Cindy Van Geldorp groeide op in armoede: ‘Plots stond mama er alleen voor met drie kleine kinderen’
Het Netwerk tegen Armoede bestaat 20 jaar en lanceert vandaag het boek Over leven in armoede -Twintig jaar strijd in tien verhalen. Daarin doen tien ervaringsdeskundigen hun verhaal: ze treden uit de schaduw van schaamte en vooroordelen en roepen op tot actie om armoede structureel aan te pakken. Het zijn tien heel diverse getuigenissen, die komaf maken met hardnekkige stereotypen. Ze staan symbool voor de verhalen van zovele tienduizenden mensen. In deze exclusieve voorpublicatie leest u het verhaal van Cindy Van Geldorp.
‘Armoede is geen persoonskenmerk, maar een onrecht dat mensen wordt aangedaan.’ Het is een zin die Cindy tijdens het gesprek een paar keer zal herhalen. Met de glimlach, maar vooral met volle overtuiging. Ze weet waarover ze spreekt. Cindy is opgegroeid in armoede en zet haar ervaringen en kennis in als stafmedewerker en woordvoerder bij het Netwerk tegen Armoede. Dat iedereen in armoede kan belanden, beseft zij als geen ander.
‘Ik was nog een baby toen mijn papa stierf. Plots stond mama er alleen voor met drie kleine kinderen, want ik heb ook nog twee oudere broers. De eerste jaren besefte ik niet dat ik in armoede opgroeide. Maar hoe ouder ik werd, hoe meer het me begon te dagen dat wij het met veel minder moesten stellen dan het doorsneegezin. Op het vlak van voeding en verzorging kwamen we nooit iets tekort. Maar als we een nieuwe jas of schoenen nodig hadden, leverde dat bij mama vaak stress op. Op vakantie gingen we ook nooit. Op zich was dat prima: als de zon scheen, speelde ik buiten met mijn broers. Pas op 1 september kwam de confrontatie, met de typische vraag: ‘Wat heb je deze vakantie gedaan?’ Als iedereen dan met geweldige verhalen en verre bestemmingen op de proppen komt, is het niet fijn om te moeten vertellen ‘dat je buiten hebt gespeeld’. Dan begin je te denken dat er iets mis met je is.’
Nee, makkelijk heeft Cindy het op school nooit gehad. ‘Vanaf dag één werd ik gepest. Kinderen vonden altijd wel iets ‘raars’ aan mij. We woonden bijvoorbeeld in een sociale woning. En ik vond dat prima, ik woonde daar graag. Maar blijkbaar lag onze thuis in een ‘marginale buurt’, aldus kinderen op school. Voor je het weet krijg je een stempel, puur door de plek waar je woont.’
‘Naar de kleuter- en basisschool ging ik nog graag. Daar grepen de leerkrachten en directie tenminste in als ik gepest werd. Ze waren ook op de hoogte van onze financiële situatie, dus ze deden niet moeilijk over facturen die niet stipt betaald werden. Eigenlijk zou elke school daar rekening mee moeten houden en proberen de schoolkosten te beperken. Maar vanaf het derde middelbaar ging het bergaf. Ik kwam op een andere school terecht, waar de pesterijen meteen opnieuw begonnen. Je zou denken dat leerkrachten dan ingrijpen. Maar ze legden de schuld bij mij: ik moest maar zelfzekerder worden, of een assertiviteitscursus volgen.’
Taboe op school
Een diploma halen, dat was iets waar Cindy absoluut voor wilde gaan. En toch lukte het niet. Nadat ze in een depressie belandde, stopte ze op haar achttiende met school. ‘Nochtans ben ik slim genoeg, dat weet ik. Maar op scholen is nog zoveel onwetendheid over armoede. Zelf had ik veel leerkrachten die in rijke randgemeenten wonen: veel voeling met armoede hadden die niet. Voor velen was het thema zelfs niet bespreekbaar, ze zagen armoede als iets vies en vuils. Geloof me: dan wordt de drempel om over je thuissituatie te praten heel groot. Intussen zetten sommige scholen brugfiguren in vanuit onze verenigingen om de brug te vormen tussen ouders en de school en zo het vertrouwen te winnen.’
