Bleri Lleshi
Criminaliteit in Brussel: perceptie en werkelijkheid
Molenbeek is voor velen de gemeente van de no-go zones waar de politie niet durft te komen. De gemiddelde Vlaming is sterk overtuigd dat criminaliteit in Brussel (en zeker in Molenbeek) hoog is en blijft stijgen. Even graag geloven mensen dat die criminelen vooral ‘Marokkaanse jongeren’ zijn. Hoogtijd om die clichés te doorprikken.
“De mist rond criminaliteitscijfers is dankzij onderzoek opgetrokken. Nu staat vast dat overal in de westerse wereld de criminaliteit in de afgelopen tien jaar sterk is gedaald.”, zegt de Nederlandse criminoloog Jan Van Dijk. Van Dijk kreeg in 2012 de Stockholm Prize in Criminology ook wel de ‘Nobelprijs voor criminologie’ genoemd. De journalist van de Volkskrant die hem interviewde reageert verrast op zijn besluit. Want “de opvatting heerst dat criminaliteit juist toeneemt” vertolkt de journalist wat Jan en alleman ook denken. “Helaas is het zo dat de bevolking van veel landen die daling onvoldoende beseft, mede als gevolg van sensationele berichtgeving in de media en door politici die op die angsten inspelen.” antwoordt van Dijk.
Bijvoorbeeld in het Verenigd Koninkrijk staat de criminaliteit op het laagste peil sinds 1981 en blijft ze verder dalen. En toch. Volgens recent onderzoek van Royal Statistical Society en King’s College London geloven bijna 60% van de Britten dat de criminaliteit niet daalt. 51% gelooft zelfs dat de criminaliteit aan het stijgen is.
Sinds 2000 kunnen we ook in België spreken over een daling van de criminaliteit. Volgens de cijfers van de federale politie voor het jaar 2012 is er een daling met 3,5% in vergelijking met 2011. Deze daling is de sterkste van de afgelopen 8 jaar. In alle gewesten is er een daling van de criminaliteit. In Brussel zien we de sterkste daling met maar liefst -6,4%. In 2012 is in Brussel diefstal en afpersing met 6,6% gedaald. Fysiek geweld -10,1%; schade aan eigendom -14,7% en drugs -19,2%.
De criminaliteit mag wel aan het dalen zijn in Brussel, dat is niet het geval voor de sociale en economische problemen. Om bij Molenbeek te blijven. Volgens cijfers van Brussels armoederapport 2013 is in Molenbeek het tweede hoogste werkloosheidscijfer in Brussel. 30% van de Molenbeekenaars heeft geen werk. Bij jongeren in Molenbeek is dat bijna 40%. 25% van de leerlingen in Molenbeek heeft leerachterstand. Terwijl meer dan 50% van de Molenbeekenaars recht heeft op een sociale woning telt de gemeente minder dan 10% sociale woningen.
Desondanks besloot de gemeentebestuur in Molenbeek om te besparen op sociale voorzieningen en 2 miljoen euro te investeren in nieuwe bewakingscamera’s. Molenbeeks burgemeester Françoise Schepmans en Antwerps burgemeester Bart De Wever geloven dat ‘geld voor camera’s niet verloren is’ – een bewering die op onderzoek noch cijfers steunt. Anderzijds toonde een studie van de Londonse politie aan dat slechts 1 op 1000 misdrijven werd opgelost dankzij camerabeelden. Volgens een recent onderzoek van het Expertisecentrum Maatschappelijke Veiligheid helpt camerabewaking op straat nauwelijks om het aantal misdrijven te doen dalen. “Gemeenten moeten goed nadenken voor ze camera’s zetten en geen foute verwachtingen koesteren”, raadt het expertisecentrum aan, maar hier hebben de politici geen oren naar.
Elke criminele daad in Brussel of waar dan ook is een teveel en onaanvaardbaar. De schietpartij in Molenbeek is geen fait divers en het is aan de politie en justitie om nu hun werk te doen. Het is ook goed als media over criminaliteit bericht, maar het is erg problematisch als dit sensationeel is en zonder context. Zoals nu het geval is.
Sensationele berichtgeving, inspelen op angst en een aantal persoonlijke verhalen gebruiken waar context en nuance volledig zoek zijn maakt dat negatieve beeldvorming in stand wordt gehouden en alleen maar verergert.
Een treffend voorbeeld hier is de opinie van (opnieuw een journalist) Riadh Bahri. ‘Ik hou van u, ik walg van u’, schrijft hij over Brussel in De Standaard (07/01).
Beste Riadh, Brussel heeft veel problemen, maar als ik lees wat je schrijft dan ligt een groot deel van het probleem bij jezelf. “Ik brul in de wagen ‘kut Marokkaan'”, zeg je. Je vindt dat je gerust ‘kut Marokkaan” op tv mag zeggen en in de krant schrijven want ‘Laten we een kat een kat noemen’, zeg je. Ik heb een vraag voor je: vind je het ook even prima als iemand op tv en krant ‘vuile janet’ zegt? En als iemand dat zegt, ligt het probleem dan bij wie dit zegt of bij de ‘vuile janetten’?
Waarom wordt er bovendien van uit gegaan dat de daders van de schietpartij van Marokkaanse origine waren? Hetzelfde gebeurde bij de moord Joe Van Holsbeeck. Getuigen, media, politie, parket en politici hadden het over ‘Marokkaanse jongeren’. De Marokkaanse gemeenschap moest zich verontschuldigen en dat hebben ze gedaan van politici zoals Fouad Ahidar tot imams. Een week later bleek dat de daders Poolse Romajongeren waren. Tot en met vandaag heeft de Marokkaanse gemeenschap van niemad verontschuldiging gekregen voor die valse stigmatiserende beschuldigingen.
Van Brussel en haar inwoners walg ik niet, integendeel. Wel van hen die verantwoordelijk zijn voor laffe criminele daden. Ik hekel media en politici die op angst en sensatie inspelen. Politici hebben beters te doen: zich inzetten voor de uitdagingen van Brussel en investeren in de leefbaarheid van alle stadsbewoners.
Bleri Lleshi is Brusselaar en politiek filosoof. In maart verschijnt zijn nieuw boek De neoliberale strafstaat (EPO)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier