Alice Nahon revisited
Guido Lauwaert ging naar de vernissage van de nieuwe dichtbundel van Delphine Lecompte maar was niet onder de indruk.
Het is vermoedelijk dom om een dichtbundel aan te nemen van een dichter, hem te laten signeren, terwijl je de gedichten uit de bundel bij de presentatie al vervelend vond. Maar waarom nam je hem dan aan en vluchtte je niet weg na het applaus? Omdat je de dichter sympathiek vindt, ongetwijfeld. En je recht had op twee gratis drankjes.
Maar goed, waarom is ‘Verzonnen prooi’ niet goed? Vind je de gedichten saai? Omdat de bundel van alles te veel heeft. Te veel kunststof, te veel kerstsfeer, te sterk ruikt naar bewust experiment, een overdaad etaleert aan vergeelde schapenwolkjes in een transparantblauwe hemel, te veel van te weinig zelfkritiek heeft. Dit soort dichtbundels is een gevaar voor de dichter zelf. En de uitgever verdient er een verbanning mee naar een oord waar nog analfabeten leven van visvangst en neusgepeuter.
Delphine Lecompte won de Buddingh’-prijs 2010 voor haar eerste bundel en de uitgever zat dezelfde dag nog aan zijn klavier en smeekte om een tweede bundel. De dichter stemde in de roes van het geluk daarmee in. Ze scharrelde in haar mand en begon aan een soep met 45 ingrediënten waarvan de lezer verstandsverbijstering krijgt, zijn mond openvalt en niet meer dicht krijgt, een maagverzakking cultiveert, reumatiek zich manifesteert en tenslotte met zijn laatste oordeel kromme tenen constateert. Op naar de afdeling palliatieve zorg.
‘Als je gelukkig kunt zijn, wees dan gelukkig zonder gedichten’ luidt de titel van het openingsgedicht. Nooit was een dichter dichter bij de waarheid zonder het zelf te beseffen. Had ze het zelf beseft, dan was er na de titel een leeg blad gevolgd. Maar ze beseft het niet omdat het blad (te) goed gevuld is.
Wat drijft een dichter die al 32 is en toch blijk geeft van zo weinig relativering dat ze 12 lijkt? De lezing van Lecomptes tweede bundel voert de lezer terug naar de vakantiereizen van de CM (Christelijke Mutualiteiten, remember) waar in de Zwitserse bergen melkmeisjes gezwind op weg zijn naar de boerderij, achterna gekeken door mekkerende geiten. Het melkmeisje krijgt beeld. Alice Nahon II. Andere tijd, nieuwe toon, zelfde gestoofde patati en gerookte patata.
Een dag na de lezing van de bundel hangt rond het hoofd van de lezer een lijklucht, bepoederd en gevoederd door een snuifje pop en een puntje punk. Maar het geheel is en blijft dood. Tevergeefs zit de lezer te wachten op het ene gedicht dat al deze kwikwak doet vergeten.
De eerste dichtbundel van Delphine Lecompte, ‘De dieren in mij’, verdiende het voordeel van de twijfel en daarom was de toekenning van de Buddingh’-prijs verantwoord. De tweede bundel daarentegen oogt stoer maar zakt nog tijdens de proefrit door zijn chassis. Te weinig diepgang, elk vers blijft plakken op de leeslijn, te stoere titels en te doorzichtig goochelwerk.
Kortom, nog nooit een bundel zo snel gelezen na ontvangst, en nog sneller in de boekenkast gezet.
Guido Lauwaert
Delphine Lecompte, VERZONNEN PROOI – Uitgeverij De Contrabas, Utrecht, Leeuwarden – ISBN 978-90-794-3236-3 – 12,50 €
Poëzie
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier