Consensus over zware beroepen bij de overheid
Er is een consensus bereikt tussen de vakbonden en de overheid over wie nu precies binnen de overheid een zwaar beroep uitoefent.
Binnen het comité A, het hoogste overlegorgaan voor de ambtenaren, vond vandaag/woensdag cruciaal overleg plaats over het dossier van de zware beroepen. Na meer dan tien uur onderhandelen is er een ‘consensus’ over een wettelijk kader bereikt.
Er is alvast een lijst overeengekomen met zware beroepen. Staan alvast op de lijst: onder meer politie, militairen en brandweer. Er staat ook onderwijzend personeel op de lijst, maar het is niet duidelijk of het om het voltallige lerarenkorps gaat. Wie een zwaar beroep heeft, zal ofwel vroeger met pensioen kunnen ofwel een hoger pensioen krijgen.
Het systeem moet normaal in 2020 van kracht worden. De regering is het in maart eens geraakt over een kader. Zo zijn er criteria vastgelegd waaraan een ‘zwaar beroep’ moet voldoen: fysiek zwaar werk, belastende werkorganisatie of gevaarlijk werk. Stress kan in rekening worden gebracht als verzwarend criterium.
Mensen met zware beroepen zullen tussen twee en zes jaar vroeger met pensioen kunnen, maar nooit voor de leeftijd van 60 jaar. Voor het overheidspersoneel is nu dus een akkoord bereikt. De christelijke en liberale vakbond zijn alvast akkoord. ‘We zijn akkoord, maar onder de voorwaarde dat de regering zijn fiat geeft’, aldus François Fernandez van de liberale overheidsvakbond VSOA.
De socialistische vakbond zegt het ontwerpakkoord eerst te zullen voorleggen aan de achterban, zo zegt ACOD-voorzitter Chris Reniers. ‘We zijn gematigd positief over enkele technische zaken. Daar is vooruitgang geboekt’.
Zo zullen, aldus Reniers, contractuelen en tijdelijken bij de overheid op dezelfde manier worden behandeld als statutairen. Ook de overgangsmaatregelen worden uitgebreid en verworven rechten uit het verleden mogen meegenomen worden. Reniers zegt evenwel dat ze nog steeds geen lijst onder ogen heeft gekregen. ‘De lijst bestaat, maar wij hebben ze nog niet gezien’, legt ze uit.
Ook binnen de privésector zijn er onderhandelingen over wie nu al dan niet een zwaar beroep uitoefent. Dat overleg verloopt moeizamer en is veel complexer. Vakbonden en werkgevers zien het niet meteen zitten om een lijst van zware beroepen op te stellen, wegens veel te complex. Ze willen liever werken met criteria. Het water tussen beiden is ook nog erg diep.
Minister Bacquelaine tevreden met akkoord
Minister van Pensioenen Daniel Bacquelaine is tevreden dat er al met twee van de drie vakbonden bij de overheid een akkoord is over de zware beroepen in de publieke sector. Dat zegt hij in een persbericht. Vrijdag wordt het protocolakkoord voorgelegd aan het kernkabinet. Bacquelaine spreekt van ‘een belangrijke stap’.
De christelijke en de liberale vakbond hebben het akkoord goedgekeurd, de socialistische bond vroeg nog een week uitstel. Bonden en regering onderhandelden woensdag urenlang over de invulling van de zware beroepen bij de overheid.
Wie een zwaar beroep uitoefent, zal vroeger kunnen afzwaaien of een hoger pensioen krijgen. ACV laat alvast verstaan dat de regering de uitgewerkte lijst van zware beroepen in zijn geheel moet bekrachtigen. ‘De vakbonden zullen niet aanvaarden dat aan de lijst wordt afgedongen. Anders vervalt voor hen het compromis’, luidt het.
In 2025 zou er een evaluatie zijn van de lijst. Dan zegt ACV opnieuw te zullen pleiten voor de toevoeging van bijkomende groepen, waarover nu geen consensus mogelijk was.