Commissie Beter Onderwijs moet onderwijskwaliteit verbeteren
De commissie Beter Onderwijs, opgericht door Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA), is van start gegaan.
Er werden zeven onderwijsexperts en zeven leerkrachten geselecteerd die concrete aanbevelingen zullen doen om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren. ‘Door mensen uit het werkveld in te zetten, zal het debat zich niet boven de hoofden van de leerkrachten afspelen’, klinkt het woensdag bij voorzitter Philip Brinckman.
De slechte PISA-resultaten en de alarmkreten vanuit het werkveld hebben Vlaanderen eind 2019 wakker geschud: de kwaliteit van het onderwijs staat onder druk. Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts besliste daarom om een commissie Beter Onderwijs op te richten. Die groep moet het onderwijsbeleid voeden met extra handvaten die breed gedragen worden door de leerkrachten.
De samenstelling van de expertengroep is woensdag bekendgemaakt op een persconferentie. De groep, onder leiding van Philip Brinckman, bestaat uit zeven academische onderwijsexperts en zeven leerkrachten. De zeven ervaringsdeskundigen komen uit alle onderwijsnetten en uit verschillende onderwijsniveaus. Ze werden geselecteerd uit 967 kandidaten, op basis van hun ervaring, expertise en motivatie. ‘Het was allesbehalve evident om een keuze te maken uit zoveel enthousiaste kandidaturen’, vertelt voorzitter Brinckman. ‘Dankzij deze toppers zal het debat zich niet alleen afspelen boven de hoofden van de leerkrachten zelf. We moeten eigenaarschap teruggeven aan de leerkrachten, zodat de leerlingen er beter van worden.’
Inzetten op aandacht voor de leerinhoud
De commissie is eind augustus officieel van start gegaan en zal vanaf nu maandelijks vergaderen. ‘Op dit moment is de commissie bezig met een analyse van het onderwijs. Er wordt gekeken naar wat goed loopt, wat beter kan en wat we op welke termijn willen aanpakken’, aldus Brinckman. ‘De laatste jaren is er in het onderwijs hard ingezet op onder meer persoonlijkheidsvorming, maar daardoor was er minder aandacht voor de leerinhoud, en dat zien we aan de PISA-resultaten. We zullen daar met de commissie dan ook erg hard op inzetten.’
De commissie zal volledig autonoom werken en heeft in principe tot het einde van het schooljaar om het onderzoek af te ronden. Dan moet het Vlaams Parlement zich nog over de aanbevelingen buigen. ‘We maken onze aanbevelingen zo concreet mogelijk, zodat leerkrachten ze zonder veel problemen kunnen gebruiken. We hopen uiteraard dat er iets mee zal gebeuren en dat ons werk niet voor niks zal zijn’, besluit Brinckman.
Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts, die de commissie in het leven riep, belooft alleszins om rekening te houden met de aanbevelingen. ‘Vlaanderen dankt zijn welvaart aan de ondewijskwaliteit in onze scholen. We moeten nu ingrijpen om de onderwijskwaliteit op te krikken. Er staan al grote hervormingen in de steigers, zoals de taalscreening in de kleuterklas en de Vlaanderen-brede proeven voor alle leerlingen. Maar ik wil ook gebruik maken van de expertise die bijvoorbeeld op de klasvloer aanwezig is.’