Afscheid van bohemien Kris Kristofferson: ‘Een van de grootste songwriters ooit’
Op Maui (Hawaï) overleed Kris Kristofferson, 88. Hij was nooit echt supertop als zanger, maar hij speelde in meer dan veertig films en het magazine Rolling Stone noemde hem terecht ‘een van de grootste songwriters ooit’.
IJzervreters zijn het, die Kristoffersons, met als grootvader een officier in Zweden en als ingeweken vader een luchtmachtgeneraal in de VS. Kris, zijn oudste, een kei op school, bokst graag en speelt rugby. Op zijn 18e wint hij een wedstrijd voor kortverhalen. Tegen de zin van zijn ouders trekt hij met een beurs naar het Engelse Oxford. De jongen schrijft er twee novelles die niemand publiceert, en neemt er songs op die geen hond koopt.
Koleire
Hij studeert wel af in de Engelse literatuur, trouwt thuis met zijn jeugdliefje en gaat toch het leger in. Zo belandt hij in 1960 in Duitsland als helikopterpiloot. In vrije weken doolt hij door Europa – hij rent voor de stieren uit in Pamplona – en speelt in een bandje. Na vijf jaar is kapitein Kristofferson dat beu. Tot koleire van zijn ouders, die hem onterven, wil hij in Nashville van zijn muziek leven.
Al snel is de muzikant zo arm als een kerkrat: vier jaar zonder geld voor zijn gezin met een zorgenkindje. Elke auditie leidt tot niets. Hij scheidt, vliegt voorraden naar boorplatforms, klust in de bouw en wordt conciërge bij een platenmaatschappij. Daar geeft hij June Carter, vrouw van countrylegende Johnny Cash, zijn gepolijste ballade Sunday Morning Coming Down. Na drie weken: geen nieuws. Hij stapt in een helikopter en zet die neer op het grasveld van Cash’ villa.
Die vertelt later: ‘Ik zie verbijsterd een clochard uitstappen met papieren in de ene, een blik bier in de andere hand.’ Kristofferson beweert nadien dat de zanger niet eens thuis was en hij zijn partituren aan de meid gaf. In elk geval: Cash covert Sunday Morning, en dat betekent de absolute doorbraak van de songwriter; nu 34. Feest wordt het helemaal wanneer Janis Joplin – kort een scharrel – van zijn Me and Bobby McGee net voor haar dood een evergreen maakt. En dan komt nog de wereldhit Help Me Make It through the Night.
Gewassen en gestreken ziet hij er appetijtelijk uit.
Flessen whisky
Hij collectioneert nu Grammy-awards, maar zijn eigen albums lopen voor geen meter. Ook omdat hij vocaal nogal beperkt blijkt. ‘Ik klink als een kikker met keelpijn’, geeft hij toe. Optreden doet hij altijd alleen. Met een harmonica, zijn Gibsongitaar, cowboyboots vol modder, ongewassen lijf en kleren, een ongebakken deegsliert. ‘En dan zijn repertoire’, vertelt vriend en scenarioschrijver Bud Shrake. ‘Het publiek verwacht Bobby McGee en andere hits. Maar Kris serveert die arme mensen 25 liedjes over de revolutie van de sandinisten.’
Gewassen en gestreken ziet de linkse activist er best appetijtelijk uit. En daarom meldt Hollywood zich. Binnen de kortste keren deelt hij hoofdrollen met Gene Hackman, hij speelt Billy the Kid naast Bob Dylan in de film van Sam Peckinpah, en staat naast Barbra Streisand – nog een liefje – in het melige A Star is Born. Roem en twee flessen whisky per dag tillen hem dan over het paard. Hij scheidt van zijn tweede vrouw, zangeres Rita Coolidge. Zijn peperdure film Heaven’s Gate flopt dramatisch. En zijn albums: rimpeltjes in het water.
Maar Kristofferson krabbelt recht. Hij ruilt de drank voor marihuana, trouwt met de rechtenstudente Lisa Meyers en gaat op Maui wonen. Daar richt hij met zijn buurman en country-icoon Willy Nelson de succesrijke supergroep The Highwaymen op met ook Johnny Cash en Waylon Jennings. Hij vijlt en schaaft aan sublieme teksten die andere wereldsterren coveren en is weer zijn bescheiden ik. ‘Als ik me op een foto van de groep zie, denk ik: wat doet die conciërge daar?’
In de jaren negentig draait hij – intussen miljonair – nog een indrukwekkende reeks films, van Lone Star tot Planet of the Apes. Maar dan duiken gezondheidsproblemen op. Eerst een zware bypassoperatie, dan een uit de hand gelopen ziekte van Lyme. Zijn geheugen stottert. Pas in 2020 en op zijn 83e, vindt hij dat hij echt is uitgezongen.