110 jaar boekenliefde te Hasselt

Ludo Raskin maakte een tentoonstelling over beeldende kunstenaars die een eeuw lang bibliofiele boeken verzorgden.

‘Beeldende kunstenaars kunnen met één pennentrek vaak zoveel meer vertellen dan een heel boek tekst dat doet.’ Ludo Raskin vertelt gepassioneerd over de invalshoek van de door hem samengestelde tentoonstelling in het Cultuurcentrum te Hasselt over 110 jaar bibliofilie in Vlaanderen en Brussel. Voor hem stond voor één keer dus niet de schrijver van het boek centraal maar wel de plastische kunstenaar – of de drukker – die het boek maakte. Van Henry van de Velde tot Jan Fabre, van Henri Van Straten tot Hugo Claus: Raskin zocht meer dan 100 boeken bij elkaar van een zeventigkal kunstenaars om de lezer te overtuigen dat een boek zoveel meer is dan een verhaal maar vaak een heus kunstwerk oplevert.

Raskin maakte de tentoonstelling in de marge van de zevenjaarlijkse Virga Jesse-feesten te Hasselt die er momenteel plaats hebben. Hij wou niet terugvallen op een voor de hand liggende religieuze onderwerpskeuze bij het samenstellen van deze aparte tentoonstelling maar koos naar eigen zeggen voor een brede bezinnende thematiek. Wie de beklemmende etsen van Jozef Cantré bij ‘De boer die sterft’ van Karel van de Woestijne bekijkt, of de tekeningen van Henry Van de Velde bij ‘Ecce homo’ van Friedrich Nietzsche, voelt de spirituele intensiteit die van de boekillustraties uitgaat.

Zelf heeft Raskin een boontje voor het grafische werk van Henri Van Straten die een oeuvre van een 900-tal tekeningen produceerde. Hij was niet alleen verantwoordelijk voor de prachtige illustraties bij ‘Tijl Uilenspiegel ‘ van Charles De Coster maar ook voor de balladen van François Villon en de romans ‘Lijmen’ en ‘Het been’ van Willem Elsschot. Elsschot kon zich geen betere gelijkgestemde grafische kunstenaarsziel indenken als deze Van Straten, aldus Raskin. Wedden dat Lanoye hetzelfde zegt over ‘zijn’ vormgever Gert Dooreman?

Frank Hellemans