Arjen van Veelen: essayistische ontdekking

Arjen van Veelen laat in ‘Over rusteloosheid’, een bundel sprankelende essays, de auteurs uit de oudheid botsen met moderne verschijnselen als couchsurfing, Facebook en Paris Hilton.

Arjen van Veelen, ‘Over rusteloosheid’, Augustus, Amsterdam, 208 blz.,17,50 euro, ISBN 978-90-457-0146-2

Is internet funest voor de taal? Iedereen reageert impulsief op nieuws, fora, blogs of twitter. Correcte spelling – maakt niet uit. Stelselmatige overdrijvingen die de betekenis van woorden aantasten – wat doet het ertoe. De jonge classicus en journalist Arjen van Veelen wordt er moe van als hij in een condoleanceregister leest: ‘Ik wil iedereen heeeeeeel veeeeeeel sterkte wensen’. Of: ‘Super erg wat er gebeurt is!!’. Of: ‘EREEEEEEG!!!!’ Hoe goedkoper het medium, hoe goedkoper de woorden, beseft hij: omdat internet gratis is, wordt er maar raak geschreven.

Of ligt het niet zo simpel? Het internet bevordert levendig taalgebruik zoals geen enkel ander medium momenteel doet. Ook dat moet Van Veelen concluderen: op sommige weblogs is een eigenwijs idioom verplicht. Het sterkst ziet hij de behoefte aan een creatieve taal dat op een forum over tatoeages: Tattoosonchicks.hyves.nl. Iedereen met een tekstuele tatoeages huivert van clichés. Ze willen een originele uitdrukking die iets voor hen persoonlijk betekent. Graag ook in een andere taal. Chinees, Hebreeuws, Hindi, Arabisch of zelfs Latijn: ‘Suum cuique’. Met als onverwacht gevolg dat de gebruikers zich in deze dode taal gaan verdiepen.

Deze prikkelende gedachten leverde Van Veelen drie jaar geleden de Jan Hanlo Essayprijs Klein op. Ze staan nu herdrukt in zijn debuutbundel Over rusteloosheid. In het jaar dat Rudy Kousbroek overleed, de beste essayist van de Nederlandse letteren, toont hij zich hiermee een waardig opvolger. Net als Kousbroek laat hij zich leiden door zijn verwondering en maakt hij zijn eigen persoon tot inzet van zijn gedachten en onderzoeken. En het belangrijkste: Van Veelen schrijft minstens zo sprankelend, toegankelijk, ongemerkt diepzinnig en met gevoel voor humor.

Scherpzinnig is hoe hij nieuwe media laat botsen met de wijsheid van auteurs uit de klassieke oudheid. Het openingsessay leest daarom als een programma. De eindeloos groei van internet, de spam, de pop-ups. Het doet hem, schrijft hij, af en toe verlangen naar de Loeb Classical Library: de serie, opgezet in 1911, herbergt in ruim vijfhonderd deeltjes in het Engels en de originele taal alles wat Grieken en Romeinen ooit hebben geschreven. ‘De canon is klaar en past in twee Billy’s.’ En het gaat over alles wat nog belangrijk is: van democratie tot riolering.

Steeds komen de auteurs uit de klassieke oudheid terug. In zijn apologie voor Paris Hilton laat Van Veelen zien hoe gewiekst zij de roddelgodin Fama inzet – door Vergilius beschreven als een gigantisch, gruwelijk monster met talloze waakzame ogen, fluisterende monden en luisterende oren onder haar veren – om geld en roem te vergaren. Couchsurfing is voor hem een moderne variant van de xenia, gastvriendschap, uit Homerus’ tijd: de gewoonte om vreemdelingen onderdak en eten te geven opdat jij die ook kreeg als je zelf op reis was.

Hoogtepunt is het essay over Facebook. In 61 losse overpeinzingen legt hij haarfijn bloot hoe vernieuwend het fenomeen is. Dat het eigenlijk al vijfhonderd jaar geleden door studenten van de universiteit van Wittenberg werd uitvonden toen zij een album amicorum begonnen. Dat Plato als early adoptor van een nieuw medium als het alfabet zeker lid zou worden. Dat iedereen even bestudeerd-onbestudeerd over zichzelf praat als Montaigne. Dat het geen schande is dat je je leven schaamteloos bloot legt, zoals Plutarchus al wist: ‘Blijf juist niet onopgemerkt, want anders, stel dat je een goed mens bent, heeft niemand wat aan je, en stel dat je een gebrek hebt, wordt je door niemand gecorrigeerd.’

Van Veelens bundel wordt elkaar gehouden door de gedachte dat de nieuwe generatie leidt aan een onoverwinnelijke rusteloosheid. De bundel heet daarom een ‘gids voor de generatie zonder zitvlees’, aldus de achterflap. Dat is te veel eer. De bundel is bovenal een verzameling stukken die de auteur de afgelopen jaren heeft gemaakt. Ook gelegenheidsstukken als een reisverslag naar het Algiers van Albert Camus en zijn ervaringen met het bleken van tanden. Er staan ook in die stukken interessante gedachten, daar niet van, maar het maakt de hele bundel een tikje onevenwichtig.

Is dat erg? Niet in het minst. Over rusteloosheid is de ontdekking van een auteur die hopelijk zijn licht nog vaak laat schijnen op onze dolgedraaide wereld die ons iedere dag nieuwe gadgets, nieuwe communicatiemiddelen en nieuwe media te bieden heeft.

Maarten Dessing

Arjen van Veelen

* Geboren in 1980 in Rotterdam.

* Studeerde klassieke talen en journalistiek & nieuwe media.

* Redacteur van het Leids Universitair Weekblad Mare en vaste medewerker van Onze taal en Awater.

* Won in 2007 de Jan Hanlo Essayprijs Klein voor ‘Suum cuique’.

* Werkt aan zijn debuutroman ‘Dode talen’.

Partner Content