Civiele Bescherming: ‘In 40 jaar nooit eerder zoveel horror gezien’
Sinds de aanslagen van dinsdag hebben meer dan 100 agenten van de Civiele Bescherming geholpen bij het opsporen en evacueren van slachtoffers.
“Na 810 gecumuleerde werkuren zijn deze operaties vandaag afgerond”, stelt de organisatie in een persbericht. “In 40 jaar heb ik nooit eerder zoveel horror gezien. Dit was de zwaarste interventie die we al in België moesten doen”, zegt Patrick Broeckx, verantwoordelijke van de eenheid van Ghlin, die hulp bood na de aanslag in het metrostation Maalbeek.
Na de aanslagen van dinsdag hebben meer dan 100 agenten van de Civiele Bescherming het slachtofferidentificatieteam (DVI – Disaster Victim Identification) geholpen in zijn opdracht. Ze spoorden slachtoffers op, evacueerden ze en brachten hen naar militaire ziekenhuizen.
‘Dicht bij ons’
Rik Telamon, officier bij de Civiele Bescherming van Liedekerke, coördineerde dinsdag het team in Zaventem. Hij getuigt: “Ik heb ervaring met deze opdrachten op internationaal niveau, namelijk de aardbeving in Haïti, maar wat ons werk hier nog intenser maakt, is dat dit dicht bij ons gebeurt. We komen direct ter plaatse, zonder ons te kunnen voorstellen wat ons wacht, om, eens we ter plaatse zijn, een ongekende concentratie aan slachtoffers te ontdekken”.
De Civiele Bescherming wijst er nog op dat ze speciaal is opgeleid om DVI bij te staan en dat het die taak ook zorgvuldig uitvoert. “Het is immers uiterst belangrijk voor de families en voor het onderzoek om het lichaam van een slachtoffer te vinden en te identificeren. Om deze operaties uit te voeren, zijn de agenten speciaal opgeleid door DVI om geen fouten te maken die leiden tot het verdwijnen van bewijselementen, wat schadelijk zou zijn voor het gerechtelijk onderzoek.” (Belga/TE)
Aanslagen Brussel
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier