Afscheid van Melanie Safka, het bloemenmeisje van Woodstock
De pers noemde haar de vrouwelijke Bob Dylan en het publiek kende haar bij haar voornaam: Melanie. De Amerikaanse singer-songwriter verkocht 80 miljoen platen en overleed in Tennessee.
Melanie komt uit het New Yorkse stadsdeel Queens. Haar vader: Frederick Safka, een ingeweken Oekraïense kleine zakenman. De moeder: Pauline Altomare, Italiaans bloed en zangeres in lokale jazzclubs. Zij gaan uiteen op haar vijfde. De mama voedt het kind op, dat bij de scheiding een ukelele van haar pa krijgt.
Lastpak
Het timide, folky meisje met een onafscheidelijke gitaar speelt op erg jonge leeftijd al in koffiehuizen. Haar middelbare school blijkt een pestplek, want Melanie hoort er als beatnik niet bij. Op haar zestiende loopt ze thuis weg. Ze vliegt naar Californië. Haar vader haalt haar terug en zij gaat naar een andere school. Ze slaagt, maar krijgt haar diploma niet. ‘Officieel omdat ik een boek van de bibliotheek te laat terugbracht. De echte reden? Ze dachten: dat is gewoon een lastpak.’
Melanie trekt toch naar de Academy of Dramatic Arts in New York. Bij een auditie voor een theaterrol belandt ze abusievelijk op de screening van muzikaal talent door Columbia Records. Voor producer Peter Schekeryk, ook een halve Oekraïner, zingt ze een van haar eigen bedenksels. Even later staat ze buiten met een platencontract en met Peter als lief – later vader van haar drie kinderen. Op haar 22e scoort ze een eerste succesje met Beautiful People, een hit in de Benelux, maar helaas nergens anders.
Melanie gaat naar Buddah Records en naar het Woodstock-festival. ‘Ik had al het gedoe vooraf gemist omdat ik in Engeland zat. Ik dacht: rustig feestje, drie dagen picknick met families in de zon… Ik reed ernaartoe met mijn moeder. Door het verkeersinfarct moest ik het laatste stuk met de helikopter. Ik, in een helikopter. Backstage liep ik Janis Joplin tegen het lijf. Dé Janis Joplin. En die mensenmassa… Ik stond stijf van de schrik.’ Maar ze pakt ‘s nachts, alleen en op een klapstoeltje voor een verregenend publiek, de wereld in.
Rakettenbetoging
De jaren zeventig zijn van haar. Melanie staat op alle iconische festivals, van het Isle of Wight tot Glastonbury. Het bloemenkind schrijft haar grootste hits: het gospelachtige Lay Down, Brand New Key (geboycot door radiostations omdat er cryptische seksuele boodschappen in zouden zitten), Bobo’s Party of What Have They Done to My Song Ma. Als eerste vrouwelijke troubadour ooit krijgt ze drie hits tegelijkertijd in de Amerikaanse top 40. Peter richt – revolutionair in die tijd – hun eigen label op. Later geeft ze grif toe: ‘Ik schreef en trad op. Al de rest deed Peter als mijn producer, agent, manager. Zonder hem was ik als berooide pottenbakster in Nergenshuizen geëindigd.’
In 1983 sluit Melanie, een tijdje ook UNICEF-ambassadrice, in Brussel de grote rakettenbetoging af. Ze wint een Emmy voor televisiewerk, maar in de jaren tachtig en later past ze niet echt. ‘Ik had het aura van een hippie, niet krols genoeg, te veel cherubijn. De tijd zat niet meer mee.’ Ze dweept lang met de Indische goeroe Meher Baba. Toch blijft ze platen maken, 31 stuks in totaal, onveranderlijk met Peter als producer. En ze bouwt een loyaal livepubliek op. De belezen zangeres heeft ook geen zittend gat. Als ze met haar man niet aan het verhuizen is, zijn ze bezig met verbouwingen of pandjes kijken.
In 2010 staat Melanie – nooit drugs, nooit schandalen en koken als fijne hobby – terug op de festivals van Wight en Glastonbury. Wanneer dat jaar Peter plots overlijdt, gaat het licht even uit. ‘Ik wist van niks. Ik wist niet hoe een bankrekening werkte, had zelfs geen rijbewijs.’ Met haar werk gecoverd door kanjers als Miley Cyrus, Ray Charles, Nina Simone en Morrissey zet ze zich aan het schrijven van boeken. Haar autobiografie krijgt ze niet meer af. Plaat nummer 32 evenmin.