Hendrik Vuye
Confederalisme: al 117 jaar een Franstalige eis
Het eerste voorstel om van België een confederale staat te maken, dateert al van 117 jaar geleden én was Franstalig, schrijft professor Hendrik Vuye (N-VA). ‘Spijtig dat op heden sommige Franstaligen hun eigen geschiedenis verloochenen door het confederalisme te omschrijven als ‘le fédéralisme des cons’.’
Velen zien confederalisme als een Vlaamse eis van recente datum. Bij het horen van het woord confederalisme denken velen spontaan aan het congres van N-VA begin 2014.
Toch weet iedereen eigenlijk dat het begrip ouder is. CD&V hangt het confederalisme aan sedert het congres te Kortrijk in 2001. Open VLD koos in 2002 voor confederalisme, om dit af te zweren voor unionistisch Belgisch federalisme in 2013. Ook LDD is confederalist.
Men kan ook verwijzen naar de toespraak op de IJzerbedevaart van 1984 door Paul Daels, waar hij confederalisme aanprijst. Of naar minister-president Luc Van den Brande (CD&V) die stelde dat de staatshervorming van 1993 slechts een tussenstap is naar confederalisme. Verrassend is dan weer vast te stellen dat Guy Verhofstadt (Open VLD) in zijn tweede burgermanifest van 1991 een bijzonder radicaal confederaal model voorstaat. En ook Bert Anciaux (SP.A), koos in 1996 samen met de VU voor confederalisme.
Toegegeven, de namen die tot nu aan bod kwamen zijn allemaal Vlamingen. Maar hoe komt het dan dat Elio Di Rupo (PS) op 14 mei 1988, in zijn maidenspeech tot de Kamer van Volksvertegenwoordigers, pleit voor confederalisme? Op Knack.be verscheen eerder een stuk van mijn pen over deze op het eerste gezicht verrassende toespraak van Di Rupo. Het buzzde in de sociale media. Waarom? Wel, omdat Vlamingen steevast denken dat confederalisme recent en Vlaams is. Dat is fout. Confederalisme is ouder dan federalisme en niet Vlaams, maar Franstalig.
Confederalisme het ‘fédéralisme des cons‘? Het is nochtans al 117 jaar vooral een Franstalige eis
Wie de geschiedenis van de Vlaamse Beweging kent, weet ongetwijfeld dat Herman Vos (Frontpartij, later BSP) in 1931 een eerste voorstel indiende in de kamer om België om te vormen tot een federale staat. Veel minder bekend is dat PS-politicus Georges Truffaut in 1938 een wetsvoorstel indiende om België om te vormen tot een ‘Bondsstaat’ bestaande uit drie Staten-Leden of Gewesten: Vlaanderen, Brussel en Wallonië. In dit voorstel gaan alle machten uit van het Gewest. De bevoegdheden van de Bond zijn beperkt. Dat is een confederaal model.
Radicale Brusselkeuze
In 1947 wordt een voorstel ingediend in de Kamer dat overduidelijk is. Artikel 1 luidt: ‘België is een Confederatie gevormd door twee gewestelijke Staten, Vlaanderen en Wallonië, en door het federaal gewest Brussel‘.
Dit is dus een confederatie met twee leden en een specifiek statuut voor Brussel. Hoe ziet dat specifiek statuut er dan uit? Artikel 30 bepaalt dat de Brusselaars individueel moeten kiezen voor de ‘Vlaamsche of Waalsche subnationaliteit’. Dit is een Brusselkeuze die veel verder gaat dan de Brusselkeuze in het N-VA-model. Deze Brusselkeuze impliceert namelijk subnationaliteit.
Dit voorstel werd opgesteld door PS-politicus en professor Fernand Dehousse (ULuik). Hoofdindiener is Marcel-Hubert Grégoire van de Parti Socialiste. Het voorstel werd medeondertekend door twee Franstalige communisten – waaronder de later vermoorde Julien Lahaut – en door twee Franstalige liberalen, waaronder Jean Rey, voorzitter van de Europese Commissie vanaf 1967.
Wanneer Franstalige politici vandaag confederalisme en Brusselkeuze afdoen als ‘égoïsme’, ‘separatisme’ en ‘kolonialisme’, dan mogen ze misschien even uitleggen waarom dit in 1947 werd omschreven als ‘de’ oplossing van wat ze de ‘Waalsche malaise’ noemen? Misschien is confederalisme ook wel in 2014 de oplossing voor de ‘Vlaamse malaise’?
Dit Franstalige voorstel om België om te vormen tot een confederatie komt helemaal niet uit de lucht gevallen. Het werd voorbereid op het Waals congres, georganiseerd te Charleroi in 1946, en was een reactie tegen de tweede generatie taalwetten van de jaren dertig. Indien Franstaligen Nederlands moeten erkennen als een gelijke taal, dan kiezen ze liever voor het confederalisme. Dit is, leest men in de toelichting, de enige manier om de Vlaamse eisen een halt toe te roepen.
Franstalige reactie op ‘Etat Belgo-Flamand’
Het confederalisme is echter nog veel ouder. Het ontstond als een reactie tegen wat Franstalig België de ‘Etat Belgo-Flamand‘ noemde. Tussen 1884 en 1916 waren er uitsluitend homogeen katholieke regeringen. In Vlaanderen werden steevast katholieke kandidaten verkozen. Liberalen en socialisten kwamen slechts aan bod in Wallonië. Velen zijn dit vergeten, maar de eerste Vlaamse socialisten werden niet in Vlaanderen, maar te Luik verkozen. Dat was het geval voor Edward Anseele.
Bij de verkiezingen van 1912 wilden socialisten en liberalen de katholieke hegemonie breken. Liberalen en socialisten sloten hiertoe een kartel. Maar het mocht niet baten, de verkiezingen werden een overwinning voor de katholieken. Als reactie tegen deze ‘Etat Belgo-Flamand‘ Assemblée Wallone‘ op, die de administratieve scheiding tussen Vlaanderen en Wallonië moet uitwerken. Voorzitter van deze ‘assemblée’ was de socialist Jules Destrée.
De eerste voorstellen om van België een confederatie te maken, zijn echter nog ouder. Ze ontstaan omdat de staat België de democratie niet verdraagt. De grondwetsherziening van 1893 geeft stemrecht aan alle Belgen van het mannelijk geslacht. Dit is het zogenaamde algemeen meervoudig stemrecht waarbij elke kiezer minstens één stem kreeg, maar sommigen een tweede en zelfs een derde stem.
Het gewicht van de Fransonkundige Vlamingen werd aldus ingeperkt, maar toch was het er. Voortaan moesten de Franstalige verkozenen uit Vlaanderen ook rekening houden met de Fransonkundige Vlaamse kiezer. Zo ontstaat de Gelijkheidswet (1898), die bepaalt dat wetten en besluiten in het Frans en het Nederlands worden afgekondigd en gepubliceerd. Dit is de eerste taalwet die Frans en Nederlands op gelijke voet plaatst.
Voor Franstalig België een stap te ver. Zelfs een grote stap te ver. ‘Vlaams’ leren, dat is toch ondenkbaar? Vandaar dat de liberaal Jules Delaite in 1898 de opdeling van België voorstelt. Dit moet een einde maken aan de ‘Etat Belgo-Flamand’.
Allereerste confederale voorstel: 1879
Toch is het eerste voorstel om België om te vormen tot een confederatie niet van de hand van Jules Delaite. Het werd geformuleerd door Albert Mockel in de Mercure de France in 1897. Het was een reactie tegen de Gelijkheidswet die op dat moment in het parlement werd besproken. Wat Mockel schrijft is bijzonder leerrijk (vertaling uit het Frans):
‘Er bestaat een eenvoudige oplossing: de volledige administratieve scheiding tussen Vlaanderen en Wallonië, met elk een parlement, en een unie van beide kleine staten met een federale Kamer waarvan ze ieder de helft verkiezen. In Vlaanderen zal er dan een ultra-conservatieve katholieke regering zijn, en in Wallonië een liberale en socialistische. Men zal dan ook niet meer voortdurend geconfronteerd worden met belangenconflicten tussen het noord-westen dat agrarisch is en het oosten en zuiden dat industrieel is’
Waarom verdedigt Albert Mockel het confederalisme? Hij ziet twee argumenten. Een: Vlaanderen en Wallonië maken verschillende politieke keuzes en twee: het sociaaleconomisch weefsel is verschillend.
117 jaar na het eerste confederale voorstel: de kloof is groter geworden
We zijn nu 117 jaar later. Evident zijn Vlaanderen en Wallonië intussen grondig veranderd. Maar nog steeds blijkt dat Vlaanderen en Wallonië verschillende politieke keuzes maken en dat het sociaaleconomisch weefsel anders is. De grote kloof die in de tijd van Mockel Vlamingen en Walen scheidde, is alleen groter geworden. Het ‘Sire, il n’y a pas de Belges‘ van Jules Destrée is actueler dan ooit.
Confederalisme is dus niet recent en Vlaams. Het is in oorsprong een Franstalig voorstel en confederalisme is ouder dan federalisme. Spijtig dat op heden sommige Franstaligen hun eigen geschiedenis verloochenen door het confederalisme te omschrijven als ‘le fédéralisme des cons‘. De uitdrukking is van Francis Delpérée, emeritus Ucl-professor en huidig CDH-lijsttrekker voor de kieskring Brussel. Dit is de man die op RTBF-radio N-VA omschreef als ‘een racistische partij’. Of hoe een Vlaminghatend politicus alles uit de kast haalt om de Franstaligen bang te maken voor N-VA.
Graag dien ik Delpérée van antwoord. Indien, bijzonder hooggeachte baron Delpérée, u zoveel problemen hebt met Vlaanderen en een belangrijk deel van de Vlaamse kiezers, moet u daar dan geen conclusies uit trekken? Niemand verplicht u toch om met Vlamingen in één land samen te leven? Dit hoeft echt niet, indien dit u zo zwaar weegt. U denkt toch niet dat de Vlamingen gaan terugkeren naar uw dierbaar België van 1830, waar er voor Vlamingen geen plaats is?
U denkt toch niet dat wij ons nog de les laten spellen door een Nederlandsonkundige, Fransdolle politicus? Een beetje meer respect voor anderen zou u sieren. Ik zal u mijn mening geven. Met personen die mij omschrijven als lid van een racistische partij heb ik geen zin om samen te leven. Ik heb geen uitstaans met racisme en mijn partij al evenmin.
Vriendelijke groet
Hendrik Vuye
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier