30ste boek van ’taboedoorbreekster’ Diane Broeckhoven
Jean-Paul Mulders maakte een portret van de 64-jarige Diane Broeckhoven naar aanleiding van ‘Vergrijzing’, haar 30ste boek.
“Allang niet meer gezien: een hoed met een voile. Een hoedenspeld. Gehaakte handschoenen. Een accolade (op een kaartje van een bejaarde buurvrouw, die mij drie dingen wil vragen).”
Het is een van de treffende details uit ‘Vergrijzing’, het pas verschenen dertigste boek van de in 1946 geboren Diane Broeckhoven. Een van die kleine observaties die de geboren waarneemster verraden en waarbij je denkt: ze heeft gelijk. Het is inderdaad onbehoorlijk lang geleden dat ik een accolade zag. De zwierige krul die opsommingen moest samenhouden, is een zeldzame diersoort geworden. Verdrongen door het apenstaartteken, dat in deze digitale tijden liever at wordt genoemd.
Een getijdenboek, zoals de ondertitel van de nieuwste Broeckhoven luidt, is ook zoiets dat uit het straatbeeld is verdwenen. Synoniem van: brevier. “Een getijdenboek of book of hours was een soort spiritueel dagboek in kloosters”, legt Diane desgevraagd uit. “Daarin werden op vaste tijdstippen dingen genoteerd. In ‘Vergrijzing’ heb ik honderd verhalen opgeschreven. Ik vond het mooi om dat niet in het wilde weg te doen, maar ze te schikken volgens de seizoenen.”
Broeckhoven heeft duidelijk een fascinatie voor spiritualiteit. Niet alleen kreeg haar vorige boek de titel ‘Kruisweg’ mee, nogal gewaagd in onbisschoppelijke tijden, de schrijfster woont zelfs in het Antwerpse begijnhof. In de woonkamer van het huis dat ze er betrekt staat weliswaar, zeer eclectisch, een boeddhabeeld. In een vorig leven verkeerde Broeckhoven ook een tijdlang in de entourage van Osho, toen nog bekend als Bhagwan, de goeroe met de grote collectie Rolls-Royces, over wie je uit haar mond geen kwaad woord zal horen.
Grote liefde
Wie dit te zweverig wordt, moet weten dat Broeckhoven in de eerste plaats een begenadigd talent is en een noeste werkster, die voor haar kunst met de kippen op stok gaat om in alle vroegte te kunnen schrijven – iets wat ze zelf een roeping noemt. “Ze typeren mij wel eens als een veelschrijver, maar dat ben ik niet”, verklaarde ze onlangs in een interview. “Ik ben een altijdschrijver. Het is mijn grootste vreugde om wat ik hoor, zie, voel, proef, waarneem en ervaar, in verhalen om te zetten of te verwerken in mijn boeken. Schrijven is een soort ademen geworden. Taal is uitgegroeid tot een grote liefde. Ik ben een magneet voor verhalen. Ik zoek ze niet op, ze vallen me toe.”
Ik had het geluk haar werkplek te zien, sober als de bidbank van een grootjuffrouw, een verdieping hoger dan de kamer waarin haar kleinkinderen slapen als die bij amma op bezoek komen. Naast schrijfster en journaliste (zij voelt zich niet te verheven om reportages voor Libelle of Gazet van Antwerpen te produceren) is Broeckhoven moeder van drie volwassen kinderen. En een te sterke vrouw om nog permanent een man in haar omgeving te verdragen. Wat voor bleke geneugten kan manvolk je brengen vergeleken bij het hooglied dat schrijven wordt genoemd? De wijsheid won het van de dwaze passie. In ‘Vergrijzing’ neemt zij afstand van haar handelsmerk de rosse krullen, die zich voortaan in al hun waardige muis-, duif- en koalabeergrijze tinten mogen vertonen.
Dieper vaatje
Met ‘Vergrijzing’ levert Broeckhoven haar dertigste boek af in evenzoveel jaren. Daar zitten twintig jeugdboeken tussen, met titels als ‘Grapje van Silvester’ en ‘Als een lopend vuurtje’. Voor volwassenen begon zij pas echt in 1998 te schrijven. De kwaliteit van haar werk is niet altijd gelijk maar heeft niet de betreurde Hugo Claus zelve ooit gezegd: je moet vooral véél schrijven, dan is de kans groter dat er iets goeds tussenzit?
En goeds zit ertussen, om niet te zeggen briljants. Een van de voordelen van het schrijverschap, in tegenstelling tot bijvoorbeeld de amechtige loopbaan van de voetballer of het fotomodel, is dat je er almaar beter in kan worden. Zo krijg je bij de 64-jarige Broeckhoven het gevoel dat het beste misschien nog moet komen. Haar voorlopige magnum opus, een raar woord voor een novelle van krap honderd pagina’s, is ‘De buitenkant van mijnheer Jules’. Dat boek – waarin de genaamde Alice niet meteen de hulpdiensten belt als zij haar echtgenoot op een ochtend dood aantreft op de bank, maar liever nog wat in zijn nabijheid blijft keuvelen – gooide met name in Duitsland hoge ogen. Het succesverhaal is inmiddels bekend: 150.000 exemplaren werden er daar van verkocht. De korte roman werd vertaald in onder meer het Pools, Japans en Koreaans en is meteen ook het eerste Vlaamse boek dat in het Slowaaks het levenslicht zag.
“Meneer Jules schreef ik nadat ik maanden out was door een hernia”, vertelde Diane mij daar ooit over. “Vraag me niet waarom, maar ik had toen sterk de indruk dat ik uit een dieper vaatje tapte dan gewoonlijk.”
Een vaatje waaruit wellicht nog heel wat sprankelends te verwachten valt. Beviel ‘Mise en bouteill’e uit 2007 mij iets minder – het kan niet alle dagen zondag zijn – dan leverde zij met ‘Kruisweg’ (2009) weer een Broeckhoven grand cru af die taboes van incest en seksueel misbruik doorbrak. Het is een typering waar Broeckhoven zelf een beetje om moet lachen. “Er schijnt een groot taboe rond geurallergie te hangen”, schrijft ze in verhaal nummer 34, “en zoals bekend ben ik een taboedoorbreker.”
Mug onder klamboe
‘Vergrijzing’ is een delicaat mengsel van vrijmoedig proza, spielerei en een flard poëzie, van een van de weinige Vlaamse schrijfsters met wereldklasse. Tussen de badinerende lichtvoetigheid en de petites histoires, tref je opeens een zin aan die je drie keer wil herlezen of waar je kippenvel van krijgt.Soms is daar niet veel voor nodig, zoals het in oudemensenhandschrift gevonden boodschappenlijstje dat een vorige gebruikster achterliet in haar winkelkar, beverig, volgekribbeld met ertjes en aardappellen en eindigend op een vertederend ‘snoepje voor vanavond’. Diane Broeckhoven is empathisch genoeg om daar een facsimile van af te drukken, zonder overtollig commentaar.
In verhaal nummer 37, ‘De bomma van den Drink’, raakt Broeckhoven de dood aan van haar oma, gestorven aan een hartaderbreuk toen zij voor het eerst op haar kleinkinderen paste. Elders gaat het over de legendarische wielerlegende Stanneke Ockers, van wie Broeckhoven het dopinggebruik avant la lettre onthult. Meer dan een halve eeuw na Ockers’ dodelijke ongeluk in het Antwerpse Sportpaleis, maakt ze daarmee zelfs nog nieuws. In nummer 52 lijst ze, ontwapenend jongemeisjesachtig, tien dingen op die ‘erg zijn maar niet levensbedreigend’: van een mug onder je klamboe tot een vliegje dat zich dood vliegt in je oog tijdens het fietsen.
‘Vergrijzing’ is wat ze, in dit accoladeloze tijdperk, een making of zouden noemen. Een kijkje in de notitieboekjes van een authentieke vrouw, die het talent bezit om over gevoelige onderwerpen te schrijven op een manier die lezersharten beroert van Korea tot IJsland – maar in eigen land nog niet de aandacht krijgt die zij verdient.
Jean-Paul Mulders
‘Vergrijzing – getijdenboek’ van Diane Broeckhoven verscheen bij uitgeverij Vrijdag, 192 p., 19,90 euro, ISBN 978-94-600-1077-4.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier