‘De democratie is een particratie geworden’, schrijft Walter De Smedt over het parlementaire schouwspel rond een aanpassing aan de abortuswet.
Het trio voorzitters Joachim Coens, Georges-Louis Bouchez en Egbert Lachaert was net klaar met de nota om een regering te vormen, toen er nog gestemd moest worden over de uitbreiding van de abortuswet. Bouchez liet de vertegenwoordigers van zijn partij vrij om in deze ethisch erg gevoelige materie te stemmen naar eigen overtuiging. Coens noemde dat déloyaal aan de afspraak om de abortuswet uit te stellen en dreigde zich terug te trekken uit de onderhandelingen. Het geheel geeft een goed beeld van de stand der zaken in onze parlementaire democratie: wie is déloyaal aan wat?
Alle macht in ons politiek systeem gaat uit van de natie. De leden van Kamer en Senaat vertegenwoordigen de natie en niet enkel degenen die hen hebben verkozen. Noch de politbureaus, noch enige tijdelijke samenspraak van verkozenen heeft enige grondwettelijke macht. De tijd dat premier Leo Tindemans naar de koning trok omdat hij vond dat de grondwet geen vodje papier was is echter lang voorbij.
Over welke afspraak heeft Joachim Coens het dus als als hij het nu heeft over een vertrouwensbreuk met zijn MR-collega? Zijn de leden van het parlement herleid tot de uitvoerders van de beslissingen van de politbureaus? Want partijvoorzitter Coens is evenmin vrij om de natie te vertegenwoordigen. Wat deden de andere Kamerleden? Zij onderwierpen zich aan de werkelijke macht: de democratie is een particratie geworden.
Coens of Bouchez: wie is er deloyaal?
Deze keer gaat het niet over de herverdeling van een stuk grond of over centen. Hier gaat het om de ethiek, de vraag naar de uiteindelijke norm. Daar is het de laatste kwarteeuw in dit land zoals elders in de wereld onafgebroken om te doen: wat is nog de norm? Sinds de parlementaire onderzoekscommissie naar de zaak-Dutroux vaststelde dat alle ‘disfuncties’ het gevolg waren van de ‘afstomping’ van de norm, maar vergat aan te geven in wat die afstomping dan wel bestond, heeft de normvervaging een vacuüm gecreëerd waarin iedereen zijn ding kan doen. Het éne schandaal volgde het andere. Telkenmale werden er bestuurlijk-politieke onderzoeken over gevoerd. Geen enkel besluit was krachtig genoeg om de norm te herstellen.
Over welke norm gaat het hier? In opdracht van de vrijzinnige koepels deMens.nu en CAL deed het onderzoeksbureau Kantar TNS een bevraging van 1.000 Belgen boven de 18 jaar. De resultaten zijn als volgt: 7 Belgen op 10 weten niet dat vrijwillige zwangerschapsafbreking een misdrijf is dat ingeschreven staat in het strafwetboek (dit zijn vooral de jongere bevraagden); 75 procent vindt dat vrijwillige zwangerschapsafbreking niet langer een misdrijf moet zijn; 75 procent vindt dat vrijwillige zwangerschapsafbreking moet geregeld worden door het medisch recht; 59 procent vindt dat het weigeren van een veilige en wettelijke toegang tot vrijwillige zwangerschapsafbreking een daad van geweld is tegen vrouwen; 77 procent vindt dat de ultieme beslissing om beroep te doen op een vrijwillige zwangerschapsafbreking bij de vrouw ligt, ongeacht de mening van de omgeving.
Wie déloyaal aan wie is, krijgt hier een duidelijk antwoord. Het gaat hier zelfs niet over een stemming maar over het ontwijken van een stemming.
Bovendien gebruikt Coens er een weinig fraai middel voor: de bedreiging om in deze tijd van crisis de mogelijke vorming van een regering te verhinderen. Dat is al een afstomping van de norm op zich. Anderzijds kan je Bouchez moeilijk verwijten loyaal te blijven aan wat de essentie uitmaakt van het liberalisme: vrijheid om in ethische kwesties een persoonlijk standpunt te hebben, is een minimum.
Wat heeft Joachim Coens nu gedaan? Hij heeft, tegen de mainstream van deze maatschappij in, in volle crisisperiode, de mogelijke vorming van een regering in het gedrang gebracht door een uitstel over de stemming van een ethische kwestie af te dwingen. Coens heeft zijn norm voor die van de meerderheid gesteld en voorkomen dat die meerderheid er een andere beslissing kon over nemen.
Democratisch kan je het niet noemen, ethisch is het ook niet.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier