Bart Van Loo waagt zich met ‘Napoleon. De schaduw van de revolutie’ aan het zoveelste boek over Napoleon. En hij komt er nog mee weg ook.
Dat Van Loo een rasverteller is die de Franse geschiedenis en cultuur presenteert als een grand cru met het geurigste bouquet, wisten we al. Het verhaal van Napoleon Bonaparte zou in zijn handen zonder twijfel meeslepende lectuur worden. Maar voegt Van Loo ook iets toe aan het reeds uitvoerig gedocumenteerde beeld dat we hebben van de rusteloze Corsicaan?
De auteur van ‘De Frankrijktrilogie’ en ‘Chanson’ is in elk geval ambitieus en anticipeert vanaf het voorwoord op potentiële beschuldigingen van overbodigheid. Hij wil naar eigen zeggen een gat vullen in het omvangrijke oeuvre over Napoleon door hem genuanceerd te portretteren in het licht van de Franse Revolutie. Die Grote Omwenteling, waar Napoleon elegant maar zonder scrupules in meedraaide en omheen draaide, bood hem de gelegenheid om te worden wie de geschiedenis zich herinnert: een daadkrachtige, volhardende meesterstrateeg die Frankrijk onherroepelijk veranderde, maar ook een gokker met veel geluk, een opportunist pur sang en een megalomane massamoordenaar.
Genese van een absolutistisch heerser
Dat de genese van de heerser Napoleon niet mogelijk zou zijn geweest zonder de Franse Revolutie en vooral het uit de hand lopen ervan, is geen nieuwe invalshoek, maar in tegenstelling tot meer academische boeken die het fenomeen Napoleon proberen te verklaren, krijgen we van Van Loo in ‘Napoleon. De schaduw van de revolutie’ narratieve geschiedenis van de boeiendste soort voorgeschoteld.
Aan een hoog verteltempo zien we de militaire en politieke coming of age van Bonaparte, zijn evolutie tot de hoogmoedige Napoleon, zijn ondergang als de uitgespuugde Corsicaan en tot slot zijn wederopstanding uit het graf wanneer na zijn dood in Frankrijk een ware Napoleoncultus ontstaat die de politiek in het land nog lang zal bepalen.
Kleurrijke cast
Van Loo kleurt de grote historische lijnen in met smeuïge anekdotes en talrijke literaire citaten. Hij snijdt onder andere het literaire werk van Napoleon aan, die als jonge officier in afwachting van militaire opportuniteiten zijn sabel even inruilde voor de pen en in gevangenschap zijn memoires als ‘Mémorial de Sainte-Hélène’ liet optekenen door Emmanuel de Las Cases. Daarnaast citeert hij veelvuldig uit ‘Memoires van over het graf’ van tijdgenoot en heel-even-medestander François René de Chateaubriand.
Die laatste is een van de vele boeiende nevenpersonages die er ondanks Napoleons verpletterende persoonlijkheid in slagen om te overleven, te gedijen en zelfs af en toe te floreren in zijn omgeving. En die door Van Loo schitterend tot leven worden gebracht. Want ‘Napoleon. De schaduw van de revolutie’ onderscheidt zich vooral van de vele andere Napoleonboeken in de manier waarop Van Loo de mensen die Napoleon omringden tot leven brengt. Diens grote geliefde Joséphine de Beauharnais, bijvoorbeeld: sexy creoolse én keizerin, met mooi kontje, mysterieuze glimlach maar ook met een berucht slecht gebit. Of Robespierre, Marat, Fouché en andere Talleyrands, figuren die om uiteenlopende redenen net zo fascinerend als afstotelijk waren.
Tragische held
Af en toe bezondigt rasverteller Bart Van Loo zich aan wat kleine dichterlijke vrijheden, bijvoorbeeld wanneer hij in het hoofd van Napoleon probeert te kijken. En hoe sterk Van Loo ook probeert om de mythes rond de kleine Corsicaan – een propagandist buiten categorie – te ontmaskeren, niet elke anekdote doorstaat de test met glans. Maar dat wordt ruimschoots gecompenseerd door dit boeiend relaas over Napoleons met hybris doorspekte blitzcarrière.
Van Loo zet hem dan ook heel terecht neer als de protagonist van een klassieke tragedie, die in het land dat hij regeerde en transformeerde van meet af aan zijn enige waardige antagonist zag.
Bart Van Loo, ‘Napoleon. De schaduw van de Revolutie’, De Bezige Bij Antwerpen, 464 blz., 24,99 euro
Jeroen Bert
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier