20 jaar Harry Potter: wat heeft de tovenaarsleerling betekend?
Een rondje Boterbier: de Harry Potter-reeks wordt 20! Wat heeft De jongen die bleef leven betekend voor 500 miljoen kinderen, pubers én volwassenen? ‘Auteur J.K. Rowling heeft kinderen boeken laten lezen die ze amper kunnen dragen.’
Oh, wat had 2018 een mooie sportzomer. België werd derde op het WK voetbal in Rusland, stond zes keer op het podium tijdens de Europese kampioenschappen in Glasgow en Berlijn, en kaapte in Firenze de zilveren medaille weg op de wereldbeker zwerkbal.
Jazeker, er bestaat een WK voor de toversport die in de kinderboekenreeks Harry Potter dezelfde status heeft als voetbal in de echte wereld. Anders dan in de boeken vliegen de spelers niet rond op bezems, maar lopen ze rond met een stok of pvc-buis tussen hun benen. Een beetje raar? Onthoud gewoon dat België ook in deze discipline wereldtop is.
Een maand na de zilveren medaille had het Belgische zwerkbalteam nog iets te vieren: deze maand is het twintig jaar geleden dat hun favoriete boekenreeks in het Nederlands uitkwam. Sinds het verschijnen van J.K. Rowlings Harry Potter and the Philosopher’s Stone in 1997, een jaar later uitgebracht als Harry Potter en de Steen der Wijzen, heeft de tovenaarsleerling met het zwarte haar, het kaduke ziekenfondsbrilletje en het bliksemschichtvormige litteken op het voorhoofd de wereld veroverd. De officiële Harry Potter-website Pottermore.com vierde in februari van dit jaar het ronden van de kaap van 500 miljoen verkochte boeken – dat is één boek per vijftien mensen op deze aardbol. Met meer dan 120 miljoen verkochte exemplaren is het eerste deel het best verkochte, en ook de zeven volgende delen verkochten telkens duizelingwekkende aantallen, van 66 tot 77 miljoen exemplaren. Die werden bovendien vanaf deel vier, Harry Potter en de Vuurbeker, telkens in recordtempo gehaald. Van afsluiter Harry Potter en de Relieken van de Dood gingen in de VS in 24 uur tijd 11 miljoen stuks over de toonbank.
Net als het onderscheid tussen hoge en lage cultuur heeft Rowling het concept van leeftijdsgebonden literatuur aan diggelen geslagen.
Dat alles maakt dat Joanne Rowling, ooit een berooide alleenstaande moeder die schreef in cafés omdat het daar warmer was dan thuis, volgens het Amerikaanse zakenblad Forbes in de eerste helft van 2018 al 54 miljoen dollar verdiende. Daarmee zal ze dit jaar wellicht uitkomen op een persoonlijk fortuin van meer dan 700 miljoen dollar. Forbes noemt het merk Harry Potter sterker dan Rolex of Porsche.
Dat zou best weleens kunnen. Zo reikt de invloed ervan tot in het dierenrijk (een dinosaurus, spin, wesp en krab kregen een naam die werd ontleend aan haar tovenaarswereld), de navigatie (een straat uit de films staat op Google Street View), en het onderwijs (een kleine tiental universiteiten biedt vakken aan over Harry Potter).
Maar interessanter dan dollars en de Harryplax severus-krab is de vraag wat Rowlings boeken hebben betekend voor haar miljoenen lezers. En dat is niet min, als we professor Amerikaanse literatuur William Gleason (Princeton University) mogen geloven. In Time Magazine vergeleek hij de impact van de Britse reeks met de gekte die De hut van oom Tom veroorzaakte voor de Amerikaanse Burgeroorlog (1861-1865). Vanwege de intensiteit waarmee Rowling tot zoveel mensen sprak, zullen haar boeken nog láng gelezen en herlezen worden, meent Gleason, ‘door kinderen én door volwassenen.’ Want vergis u niet: het zijn niet alleen kinderen die de boeken verslinden en de films herbekijken. Ook volwassenen doen dat. Zij het niet altijd zonder schroom, wat verklaart waarom er van elk Harry Potter-boek een volwassenenuitgave is uitgebracht – een soberder omslag is het enige verschil.
Eindeloos meeslepend
Van schroom valt weinig te merken wanneer Knack op zoek gaat naar volwassen liefhebbers van de leerling-tovenaar. Defensieminister Steven Vandeput (N-VA) verklaart zich meteen ‘onvoorwaardelijk fan’, net als collega-politici Roel Deseyn (CD&V) en Willem-Frederik Schiltz (Open VLD). Sopraan Elise Caluwaerts en politicoloog Kristof Jacobs (Radboud Universiteit), nochtans beiden in het buitenland voor werk, komen licht opgewonden aan de telefoon. En ook de auteurs Tom Naegels en Zita Theunynck hoefden we niet bepaald de arm om te wringen voor een praatje over Rowling en co.
Hoewel de Harry Potter-reeks voor geen van hen de beste literatuur is die ze ooit hebben gelezen, roemen ze unisono de meeslependheid van Rowlings pen en het ingenieuze van haar plots – vanaf dag één van het schrijfproces zette ze een narratieve spanningsboog op die 4200 pagina’s zou duren. Steven Vandeput werd vooral gegrepen door de ijzeren consequentie van Rowlings fantasiewereld. ‘Ze maakt zelden een fout, waardoor je niet alleen van de wereld gaat wanneer je het boek leest, maar ook van de wereld blíjft. Er is weinig wat de magie doorprikt.’
Tegelijk, zegt Zita Theunynck, die vorig jaar debuteerde met Het wordt spectaculair. Beloofd, is Rowling wel zo slim geweest om haar tovenaarswereld op tijd en stond te laten overvloeien in de echte wereld, en haar verhaal te laten afspelen in onze tijd. ‘Toveren is er gewoon een vak dat je moet léren. Dat geeft een menselijk kantje aan iets wat bovennatuurlijk is.’ Vandeput geeft nog een voorbeeld: ‘De basiswetten van de toverkunst zijn slim geformuleerd. Je kunt niet zomaar gedane zaken terugdraaien met een zwiepje van je toverstok, of uit niets iets toveren. Eten, bijvoorbeeld, kan niet eindeloos met toverkracht opgewekt worden. Dat maakt het aannemelijk.’
Het maakt Harry Potter soms eerder magisch-realistisch dan fantasy pur sang, vinden Vandeput en Theunynck, en de willing suspension of disbelief over door kobolden gerunde banken en onzichtbaarheidsmantels een stuk eenvoudiger.
Toch ontsnapt ook Rowling niet aan de minachting van het snobisme: wat zo goed verkoopt, móét wel platte pulp zijn. Niets van, zegt Roel Deseyn, romanist van opleiding. ‘Noch in negatieve noch in positieve zin is populariteit een waardeoordeel. Kijk alleen al naar het volume van de laatste boeken: die zijn dikker dan een kindervuist. Zeker een kind moet daar moeite voor doen.’ Theunynck knikt. ‘Het is Rowlings verdienste dat ze kinderen boeken heeft laten lezen die ze amper kunnen dragen. En trouwens, vlotheid is not a crime, toch? Dat heeft, lang voor Rowling, ook bijvoorbeeld Annie MG Schmidt bewezen. En met alle respect voor auteurs als Hugo Claus, maar met hen alleen zullen we het niet redden. Rowling bewijst dat er naast het überpoëtische en -literaire, wat zeker zijn plek heeft, nog zaken mogen bestaan. Rowling kíést ook voor die toegankelijke stijl, het is geen beperking. Hoe slim ze is, bewijst ze door schijnbaar onooglijke details in haar verhaal te stoppen, die als sleutelelement terugkomen in een boek dat pas jaren later verschijnt.’
Gelaagdheid
Die vlotheid en de meeslependheid worden door elke fan genoemd: eenmaal je een Harry Potter-boek openslaat, krijg je het niet meer dicht. Het is ook wat Naegels en Schiltz aantrok in de boeken, beiden ook grote fans van andere grootse epossen zoals Star Wars en Lord of the Rings. Naegels: ‘Rowling mixt de klassieke elementen van ontspanningsliteratuur – een meeslepende stijl, personages met wie je goed kunt meeleven – met de klassieke elementen uit Het Grote Epos.’ Soms op het randje van plagiaat, zegt hij. ‘Rowlings slechterik Voldemort lijkt wel heel erg op Sauron van J.R.R. Tolkien: beiden zijn ze nagenoeg al hun krachten kwijt en overleven ze bij de gratie van magische objecten. En net zoals elk Star Wars-verhaal eindigt elk Harry Potter-boek met een grote confrontatie tussen goed en kwaad. Maar goed, dit is ontspanningslectuur, dus dat moet je niet zo streng beoordelen als een literair werk.’ Schiltz is het daarmee eens. ‘De schoonheid en fijnheid overklassen ruimschoots de eventuele literaire foutjes.’ Ook operazangeres Caluwaerts heeft geen grote woorden nodig om de kracht van Harry Potter te vatten: ‘Die boeken zijn magisch, lichtvoetig – gewoon leuk.’
Ook het label ‘kinderboek’ schrikte geenszins af, zegt Caluwaerts. ‘Integendeel, het fascineerde me net dat een boek dat in se gaat over een kind dat tovenaar wordt ook zo gretig werd gelezen door jongeren en volwassenen.’ Theunynck is het daarmee eens. ‘Ik ben een levend bewijs dat Rowling schrijft voor alle leeftijden: ik ben aan de reeks begonnen in het zesde leerjaar en heb ze met pijn in het hart beëindigd aan de universiteit. Net als het onderscheid tussen hoge en lage cultuur heeft Rowling het concept van leeftijdsgebonden literatuur aan diggelen geslagen. Ze heeft het pad geëffend voor jongere auteurs zoals ik.’
Tom Naegels vindt de kritiek dat Rowlings personages te eendimensionaal zijn overroepen. ‘Dit is een boek voor de jeugd, laten we dat niet vergeten. Je verwacht toch ook niet dat Star Wars een complex beeld geeft van het leven? Daar móéten de stormtroopers toch gezichtloze slechteriken zijn die je zonder schuldgevoel kunt neerknallen?’ Schiltz valt hem bij. ‘Wie diepgang mist in de Harry Potter-boeken heeft ze niet goed gelezen. Kijk naar Albus Perkamentus, het schoolhoofd van toverschool Zweinstein. Vier boeken lang bouwt Rowling dat personage op als iemand naar wie je opkijkt, als een houvast. Tot ze stukje bij beetje aan zijn voetstuk begint te knagen. Ze toont hem als briljante tovenaar, maar soms met een weinig fraaie hang naar macht en aanzien. Of neem zijn relatie met Harry, voor wie hij een vaderfiguur is, maar die hij tegelijkertijd instrumentaliseert in de strijd tegen Voldemort.’
Naegels ergerde zich wél danig aan de ‘zedenles’ die Perkemantus aan elk eind van het boek geeft aan Harry. ‘In het laatste boek is dat bijna ondraaglijk. Harry sterft, of raakt in een soort coma, waarna hij naar een soort hemel gaat, waar hij een preek krijgt en vervolgens opstaat uit de dood. (lacht)Joanne, waarom doe je dat nu, dacht ik. Dat is niet nodig. En de meligheid! “Jij hebt de liefde van je ouders”, zegt hij altijd aan het einde. Alsof dat alles oplost. Dat is toch helemaal niet waar? Welke les is me dat nu, dat de liefde van je ouders genoeg is om er te komen?’ Schiltz protesteert luid: ‘Mag het even? Zelfs als volwassene zit je na te hijgen na elke grote confrontatie, waarin Rowling meer dan je soms lief is prachtige personages laat sterven. Nee, dan snák je ernaar om door Perkamentus bij de hand genomen te worden richting rustiger vaarwater.’ (lacht) Dat de reeks ook eindigt (spoilert alert!) op een heel kleine, persoonlijke manier, namelijk Harry die zich zorgen maakt over zijn zoon die voor het eerst naar Zweinstein gaat, is veeleer een bewijs van Rowlings grote klasse dan van meligheid of infantiliteit, vindt Schiltz. ‘Daar gaat het leven toch om? Als ouder ben je bezig met je kind, als kind met je ouders of vriendjes, en als puber met je lief. Al die grote verhalen komen toch gewoon neer op de worsteling van de kleine mens die we zijn?’
Linkse jongen of thatcheriaan
In de voorbije twee decennia werden de boeken van Harry Potter uitgebreid gepolitiseerd. Het internet bulkt van artikelen zoals 9 Political Lessons We Can Learn From Harry Potter. Niet alleen fansites doen het, ook gerespecteerde bladen en kranten bekijken de kinderreeks door een politieke bril. Zo kopte de Franse krant Libération ‘Waarom Harry Potter een linkse jongen is’, en vocht Le Monde een pennenstrijd uit over de vraag of Harry Potter nu ‘een ode aan het kapitalisme’ is, dan wel ‘de eerste fictionele held van de antiglobalistische en -kapitalistische Seattle-generatie’.
Verhalen als Harry Potter geven het archetype van het kwade door aan een generatie voor wie Hitler al ‘heel lang geleden’ is.
Religieuze fanatici bestoken Rowling dan weer met verwijten dat ze de christelijke moraal onderuithaalt (het Vaticaan) en homoseksualiteit ‘propageert’ (Fox News). In de Britse krant The Guardian klonk het dat Rowling het Britse klassendenken bestendigt. Volgens nog andere linkse critici zou Rowling thatcheriaanse trekjes hebben, want ze karikaturiseert het ministerie van Toverkunst tot onwerkbaar bureaucratisch bastion. Harry Potter als Rorschachtest: elk leest erin wat hij of zij wil.
Dat de reeks zo gepolitiseerd wordt, is in zeker zin logisch, legt hoogleraar politicologie Kristof Jacobs uit. ‘Rowling is politiek bijzonder uitgesproken. In het verleden steunde ze de Labour-partij met een gift van 1 miljoen pond, maar dat houdt haar niet tegen om tegenwoordig forse kritiek te geven op huidig partijleider Jeremy Corbyn. Ook de Amerikaanse president Donald Trump krijgt er geregeld van langs op Twitter, net als brexiteers en Schotse campaigners voor onafhankelijkheid. Onlangs nog volgde ik een lezing van een Britse hoogleraar over de Britse identiteit. Als een van de nationale symbolen die de identiteit versterken, noemde hij Harry Potter. Maar Rowling zélf wordt dan weer eerder als verdelend gezien.’
De schrijfster beschouwt haar reeks als ‘één lang pleidooi voor tolerantie’. Rowling, die nog voor Amnesty International heeft gewerkt, zet haar fortuin actief in voor een betere wereld, van de bestrijding van kinderarmoede tot onderzoek naar MS. De strijd die de briljante tovenaarsleerlinge Hermelien Griffel voert tegen de onderdrukking van huiselfen noemde ze ‘autobiografisch geïnspireerd’. En zo inspireren zowel de auteur als haar personages de fans om zich te organiseren. In 2005 ontstond de ngo The Harry Potter Alliance, die geld inzamelt voor de strijd voor mensenrechten en alfabetisering en tegen de funeste effecten van de klimaatverandering. Dat ligt in linie van de conclusie die het vakmagazine Journal of Applied Social Psychology trok uit drie onderzoeken die door verschillende universiteiten samen waren uitgevoerd. De grootste toverkunst van Harry Potter, titelde het blad, is het wegwerken van vooroordelen, en dan met name die tegenover migranten, vluchtelingen en homoseksuelen.
Net als Hillary Clinton in een speech eerder deze maand is ook Roel Deseyn overtuigd van de vormende kracht van de Harry Potter-boeken. ‘Ze zijn de tegenpool van simplisme. Net zoals de sprookjes van Hans Christian Andersen en de gebroeders Grimm het eerder al deden, geven ze lessen over het leven.’
Toch zag ook Jacobs, die de boeken nochtans begon te lezen toen hij al politicoloog was, er aanvankelijk geen grote politieke boodschappen in. ‘Ik was altijd aangetrokken door de softe kanten van het verhaal: de magie, het opgroeien op een kostschool. Dat was ook expliciet de hoop van mijn vriendin, die me het boek gaf omdat ik te veel bezig was met mijn werk.’ Toch puurt hij nu op eenvoudig verzoek drie grote politieke thema’s uit de reeks. ‘Het meest voor de hand liggende is Voldemorts obsessie met raszuiverheid. Al in het tweede verhaal wil zijn Duistere Zijde de “modderbloedjes”, kinderen van twee niet-tovenaars die toch kunnen toveren, dood maken. Dat is natuurlijk heel zware kost voor kinderen, maar Rowling verhult het mooi in kindertaal. “Modderbloedje” en “dreuzel” – zoals ze gewone mensen zonder tovenaarstalent noemt – zijn lichtvoetiger dan Untermensch. Daarnaast zie ik ook een duidelijk beeld op politiek en bureaucratie: het ministerie van Toverkunst is een complex kluwen van mensen die onnodige taken uitvoeren en alleen bezig zijn met zichzelf. Zo negeert de minister van Toverkunst de onmiskenbare opkomst van Voldemort, omdat hij denkt dat het allemaal in scène is gezet om hem van de macht te verdrijven. Het is grappig dat Rowling daarmee hetzelfde beeld van de politiek creëert als Trump dat doet met zijn ” drain the swamp”: één grote miserie. En ten derde is er de hoopvolle gedachte dat er altijd individuen zijn die overeind blijven in een steeds verder corrumperend systeem.’
Ook Roel Deseyn ziet duidelijke politieke inslagen in het boek. Hij herkent er het voor christendemocraten zo belangrijke idee van ‘rentmeesterschap’ in: de idee dat je de wereld in betere staat moet doorgeven dan die waarin je hem zelf hebt gekregen. Zover wil Schiltz het niet drijven. ‘Natuurlijk gaat dit boek over meer dan de strijd van een tovenaar tegen een raar wezen: deze tovenaarswereld is een samenleving in oorlog. Het zou vreemd zijn mocht je het niet zien. Maar dat spat er niet af, de parallel wordt niet krampachtig getrokken. Dit boek is niet als politieke boodschap geschreven, in tegenstelling tot bijvoorbeeld Lord of The Rings, dat veel meer een parabel over de Tweede Wereldoorlog is.’ Hoogstens herkent Schiltz er een paar van zijn politieke principes in. ‘Bijvoorbeeld in mijn favoriete scène, waarin iemand van wie niemand het verwacht, de sullige Marcel Lubbermans, uitgroeit tot een held door op het cruciale moment de moedigste van allemaal te zijn en Voldemorts slang Nagini te onthoofden. Dat toont dat er in ieder van ons een talent zit, en je dus onze diversiteit moet koesteren.’
Ook minister Steven Vandeput ziet er weinig concrete politiek in. ‘Veeleer grote principes, zoals vriendschap en de waarde van eerlijkheid.’ Net zo is Naegels niet onder de indruk van de veelgenoemde analogieën met de Tweede Wereldoorlog. Die liggen nochtans voor de hand. Het is niet moeilijk om in Voldemort Adolf Hitler te zien – Rowling zegt zelf dat ze hem baseerde op Hitler en Josef Stalin -, in zijn Dooddoeners SS’ers en in De Strijders van Perkamentus het verzet. Naegels wuift het weg. ‘Zo uitzonderlijk of verfijnd is dat allemaal niet. Dat hele empire-isme, zie ook Lord of the Rings en Star Wars, is gewoon gepikt van de nazi’s.’ Schiltz lacht: ‘En de nazi’s hebben voor hun Derde Rijk dan weer lustig gepikt in oude mythes en sagen.’
De twee fantasyliefhebbers wijzen erop dat evil geniuses die uit zijn op werelddominantie een klassiek narratief stereotype zijn: van de boze heks in Sneeuwwitje tot de schurken die James Bond te lijf gaat. Naegels: ‘Mensen hebben het soms moeilijk om gewoon te zeggen dat iets een goed boek is, zonder meer.’ Toch wil hij Harry Potter niet helemaal ontdoen van diepere betekenis. ‘Misschien is de verdienste wel dat zulke verhalen het archetype van het kwade doorgeven aan een generatie die te ver staat van de nazistische dictator die tot op vandaag, 73 jaar na de Tweede Wereldoorlog, een ijkpunt is gebleven voor onze politieke normen en waarden. Hitler, de Holocaust en bruine hemden zullen steeds meer vermoeidheid en vraagtekens genereren bij de nieuwe generaties: “Dat is écht wel lang geleden”. Misschien kan Harry Potter op een nieuwe, frissere manier waarschuwen voor wat er gebeurt als een leider alle macht krijgt, met angst gaat regeren en al wie niet op hem lijkt, wil uitroeien.’
Leren sterven met Harry
Niet alleen daarvoor kan Harry Potter dienen, zegt funerair consulente Tamara Ingels, auteur van het vorig jaar uitgebrachte boek Memento Mori. Over de begraafplaats als educatieve ruimte. ‘De meeste lezers bekijken Harry Potter als een heldenverhaal, maar ik zie het ook als een verhaal over dood, verlies en daarna telkens weer op je pootjes terechtkomen. Dat Harry Potter zich aan het einde van de boeken moet verzoenen met de dood om Voldemort te overwinnen, is een bijzonder waardevolle les.’
Ingels is een grote liefhebber van Rowlings werken, en draagt een juweeltje dat de drie ‘relieken des doods’ uitbeeldt: drie symbolen voor de dood uit het boek. ‘Wanneer ik met schoolkinderen een begraafplaats bezoek, is dat juweel al heel vaak een aanknopingspunt geweest om over de dood te kunnen praten.’ De reeks is doorspekt met verwijzingen naar de dood, afscheid nemen en alleen verder moeten. ‘Er is de Spiegel van Neregeb (de omkering van ‘Begeren’, nvdr.), waarin iedereen ziet wat hij het liefste wil. Voor Harry zijn dat zijn overleden ouders. Of de Terzielers: de gevleugelde zwarte paarden die alleen zichtbaar zijn voor wie in aanraking kwam met de dood. Dat is een krachtige metafoor voor het gegeven dat je dingen soms pas kunt begrijpen als je ook de dood begrijpt en aanvaardt.’ Kinderen die iemand hebben verloren, weet Ingels, kunnen zich goed hechten aan Harry Potter, of aan het personage Loena Leeflang. ‘Dat is een gekke, maffe dame, maar ze is ook bijzonder inspirerend. Ze gaat helemaal anders om met het verlies van haar moeder dan Harry en de meeste kinderen. Dat leert hen dat er geen duidelijke regels zijn om verlies te verwerken.’
Ingels laat de politieke interpretaties graag aan zich voorbijgaan, maar over de relevantie voor haar vakgebied is ze formeel: ‘Harry Potter heeft de dood bespreekbaar helpen maken, simpelweg doordat iets wat zo waanzinnig populair is zo prominent elementen van rouw en verlies bevat.’
UPDATE
In een eerdere versie stond dat ‘modderbloedjes’ kinderen zijn van één ouder met en één ouder zonder tovenaarsbloed. Dat is natuurlijk niet juist en moet zijn: kinderen van ‘dreuzelouders’ die toch kunnen toveren. Onze excuses. De auteur wordt vandaag nog gekust door een Dementor.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier