Cellist Benjamin Glorieux: ‘Ik flirt dagelijks met de gedachte aan stoppen’
Elke week vraagt Knack aan ondernemende Belgen hoe ze lijf en psyche in balans houden.
Tijdens het wandelen, vaak met zijn cello op de rug, voelt hij de muziek door zijn lichaam stromen. Toch denkt cellist Benjamin Glorieux, die zich even thuis voelt bij Bach als bij Zwangere Guy, nog elke dag aan stoppen. ‘Sinds ik kinderen heb, is het doodsbesef heel aanwezig in mijn denken.’
Elke week vraagt Knack aan ondernemende Belgen hoe ze lijf en psyche in balans houden.
‘Hoor je dat geluid, van dat hek? Dat is een mi.’ Halfweg de drie uur durende wandeling vol kronkels en gedachten. In een stal beukt een koe tegen de tralies en meteen staakt Benjamin Glorieux zijn vertelling over de kleine hemelse kringloop en de deugd van het wandelen. Terwijl hij de geur van mest opsnuift, zegt de cellist dat hij overal en altijd muziek hoort. ‘Ik ervaar de wereld meer en meer als een partituur. Als ik naar het landschap kijk, naar die bomenrij daar of die verlichtingspalen ginder, dan zie ik gewoon muziek.’
Samen met zijn vrouw en hun drie kinderen woont Glorieux al enkele jaren in een postkaartdorp tussen Brakel en Lessines, pal op de grens tussen Oost-Vlaanderen en Henegouwen, tussen vroeger en nu, een plek waar hij ook professioneel graag vertoeft.
‘Ik draai er mijn strijkstok niet voor om om van de Suites van Bach te switchen naar een concert met Zwangere Guy’, schrijft hij op zijn website. Ook tijdens het afgelopen coronajaar schakelde hij moeiteloos over van de Boerencantate van Bach, die hij in een miniatuurversie bracht op boerderijen en andere buitenlocaties in Nederland, op een samenwerking met metal- en technomuzikant Brent Vanneste in de Kortrijkse muziekclub Wilde Westen.
Hebt u een non-conformistische geest?
Benjamin Glorieux: In het dagelijks leven niet, denk ik. Onze kinderen gaan naar een steinerschool, we hebben geen televisie, mijn vrouw is kunstenares en ik heb zelf ook geen nine-to-fivejob, maar al bij al ben ik een vrij normale mens. Tenminste, dat denk ik toch. (lacht) Wat de muziek betreft, heb ik wél altijd de drang gehad om iets meer te doen dan wat me voorgeschreven werd. Al op mijn twaalfde was ik mijn eigen stukken aan het maken. Maar na mijn studies heb ik me erg geconformeerd aan de klassieke wereld: ik wilde tot de gevestigde orde van de conservatoria en de gevierde leraars behoren, alsof het geluk daar lag. Ondertussen ben ik van die gedachte losgekomen. Liefde voor mensen en muziek kun je niet in een diploma uitdrukken. Vooral door de laatste jaren veel in Nederland te werken, heb ik dat ingezien. Daar gaan ze in het algemeen minder slaafs met partituren om, ondanks een ijzersterk gevoel voor traditie.
Ik wil weten hoe het was in de tijd van Bach: hoe ze van dierlijk vet kaarsen maakten, hoe iedereen de hele tijd last had van vlooien, uit welk hout de strijkstokken bestonden.
‘Muziek is een katalysator om tot innerlijke rust te komen’, hebt u ooit gezegd. Bent u van nature onrustig?
Glorieux: Mijn aandachtsspanne is heel kort, ja. Als ik voel dat mijn hart echt contact met iets of iemand maakt, kan ik een ongelooflijke focus ontwikkelen. Maar anders springt mijn geest alle kanten op. Daarom drink ik alweer een tijdje geen koffie meer (lacht) en daarom werk ik ook zo graag in projecten: ik bijt me een paar maanden in een onderwerp vast en daarna is het tijd voor wat anders. Van nature ben ik bovendien zeer individualistisch, ik ben héél graag alleen. Maar tegelijk wil ik ook af en toe deel uitmaken van een groter geheel. Al word ik niet echt geholpen door mijn mimetisch vermogen. Als ik in gezelschap ben, heb ik snel de neiging om te kopiëren wat ik zie en hoor. Dan heb ik ogen op mijn armen en pas ik me zodanig aan dat ik een van hen word, alsof ik nooit helemaal mezelf ben.
Wanneer hebt u die rustgevende werking van muziek voor het eerst gevoeld?
Glorieux: Mijn eerste liefde, al duurde ze niet zo lang, was ballet en niet muziek. Ik herinner me als gisteren hoe ik elke beweging al voor me zag nog voor ik ze zou maken. Ballet trok me precies uit mezelf, ik werd er bijzonder rustig van. Als kind deed ik ook aan aikido en chi kung en ook die sporten hebben me enorm gevormd. Mijn vader werkte voor de sociale huisvestingsmaatschappij in de streek rond Kortrijk en zo is hij destijds bevriend geraakt met een Vietnamese vluchteling, Soan Van Pham. Die heeft me geleerd hoe ik moest vallen en op mijn ademhaling moest letten. Hij heeft me echt bewust leren zijn van mijn lichaam. Door zijn lessen nam mijn zelfvertrouwen fors toe. Toen daar cello bijkwam, kon ik al die technieken onbewust ook toepassen op het bespelen van een muziekinstrument.
Is cello spelen een lichamelijke of toch vooral een geestelijke ervaring?
Glorieux: Ik schrik er nog altijd van hoe fysiek het is, hoe je lichaam de klank beïnvloedt. Als je je houding verzorgt, zodat je goed op je zitbeenderen zit en de juiste spieren zich ontspannen, is de klank vrijer. Het is een voortdurende wisselwerking tussen jouw lijf en dat van de cello, wie de dans leidt is nooit volledig duidelijk. Het is ook best sensueel: je voelt de trillingen door je hele lijf gaan, zeker bij de laagste snaar. Net als bij de stem, die ik steeds vaker combineer met de cello. En je kunt iemands psyche ook afleiden van de manier waarop hij of zij cello speelt. De ene wil het instrument domineren, de andere stelt zich eerder onderdanig op.
Hoe speelt u cello?
Glorieux: (denkt na) Geëngageerd luisterend, als dat steek houdt? Ik weet het niet, ik probeer er gewoon een mooi moment van te maken. Bij muzikanten die me echt raken, vergeet ik welk instrument ze spelen.
Zijn uw handen verzekerd?
Glorieux: Ik zou dat eigenlijk moeten doen. In periodes met veel concerten let ik wel op, dan ga ik geen klusjes in huis meer uitvoeren. Voor mijn cello en strijkstok maakt het niet veel uit of die verzekerd zijn, ik neem ze sowieso overal mee naartoe, zelfs als ik snel even met de auto naar de winkel rij of de kinderen ophaal van school. Ik zou het mezelf niet vergeven als ik ze zou kwijtraken en geld zou die emotionele band onmogelijk kunnen compenseren.
Komende winter wilt u met uw cello op de rug van Arnstadt naar Lübeck wandelen, zo’n 340 kilometer ver, in de voetsporen van Bach die in 1705 dezelfde voettocht maakte om orgelspeler Dietrich Buxtehude aan het werk te zien. Waarom?
Glorieux: Het was de bedoeling om de tocht afgelopen winter al af te leggen, maar door corona waren alle herbergen onderweg gesloten. Ik ben meer en meer geïnteresseerd in de sociale geschiedenis van de tijd waarin Bach of andere musici leefden, voor een beter begrip van hun muziek. Hoe het was om met een ganzenveer te schrijven, hoe ze van dierlijk vet kaarsen maakten, hoe iedereen de hele tijd last had van vlooien, uit welk hout de strijkstokken bestonden. Met die wandeltocht wil ik dichter bij de tijd van Bach, maar ook bij het tempo van zijn muziek proberen te komen.
U voelt zich niet thuis in deze tijd?
Glorieux: Toch wel. Onlangs las ik ergens een artikel over waterstofauto’s: ik heb het onmiddellijk uitgescheurd en aan de koelkast opgehangen. Om mezelf en mijn kinderen eraan te herinneren dat we in een zalige tijd leven, zeker op technisch vlak. Als kind maakte ik al schetsen van futuristische auto’s, ik kijk zowel naar voren als naar achteren. Met iets ouds iets nieuws maken, dat vind ik heerlijk.