Intussen zijn we ruim vijftien jaar verder. Er is verbetering, gelukkig maar. Denk maar aan de maximumfactuur voor het basisonderwijs. Maar of de mentaliteit ook veranderd is? Cindy zucht. ‘Ik vrees van niet. Het gesprek over armoede op school wordt vaak verengd tot ‘lege brooddozen’. Maar armoede gaat over zoveel méér dan dat. Over een kostenbewust beleid rond uitstappen bijvoorbeeld. Net als in de lagere school zou er ook in het secundair een maximumfactuur moeten komen. Zo kunnen ouders beter inschatten wat de school zal kosten. Het goede nieuws is dat steeds meer scholen afstappen van de dure Romereis. Maar ook over de alternatieven moeten ze goed nadenken. Met de zesdejaars gaan kamperen: dat lijkt een betaalbare optie met veel educatieve waarde. Maar als elke leerling zelf voor een tent en volledige uitrusting moet zorgen, verandert het plaatje. Of neem de hoge kosten voor leermateriaal in het beroepsonderwijs, waar veel jongeren in armoede les volgen. Waarom moeten alle studenten haartooi die dure scharen, kam en borstels kopen? Kan de school die spullen niet uitlenen, zodat iedereen op 1 september met gelijke kansen aan de meet staat?’
‘De kleuterjuf had mijn moeder toevertrouwd dat ik heel slim was en dat ze me dus nooit naar het bijzonder onderwijs mocht sturen. Zulke leerkrachten, die dwars door armoede heen kunnen kijken, zouden er veel meer moeten zijn.’
De onwetendheid over armoede leidt er ook toe dat heel wat kinderen en jongeren willens nillens in het bijzonder onderwijs belanden, vertelt Cindy. ‘Zelf ben ik daaraan ‘ontsnapt’, maar het scheelde geen haar. Na het derde middelbaar kwam de directeur naar de klas, om alle namen af te roepen, gevolgd door het behaalde attest. Toen ik aan de beurt was, zei hij kortweg: ‘Cindy, zou jij niet beter naar het bijzonder onderwijs gaan?’ Ik stond met mijn mond vol tanden: door de voortdurende pesterijen was mijn zelfbeeld al zo laag, dat ik me niet eens durfde te verzetten. Gelukkig zette mijn mama haar hakken in het zand. In de derde kleuterklas had mijn juf haar toevertrouwd dat ik heel slim was en dat ze me dus nooit naar het bijzonder onderwijs mocht sturen. Zulke leerkrachten, die dwars door armoede heen kunnen kijken, zouden er veel meer moeten zijn.’
Recht-Op
Soms zijn er van die momenten die je leven voorgoed veranderen. Voor Cindy was dat een gesprek met een vriend, die vroeg of ze niet een keer meewilde naar de jongerenwerking van vzw Recht-Op. ‘Ik had er nog nooit van gehoord, maar besloot het een kans te geven. Die eerste keer heb ik de kat uit de boom gekeken: ik kende daar niemand en vond het moeilijk om nieuwe contacten te leggen, gezien mijn pestverleden. Maar ik kon daar gewoon rustig zitten en toekijken, zonder te moeten vertellen wie ik was of waar ik vandaan kwam. De week nadien ben ik teruggegaan, en de week daarna opnieuw. Het heeft een tijdje geduurd voor ik echt contact durfde te maken, maar uiteindelijk ben ik daar een twaalftal jaar actief geweest: tot ik echt té oud werd om nog bij de jongeren te horen, tot mijn grote spijt.’ (lacht)
Aanvankelijk wist Cindy niet eens wat vzw Recht-Op is: een vereniging waar mensen in armoede het woord nemen. ‘Het leek gewoon een soort jeugdbeweging waar ik op woensdagnamiddag terechtkon. Maar dan wel één waar ik mezelf kon zijn, waar niets verplicht was en ik niet gepest werd. Integendeel: ik ontmoette er eindelijk jongeren die het thuis en op school ook niet makkelijk hadden. Daardoor begon ik stilaan te beseffen dat ik zelf in armoede opgroeide. Mettertijd groeide mijn zelfvertrouwen. Zo sterk zelfs, dat ik besloot om zelf vormingen te geven bij Recht-Op. De eerste keer was ik heel zenuwachtig. Het voelde zo kwetsbaar om mijn levensverhaal te delen. Maar gaandeweg besefte ik dat ik méér kon betekenen: mensen anders doen denken over armoede. Ik begon ook steeds meer nieuwe jongeren op sleeptouw te nemen en haalde daar veel energie en zelfvertrouwen uit.’
‘De verenigingen zijn zó belangrijk voor zó veel mensen. Ze voelen zich er thuis, ontmoeten lotgenoten, vinden hun zelfvertrouwen terug en staan sterker in de samenleving.’
Niet alleen voor Cindy heeft Recht-Op veel betekend, weet ze. ‘De verenigingen zijn zó belangrijk voor zó veel mensen. Ze voelen er zich thuis, ontmoeten lotgenoten, vinden hun zelfvertrouwen terug en staan sterker in de samenleving. Mensen in armoede worden vaak geconfronteerd met kritiek: op school krijg je nota’s mee naar huis omdat de factuur niet betaald is of omdat je je zwemgerief niet bij hebt. En ook op het werk is het niet altijd makkelijk om aan alle eisen te voldoen. Maar in de verenigingen kijken ze naar je talenten. Door mensen eens een complimentje te geven, omdat ze bijvoorbeeld een mooie powerpoint hebben gemaakt of lekkere cake hebben gebakken, zie je hen bijna letterlijk groeien.’
‘Net als heel wat anderen had ik geen groot sociaal netwerk. Het was een enorme hulp dat ik kon bellen naar mijn vaste begeleider, die zonder te oordelen luisterde en mee naar oplossingen zocht.’
Door vzw Recht-Op kwam Cindy ook in contact met andere organisaties, zoals vzw Betonne Jeugd. ‘Daar ga ik nu drie keer per week met mijn eigen zoon en dochtertje langs. Mijn zoon kijkt daar altijd ontzettend naar uit: er worden activiteiten georganiseerd, er staat een springkasteel, je kunt er lekker eten voor één euro… In deze dure tijden is dat voor veel mensen mooi meegenomen. Ik wil hem ook laten zien dat het leven niet voor iedereen even makkelijk is. Als gezin hebben wij het nu veel beter dan vroeger, en zijn jeugd is gelukkig heel anders dan de mijne. Maar het is belangrijk om met beide voetjes op de grond te blijven. Bovendien wil ik dat hij een plek heeft waar hij zichzelf kan zijn en waar altijd mensen voor hem zullen klaarstaan.’
Drempels
Haar zoontje is intussen een vrolijke jongen van negen. Maar toen Cindy op haar 24ste onverwacht zwanger werd, was dat toch even schrikken, vertelt ze. ‘Ik heb de zwangerschapstest zelfs gedaan bij vzw Recht-Op. (lacht) Bij zo’n kindje komt geen handleiding: voor alle nieuwe ouders is het een zoektocht. Bij iemand die in armoede leeft – of er zoals ik aan het ‘uitklimmen’ was – levert dat vaak nog meer stress op. Mijn vriend en ik hebben ons toen opgegeven voor ‘Gezinscoaches 03’, een project van CAW Antwerpen. Zij begeleiden gezinnen vanaf de zwangerschap totdat het kindje drie jaar wordt. Mij heeft dat enorm geholpen om me sterker te voelen als mama. Net als heel wat anderen in kwetsbare situaties had ik geen groot sociaal netwerk. Als je dan kunt bellen naar je vaste begeleider, die zonder te oordelen luistert en mee naar oplossingen zoekt, is dat een enorme hulp.’
Die begeleidster van toen is nu al een tijdje met pensioen. Maar toch belt Cindy haar nog af en toe op, als ze ergens mee zit. ‘Ik zou net zo goed bij het Huis van het Kind kunnen binnenstappen, maar daar ken ik niemand. Het is een drempel die veel mensen in armoede zullen herkennen. Ze hebben vaak al een heel parcours in de hulpverlening. Sommigen haten de bemoeizucht. Of ze zijn zelfs getraumatiseerd, omdat hun kind bijvoorbeeld uit huis is geplaatst. Probeer ‘het systeem’ dan maar te vertrouwen. Dat is een groot werkpunt voor professionele hulpverleners: probeer mensen te ontlasten, zonder hen met de vinger te wijzen. Focus niet enkel op hun problemen, maar kijk ook naar het positieve en hoezeer mensen hun best doen om vooruit te komen.’
Vandaag leidt Cindy een leven met minder zorgen, maar de armoede die ze heeft gekend liet littekens achter. ‘Het is een wonde die meestal dicht is, maar op onverwachte momenten toch weer kan opengaan. Ik wéét dat als mijn vriend of ik ooit ons werk zouden verliezen, we ook ons appartement meteen kwijt zouden zijn. Hopelijk gebeurt dat nooit, maar die angst blijft. Net als de schaamte. Zeker in mijn vorige jobs voelde ik die vaak, omdat het leek alsof ik nergens thuishoorde. Ik was lang iemand van twaalf stielen en dertien ongelukken. Vandaag heb ik bij het Netwerk tegen Armoede mijn droomjob gevonden. Maar als ik deze vacature tien jaar geleden had gezien, zou ik wellicht gepast hebben. Om te kunnen werken als ervaringsdeskundige, moet je zelf genoeg stabiliteit en weerbaarheid hebben.’
Ze zou nog uren kunnen vertellen, lacht Cindy. In haar eentje een heel boek vullen zelfs. Maar eigenlijk is voor haar maar één boodschap echt belangrijk: armoede moet de wereld uit. ‘Veel mensen denken dat dat onmogelijk is, maar dat is onzin. Van slavernij werd ook heel lang gezegd dat die nooit afgeschaft kon worden. Als we armoede leren zien als een onrecht waar niemand voor kiest, kunnen we die ook afschaffen.’
Over leven in armoede: twintig jaar strijd in tien verhalen, Vlaams Netwerk tegen Armoede, 104 blz. Info: netwerktegenarmoede.be
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier