Andries Beckers en Alex Agnew: ‘Onze podcast dient niet om de wereld te verbeteren. Dat gebeurt per ongeluk’

Andries Beckers en Alex Agnew. © National
Jef Van Baelen
Jef Van Baelen Journalist voor Knack

In de podcast Welcome to the AA vragen Alex Agnew en Andries Beckers bekend en minder bekend Vlaanderen uit. ‘Dit is officieus de grootste talkshow van het land.’

Zaterdag nog geen kroketten of lamsbout voor Alex Agnew en Andries Beckers. De twee podcastmakers praten op 23 december het kerstconcert van Bazart aan elkaar: een minifestival in het Sportpaleis, kerstmarkt incluis. ‘Ik moet toegeven dat wij er nog niet zo veel van weten, maar dat maakt het des te spannender’, vertelt Andries Beckers. ‘De mannen van Bazart hebben het aan ons verkocht als hun ode aan de moderne Nederlandstalige muziek. Ze zien een gat in de markt: tussen de Nekka Nacht en het Schlagerfestival zit een breed spectrum. En net dat muzikale “segment” blijkt populairder dan ooit. Kijk wat Pommelien Thijs losmaakt bij de generatie van mijn dochter. Ik vind dat cool. Ik hou graag de vinger aan de pols en kan het appreciëren als iets met passie wordt gemaakt, al hoor ik misschien niet bij het doelpubliek.’ ‘En ik ben blij dat Stijn Meuris van Noordkaap komt’, vult Alex Agnew aan. ‘Dan zijn wij niet de enige oude venten in het Sportpaleis.’

Onze podcast dient niet om de wereld te verbeteren. Dat gebeurt per ongeluk.’ Alex Agnew

De twee beste vrienden maken samen de praatpodcast Welcome to the AA. Agnew en Beckers ontvangen er iedere week een diverse stoet aan gasten, van wetenschapper Hetty Helsmoortel tot snookerspeler Luca Brecel, van tekenaar Merho tot Tom Bertels en Dimitri Zetzsche, de Belgische kampioenen barbecue. De podcast is een fenomeen: maandelijks downloaden 450.000 luisteraars Welcome to the AA. ‘Daarmee zijn we officieus de grootste talkshow van Vlaanderen’, vertelt Agnew. ‘Dat hadden wij nooit gedacht toen we er vijf jaar geleden aan begonnen. Gedroomd wel – Andries en ik blaken van ambitie in alles wat we ondernemen – maar in 2018 wist amper iemand wat het woord podcast betekende. Toen was dat nog een quizvraag.’

Hoe kwamen jullie op het idee om een podcast te maken?

Alex Agnew: We zijn vroege fans. Andries en ik luisteren al jaren naar Amerikaanse podcasts. Maar in ons taalgebied bestond dat niet, en je had ook niet de indruk dat dat snel zou veranderen. Wel kreeg ik geregeld de vraag of ik iets op tv wilde doen. Maar ik vind televisie zelden interessant.

Dus maakte ik een lijstje van wat mij wél zou boeien en ik kwam uit bij long form interviews zoals Zomergasten of Alleen Elvis blijft bestaan. Toen dat idee in mijn hoofd begon te spelen, liep Diablo Blvd op zijn eind, de metalband waar ik samen met Andries in speelde. Ik was al half aan het treuren dat ik hem voortaan minder zou zien, toen Andries een mail stuurde: ‘Als we nu eens een podcast beginnen waarin we mensen interviewen?’

Andries Beckers: Wat mij aansprak aan podcasten was het punkgehalte. Het deed mij denken aan de hardcorebandjes waarin ik speelde toen ik vijftien was: laagdrempelig, do it yourself, begin maar te spelen nog voor je echt weet hoe dat moet. Het gebeurt zelden in een mensenleven dat je braakliggend terrein treft, maar in 2018 was in Vlaanderen zo goed als niemand bezig met podcasts, met uitzondering van comedian Xander De Rycke. Ik had een online talkshow in gedachten, een audiopodcast die tegelijk werd uitgezonden op YouTube. We konden alles zelf in handen nemen, helemaal onze zin doen. Niet als excuus voor slechte kwaliteit, integendeel: dat was een kans om de lat voor onszelf zeer hoog te leggen.

Wij verdienen amper iets aan Welcome to the AA.’ Andries Beckers

Ik herinner me goed de eerste keer dat we onze podcast online zetten, hoe spannend dat was. We hebben zeker hardop gezegd dat we de meest gedownloade podcast van het land wilden worden. Tegen week twee was het zover.

Agnew: Maar dat het uitgroeit tot, tussen aanhalingstekens, ‘een instituut’: dat konden we niet zien aankomen. Ik zie parallellen met mijn comedycarrière. Toen ik begon, waren er hier en daar een paar weirdo’s die stand-up deden, maar niemand geloofde dat je daar je brood mee kon verdienen. Het was: je vindt dat cool, je volgt je passie, dus je doet dat gewoon. En 23 jaar later zit je op de sofa en besef je: ha, dit is mijn leven.

Welcome to the AA was van in het begin een succes, maar de podcast is wel geëvolueerd. Binnen de nobele kunst van het interviewen was er één aspect dat ik niet helemaal onder de knie had, namelijk luisteren. Dat heb ik opvallend weinig gedaan in mijn leven voor we met deze podcast begonnen. Als een gast begon te vertellen, pikte ik in: ‘Ha, ik heb ook zo’n verhaal!’ Dan nam ik tien minuten over en was de flow onderbroken. Ik voel nu beter aan wanneer ik anderen de ruimte moet geven om te schitteren. Dat heeft me in mijn leven buiten de podcast ook veel bijgebracht: het hoeft niet allemaal te draaien rond Alex Agnew. En rust dat zoiets geeft!

Jullie interviews duren vaak meer dan twee uur. De gasten gaan tot het gaatje.

Agnew: Ja, maar het blijft een podcast en podcasts hebben de verfrissende eigenschap dat het ook onzin mag zijn. Ik wil gerust een halfuur doorbomen over iemands favoriete frituur. Als host weet ik ook niet waar het gesprek naartoe gaat. Dat verrassende is een grote sterkte van het medium podcast.

Beckers: Er staat geen klok in de opnamestudio, en toch eindigen we vaak na twee uur. Dat blijkt bij ons de natuurlijke spanningsboog van een leuk gesprek. Na twee uur zijn ze uitverteld.

Agnew: Je voelt het aan de manier waarop iemand begint te antwoorden. Niet dat het saai wordt, maar je proeft: we zijn bij een conclusie gekomen. Al bestaan er uitzonderingen: de podcast met filosoof Maarten Boudry duurde drie uur en ik heb nadien nog anderhalf uur met hem op straat staan praten. Niet te stoppen, die vent. Maar ik vond het zalig.

Beckers: Er wordt gebabbeld en de sfeer is los, en dus krijgen we soms de kritiek dat we in Welcome to the AA zomaar wat doen. Maak je geen illusies: een interessant gesprek van twee uur lukt alleen als je onwaarschijnlijk goed bent voorbereid. Dat niet tonen, dat is de kunst.

Agnew: Dat is zoals in een comedyshow: je schittert pas als je je materiaal perfect beheerst. Dan kun je loslaten en ontstaan de mooiste dingen. Ik heb soms drie bladzijden vragen voor mij liggen waarvan ik alleen de eerste twee stel. Maar je moet ze wel achter de hand hebben of het loopt mis.

Jullie delen in de podcast veel uit jullie privéleven. De Netflixseries die jullie volgen, maar ook de kankerdiagnose van de vrouw van Andries.

Agnew: Als ik wil dat mijn gasten open praten over wat hen bezighoudt, dan vind ik het maar normaal dat ik mezelf ook blootgeef. Dat is misschien niet hoe journalisten het doen, maar het is wel hoe een normaal gesprek verloopt.

Andries heeft met zijn vrouw besproken dat hij misschien over haar ziekte zou praten in de podcast. Dat het uiteindelijk gebeurde, was niet gepland. Het kwam ter sprake, en dan gaan we dat niet uit de weg. Laatst vertelde ik in Welcome to the AA dat ik therapie volg. De media noemden dat ‘een onthulling’, maar waarom zouden de mensen het niet mogen weten? Uiteindelijk hebben we allemaal issues waarmee we worstelen. Erover tetteren helpt.

Beckers: Ik schrok hoeveel berichten wij kregen tijdens de covidperiode: luisteraars vonden in onze podcast een houvast voor een heel rare periode in hun leven. Dan hebben we in al onze onnozelheid toch iets bijgebracht.

Agnew: Maar Welcome to the AA dient niet om de wereld te verbeteren, hè. Dat gebeurt per ongeluk.

Gesprekken zoals die met comedian Jens Dendoncker of met regisseur Erik Van Looy sneden erg diep. Vragen de gasten soms om passages te knippen?

Beckers: Daar doen wij niet lastig over. Dat je mensen die handrem geeft, zorgt ervoor dat ze relaxter zijn en ver durven te gaan. Maar het aantal keer dat er uiteindelijk echt geknipt is, kun je op één hand tellen.

Agnew: Meestal is het omdat ze iets hebben gezegd over iemand anders. Dat is altijd gevaarlijk, je wilt niet dat mensen spijt krijgen dat ze bij ons langs zijn geweest. Iedereen kan in een gesprek iets zeggen waarvan hij achteraf vindt: daar had ik langer over moeten nadenken.

Beckers: Ik geef af en toe podcastcursussen. Ik had eens een klas met Nederlandse journalisten voor mij. Die waren gechoqueerd dat wij knippen. Zij vinden: gezegd is gezegd. Ik vind: met die attitude maak je ook veel kapot.

Op welke afleveringen zijn jullie trots?

Beckers: De gesprekken waarbij ik het gevoel had dat we de tijdgeest mee hadden of zelfs een beetje voorliepen. Vandaag komen transgenders geregeld aan bod in de media, wij spraken daar in 2018 al over met dokter Guy T’Sjoen. Het is ons niet te doen om de scoop. Maar dat je zo’n thema mee op de kaart zet, maakt mij trots.

Agnew: De aflevering met Erik Van Looy. Niet omdat hij emotioneel werd over zijn geëindigde huwelijk, ik vond het vooral mooi dat hij tijdens het gesprek over zichzelf begon te reflecteren. Erik besefte opeens dat hij er nog niet over is dat de Amerikaanse remake van Loft flopte. ‘Ik heb daar honderd interviews over gegeven, maar nooit oprecht gepraat over wat dat voor mij betekende’, zei hij.

Maar ik ben evengoed trots op de lollige of zelfs wat onnozele afleveringen van Welcome to the AA. Pat Krimson die zijn strafste verhalen bovenhaalt over optreden in Rusland: gelachen tot de tranen in mijn ogen stonden.

Beckers: Wij respecteren onze gasten, wie ze ook zijn. Of het nu De Romeo’s zijn of filosoof Maarten Boudry: qua benadering maakt het voor ons geen verschil. Wij geven ze evenveel aandacht en evenveel energie.

Agnew: Neem nu De Romeo’s. Die gasten hebben voortdurend het gevoel dat de media op hen neerkijken. Ze worden alleen geïnterviewd door de roddelblaadjes, met als insteek: valt hier nog een schandaaltje te vinden? Terwijl ik oprecht wil weten wat muziek voor die kerels betekent. Hoe zijn ze in die wereld terechtgekomen, welke hindernissen moesten ze overwinnen, doet het pijn dat niet iedereen hen serieus neemt? Zulke mensen leiden een superinteressant leven maar ze krijgen nooit de kans om daarover te praten. Wij vullen met plezier dat gat in de markt.

Beckers: Of neem een activiste als Dalilla Hermans, die werkt rond antiracisme. Als zij in de traditionele media wordt geïnterviewd, zit daar spanning op. Daardoor krijg je een eenzijdig beeld van wie Dalilla is. Wij willen dat beeld niet wegsteken, want de dingen waarvoor zij staat, zijn nu eenmaal niet lollig. Maar de beste manier om serieuze onderwerpen bespreekbaar te maken, is er lucht in laten. Het is ook een méns die daar zit, hè.

Agnew: Soms lijkt het alsof een persoon alleen nog bestaat uit zijn of haar opinies. Elk debat wordt één grote aanval ad hominem, waarbij je de ander vooral een etiket wilt opplakken. Zo is het makkelijk. Als je de ander kunt uitschelden voor fascist of voor boomknuffelaar, dan hoef je niet meer na te denken over wat hij te zeggen heeft.

Ik vraag Dalilla Hermans niet: ‘Verdedig je mening eens’, maar wel: ‘Waarom vind je dat belangrijk?’ Dan ontdek je snel de common ground. En dan zie je dat iedere mens ter wereld met bijna iedere andere mens common ground heeft.

De podcast ontvangt gasten van diverse pluimage, maar politici lijken niet welkom.

Agnew: Bij hen lijkt het moeilijk om te praten met de mens zelf. Politici spreken altijd namens hun achterban, of namens hun partij. Ik vind politieke interviews dikwijls frustrerend. Het lijken toneeltjes, geen echte gesprekken zoals wij ze graag voeren.

Áls we politici vragen, dan het liefst mensen die gestopt zijn, en iets meer het achterste van hun tong kunnen laten zien. Of mensen met wie ik het totaal oneens ben. Het zou me zeker prikkelen om pakweg Dries Van Langenhove of Filip Dewinter (Vlaams Belang) te interviewen. Zij strooien graag oneliners rond over ‘omvolking’ en ‘het verlies van cultuur’, maar maken ze zich daar echt druk over? Wat hebben zij meegemaakt om de wereld zo te zien? Ik ben er bijna zeker van dat we uiteindelijk toch raakvlakken zullen vinden, al ben ik het niet eens met de conclusies die zij trekken. Maar dan weet ik tenminste waar het vandaan komt.

We hebben er al over gepraat om zulke gasten uit te nodigen, maar het probleem is dat wij een leutige podcast hebben. Andries en ik willen dat het gezellig blijft. Kan dat wel, als je het gesprek instapt met het gevoel: hoe gaan we dit hier aanpakken? In welk wespennest steken we ons?

De makers achter AudioCollectief SCHIK zeggen dat ze niet rondkomen, hoewel hun bekroonde podcasts Bob en El Tarangu tot de best beluisterde in ons taalgebied behoren. Kun je met podcasten in Vlaanderen geen geld verdienen?

Beckers: Het slaat nergens op, maar adverteerders willen vandaag maar een tiende betalen van wat ze geven voor reclame in een krant of op de radio. De impact van podcasts is nochtans ongeëvenaard – een schrijver die bij Welcome to the AA langskomt, mag al bijna een tweede druk bestellen. Het is ook een heel transparant medium. Ik kan tot op de download zeggen hoeveel mensen ons volgen, terwijl je nooit zult weten hoeveel er de krant lezen of naar de radio luisteren.

Ik denk dat we in een overgangsfase zitten. Vroeg of laat zien de marketingbureaus het grote potentieel in. Maar ik begrijp de frustratie van SCHIK. Hun werk is gigantisch goed en enorm populair. Dat zij sukkelen, valt niet te begrijpen. Gelukkig zijn er sinds kort subsidies beschikbaar voor verhalende podcasts. Voor praatpodcasts zijn er jammer genoeg geen middelen.

Agnew: We willen onze onafhankelijkheid niet kwijt, want we zijn ook niet de gemakkelijkste. Natuurlijk willen we er iets aan verdienen, maar zonder onze broek af te steken. Want waarvoor zullen we adverteren? Als het een product is waar ik geen enkele voeling mee heb, dan moet daar een serieuze som tegenover staan. Ik maak geen reclame voor De Matrassenkoning als ik daar één matras voor krijg. Wanneer ik mezelf verkoop, dan zal het dúúr zijn.

Beckers: Wij verdienen amper iets aan Welcome to the AA, maar indirect staat er wel veel tegenover. Er komen mooie kansen onze richting uit – zoals de kerstshow van Bazart in het Sportpaleis. En Alex kon zijn merk verbreden. Hij wordt niet langer gezien als ‘alleen maar’ comedian. Zoiets heeft gevolgen voor de ticketverkoop van zijn shows.

Dat we met al die mensen konden praten, vind ik al een beloning op zich. We hebben van de eerste rij kunnen beleven hoe de interessantste mensen van Vlaanderen redeneren. Hoe zij de wereld zien, wat ze tof vinden en waar ze blij of boos van worden. Dat meemaken kun je niet in geld uitdrukken.

Alex Agnew

1972: Geboren in Antwerpen.

2003: Wint het Leids Cabaret Festival.

2006. Eerste solovoorstelling.

2011: Treedt voor de eerste keer op in het Sportpaleis.

2013-2016: Ruilt comedy in voor de band Diablo Blvd.

2018: Begint de podcast Welcome to the AA.

2022: Presenteert Fear Factor op Play4.

2023: Publiceert samen met Andries Beckers het boek 5 Years of Welcome to the AA.

Andries Beckers

1978: Geboren in Turnhout.

2002-nu: Bassist en gitarist in metalbands als The Setup, Born from Pain, Diablo Blvd en Overlord.

2018: Begint de podcast Welcome to the AA.

2020: Presentator op radiozender Willy.

2022: Panellid in de MMA-podcast Oep z’n Bakkes.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content