Van veelkantige vrienden tot ons nieuw dogmatisme: dit zijn de beste boeken van 2023 volgens de Knack-redactie (1)

Geen eindejaar zonder eindejaarslijstjes. Welke boeken lazen onze journalisten dit jaar het liefst?    

BERT BULTINCK

1. Paul Goossens – De ongelijkheidsmachine. Een verborgen Europese geschiedenis

Dik, diepgravend en polemisch: het magnum opus van de eeuwig jonge journalist Paul Goossens komt laat in zijn carrière, maar het valt nu al niet meer weg te denken uit het debat over herverdeling. Goossens traceert de origines van het subversieve idee van de ´gelijkheid´, van de antieke tijden tot de woekerwinsten van de grootbanken vandaag. Wie op zoek is naar sussende slaapliedjes op de wijs van ´there is no alternative´ is eraan voor de moeite. Dit is een splinterbom in de brievenbus van iedereen die de laatste jaren te veel geld heeft verdiend om nog om zich heen te willen kijken.

EPO. 584 blz., 34,90 euro.

2. Elizabeth Day – Friendaholic. Wat vriendschap je kan leren

Kent u mensen die graag met iedereen bevriend zouden zijn? Of bent u zelf zo iemand? Elizabeth Day kijkt kritisch naar haar veelkantige vrienden, in een wervelend boek vol anekdotiek en korte licht-filosofische uitstapjes. Terwijl Elizabeth Day ouder wordt schrijft ze met heel veel liefde over wat haar werkelijk vrolijk stemt – als het al niet haar raison d’être is: een goede vriend zijn, en goede vrienden hebben. Soms hard, soms sentimenteel, en bijna altijd wijs: van een Friendaholic valt nog iets op te steken.

Ambo/Anthos. 352 blz., 23,99 euro.

3. Peter Venmans – Gastvrijheid. Filosofisch essay

De Vlaamse filosoof Peter Venmans heeft zo diep en nauwkeurig over zijn onderwerp nagedacht dat hij op amper 200 bladzijden en schijnbaar zonder moeite de lezer kan inwijden in de geheimen en paradoxen van de gastvrijheid. In de westerse cultuur is gastvrijheid tegelijk een dubbelzinnige opdracht, een ethisch vraagstuk, een bron van plezier, een toeristisch product en een politiek statement. Lichtvoetig en intelligent, confronterend en beklijvend: het migratiedebat is nooit meer hetzelfde na het lezen van dit boek.

Atlas Contact. 224 blz., 21,99 euro.

JAN HERREGODS

1. Alain de Botton en The School of Life – Goed Genoeg Ouderschap

Dalende PISA-rankings, de funeste invloed van al die schermen om ons heen, en plaatsen te kort op school en in de crèche. Alsof het allemaal nog niet erg genoeg is, heeft ook iedereen een mening over hoe je kinderen moet opvoeden, en krijg je als ouder vaker dan je lief is het gevoel dat je alles verkeerd aan het doen bent. Dan is ‘Goed genoeg ouderschap’ van Alain De Botton hoopgevende lectuur. Allerminst een zelfhulpboek, wel een bundeling van speelse maar inzichtelijke lessen, geïllustreerd met uitstapjes naar kunst en literatuur. De Botton schrijft met veel empathie voor ouders die het vandaag ook steeds vaker alleen moeten zien uit te zoeken, maar legt uit hoe je best ‘nee’ leert te zeggen tegen je kroost. Tegelijk heeft hij veel vertrouwen in het vermogen van kinderen om om te gaan met de onvolmaakte wereld om hen heen, maar geeft hij wel handvaten voor het geval dat je dochter aankondigt dat ze de school in brand wil steken.    

Altas Contact, 184 blz.,  22 euro.

2. Annie Ernaux – Het voorval

In 2022 won de 82-jarige Annie Ernaux de Nobelprijs voor literatuur, wat voor veel mensen een goeie aanleiding was om het werk van de Franse schrijfster te (her)ontdekken. De jury loofde haar “moed en de klinische scherpte waarmee ze de wortels en de collectieve beperkingen van het persoonlijke geheugen blootlegt”. Heeft wellicht ook geholpen: de Gouden Leeuw voor de verfilming, op het filmfestival van Venetië vorig jaar. De stijl van deze uitzonderlijke novelle is afgemeten en neutraal, ontdaan van alle franjes, en net daardoor komt het verhaal over een illegale abortus in het Frankrijk van de jaren 60, ook vandaag nog, zo hard binnen.

Hoewel ‘Het voorval’ (L’Evenement), dateert uit 2000, is het vandaag nog brandend actueel. Meer nog: in een tijd waarin vrouwenrechten steeds meer onder druk komen te staan, en de abortusdiscussie zelfs in België dit jaar weer terug van nooit helemaal weggeweest was, is het verplichte lectuur voor al wie zich in het debat wil mengen. Of zoals de schrijfster het zelf ergens schrijft: ‘Het echte doel van mijn leven is misschien alleen dit: dat mijn lichaam, mijn gevoelens en mijn gedachten tot geschriften worden, dat wil zeggen tot iets wat begrijpelijk is en algemeen, mijn bestaan volledig opgelost in de hoofden en levens van de anderen.’

Arbeiderspers, 104 blz., 17,50 euro.

HAN RENARD

1. Mohamed Mbougar Sarr – De diepst verborgen herinnering van de mens

Hoewel het door velen in 2022 al verkozen werd tot boek van het jaar, ben ik er nu pas aan toe gekomen. Het is een boek dat je niet loslaat – al weet je in dit complexe, labyrintische verhaal soms pagina’s lang even niet meer wie er nu aan het woord is.

Sarr, een jonge Senegalese schrijver die in Parijs woont, was met deze vuistdikke roman in 2021 de eerste Afrikaanse winnaar en de jongste winnaar sinds 1976 van de prestigieuze Prix Goncourt. De roman vertelt het verhaal van een zoektocht van een eveneens in Parijs wonende jonge Afrikaanse schrijver naar de Senegalese schrijver van een verloren gewaande cultklassieker – die laatste is van de aardbodem verdwenen na een racistisch getinte haatcampagne. Door sommige witte recensenten werd Elimane, want zo heet de schrijver die aanvankelijk als de ‘zwarte Rimbaud’ op het schild werd gehesen, van plagiaat beschuldigd, waarna zijn boek uit de handel is gehaald.

De queeste naar Elimane is een ingenieus en ook vaak spannend verhaal, dat zich afspeelt op verschillende continenten. Sarr raakt aan thema’s als kolonialisme en racisme, maar uiteindelijk gaat dit ambitieuze boek toch vooral over het wezen van de literatuur, en hoe de literatuur altijd op gespannen voet staat met het leven zelf. Petje af voor de vertaling van Jelle Noorman, wat een krachttoer. 

Uitgeverij Atlas Contact, 461 blz.,  24,99 euro.

2. Ian McEwan – Lessen

Het meesterwerk van deze Engelse schrijver, volgens de unaniem lovende Britse pers. Daarover kan ik niet oordelen, want het dit jaar in het Nederlands verschenen ‘Lessen’ is mijn eerste boek van Ian Mc Ewan, maar het is inderdaad een meesterlijke roman.  

Het boek vertelt de lotgevallen van dichter Roland Baines, wiens leven van de ene op de andere dag  overhoop wordt gehaald als zijn vrouw Alissa met de noorderzon vertrekt – Roland krijgt zelfs de politie over de vloer die moet onderzoeken of hij zijn echtgenote niet heeft omgelegd –, en Roland achterlaat met hun vier maanden oude zoontje. We bevinden ons dan in het jaar 1986, want terwijl Roland met flessen en pampers voor de baby in de weer is en zijn drankgebruik binnen de perken probeert te houden, maakt hij zich ook grote zorgen over de radioactieve wolk.

Wat volgt is de levensgeschiedenis van Roland (en van zijn familie en schoonfamilie), waarin zijn twee jaar durende seksuele relatie als kostschooljongen met zijn volwassen, bezitterige pianolerares, een bepalende rol speelt. En verder: onverwachte ontwikkelingen, domme spelingen van het lot met verregaande gevolgen, voortdurende sprongen in de tijd, en persoonlijke gebeurtenissen die in verband worden gebracht met de grote politieke gebeurtenissen van de voorbije eeuw, zoals de Cubacrisis, de val van Muur, 9/11, tot en met de coronacrisis, te veel om op te sommen. Allemaal prachtig geschreven en met vaste hand gecomponeerd, tot het verrassende slot, dat ik uiteraard niet zal spoilen!    

 De Harmonie, 570 blz., 27,50 euro.

3. Lammert Kamphuis – Verslaafd aan ons eigen gelijk, pleidooi voor perspectivistische lenigheid

Een supertoegankelijk filosofisch essay over hoe we kunnen leren afstappen van ons eigen gelijk en meer begrip krijgen voor afwijkende meningen, met op het eind van het boek ook een reeks praktische oefeningen om de lenigheid van je geest te trainen, die goed van pas kunnen komen in deze gepolariseerde tijden.  

De Nederlandse filosoof en theoloog Lammert Kamphuis, groeide op in een streng gereformeerd milieu. Met pijn en moeite brak hij met de wereld waarin hij opgroeide en waarin twijfelen aan het eigen gelijk (en dus aan het gelijk van god) des duivels was. Maar de samenleving waarin hij terechtkomt, doet hem steeds meer denken aan de dogmatische kerk waaruit hij zich heeft bevrijd. Met name progressieven hebben er een handje van. Zo beschrijft Kamphuis het fanatisme waarmee niet-monogame relatievormen als superieur worden aangeprezen. Kamphuis gaat op zoek naar de oorzaken van wat hij ons nieuwe dogmatisme noemt. Hij bespreekt inzichten van de grote filosofen, van de oudheid tot nu, die helpen om de dingen vanuit verschillende invalshoeken te benaderen (en dus onze eigen stellige meningen te relativeren en begrip te krijgen voor andersdenkenden). Met Aristoteles: ‘Het is een teken van de ontwikkelde geest om met een gedachte te kunnen spelen zonder deze te accepteren.’   

 De Bezige Bij, 175 blz., 18,99 euro.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content