en foto’s te gebruiken als bron schrijft hij geschiedenis die je in staat stelt die geschiedenis nog veel beter te begrijpen. Om maar één belangrijk inzicht te noemen: een deel van het Duitsland van honderd jaar geleden was ongelofelijk modern, en experimenteerde met genderrollen, architectuur en dans. Een ander deel was aartsconservatief en koesterde zijn minachting en angst. Een gesprek of consensus bleek niet meer mogelijk. Het leidde tot een polarisering met rampzalige gevolgen. Het is een polarisering die soms akelig veel op de onze lijkt.

De Arbeiderspers, 624 blz. 37,50 euro.

2. Rik Van Puymbroeck – Treurwil

Dertien jaar geleden bracht de krant De Morgen ons bij elkaar. Hij kwam van het Belang van Limburg, ik kwam, na enkele omzwervingen, terug naar de plek waar de journalistiek voor mij was begonnen. We zaten aan dezelfde ‘desk’. We werden vrienden. Goede vrienden. We zijn het gebleven, ook toen we aan een andere desk gingen zitten. Dat van die vriendschap komt volgens mij ook omdat we iets onuitspreekbaars deelden. Te veel dood, op te jonge leeftijd. Rik heeft dat onuitspreekbare in zijn boek uitgesproken. In bloedmooie taal. Verder alles goed Rik? Anders geen nieuws uit de wereld? Krijgen we een witte kerst?

De Bezige Bij, 206 p. 21,99 euro.

3. Paul Goossens, De ongelijkheidsmachine. Een verborgen Europese geschiedenis

Dat hij aan cherrypicking doet, is al na enkele pagina’s duidelijk. Daar maakt Paul Goossens verder ook niet echt een geheim van. Wel moet gezegd dat het boek een indrukwekkende les is in economie. En in vergelijking met de andere ‘cherrypickers’ is het duivels goed geschreven. Goosens maakt volgens mij ook echt een essentieel punt. Discussies over identiteit en ‘woke’ leiden af van de hoofdzaak. Het komt, ook vandaag, altijd weer neer op het sociale klassenverschil.

EPO, 584 blz., 34,90 euro.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content