Ik voel een mateloze aantrekking tot wat er hier voor het christendom moet zijn geweest: de natuurgodsdiensten, de bronnen, de bomen, de mystiek van de natuur.
En wat brengt het wandelen u?
Glorieux: Al sinds mijn puberteit ben ik begeesterd door een citaat van Bruce Chatwin: ‘Walking reduces everything to its right proportions.’ Ik rijd graag in de auto, zeker na een optreden, om alle adrenaline via het asfalt van me af te laten glijden, maar vooral wandelen doet me ongelooflijk veel deugd. Alsof mijn organen weer allemaal op hun juiste plek vallen, alle proporties hersteld worden en mijn positie op deze aarde weer helemaal in evenwicht komt. De traagheid. De details die je in je kunt opnemen. De prikkels, auditief, visueel, qua geur. Zeker in periodes waarin ik muziek aan het schrijven of instuderen ben ga ik vaak wandelen, dikwijls met mijn cello op mijn rug. Dan zet het muziekstuk zich naar mijn voeten, naar mijn wandeltempo, en keert het in harmonie terug naar mijn hoofd.
Terwijl u het zegt, maakt u tussen uw voeten en uw hoofd een circulaire beweging met uw handen.
Glorieux: Dat is nog een restant van de lessen chi kung. De kleine hemelse kringloop, noemen ze het daar. De grote en kleine energiebanen die door ieder mens lopen, tot in onze kleinste cellen, en die een grote invloed hebben op de gezondheid en het zelfhelende vermogen van ons lichaam. Je moet wel je tong tegen je verhemelte duwen, om de kringloop helemaal te sluiten. (lacht) Zo voel ik tijdens het wandelen de muziek ook door mijn lichaam stromen.
‘Wandelen. Het overvalt je aanvankelijk, alsof je oren diep ademhalen: je verwelkomt de stilte als een fikse frisse wind die de wolken verjaagt’, schrijft de Franse filosoof Frédéric Gros in Wandelen, een filosofische gids.
Glorieux: Mijn vrouw en ik woonden vroeger in Elsene en in het weekend kwamen we vaak vluchten bij vrienden hier wat verderop. We moesten weg van de drukte, het lawaai, de snelheid. Dit nieuwe leven in het dorp past veel beter bij ons. In de kerk staat een achttiende-eeuws orgel waar ik geregeld op speel, in de bossen en velden zien we herten, eenden en egels passeren, ik zie eindelijk weer een horizon. Maar de stilte van het dorp kan soms ook drukkend aanvoelen. Op een verloren dinsdagochtend, als alle gewriemel even gestopt is, lijkt het soms alsof er een gordijn over het landschap hangt. Gelukkig slaan de klokken van de kerk om het halfuur, zodat je tenminste de hartslag van de tijd nog voelt. Als je op de juiste plaats in het landschap gaat staan, hoor je de kerkklokken van drie gemeentes door elkaar, in dolby surround.
Hanteert u bepaalde leefregels om uw mentale rust te bewaken?
Glorieux: Sinds we hier wonen, probeer ik als een halve monnik te leven: nauwelijks koffie of alcohol, veel tijd voor mezelf, weinig afleiding. Ik hou het niet altijd even lang vol, maar ik probeer streng te zijn voor mezelf. Ik heb nog wel een Facebook-account en daar worstel ik vaak mee, omdat het als een richel voelt waarbij je gemakkelijk de andere kant, de kant van het ego, uit valt. Maar op deze manier voelt het goed: mijn vrouw maakt bijvoorbeeld een foto – zoals onlangs toen ik hier ergens op mijn rug in het gras lag en me geborgen voelde – en ik plaats er een korte tekst bij, als een gezamenlijk artistiek project.
Gaat u vaak op uw rug in het gras liggen?
Glorieux: Deze middag nog, in de tuin. Ik had vanochtend goed gewerkt en wilde me even ontspannen. Maar ik ben in slaap gevallen en werd pas een uurtje later wakker. (lacht) Sinds het begin van de coronacrisis ga ik ook vaak tegen een bepaalde boom zitten en schrijf ik in een schriftje mijn gedachten neer. Dan koter ik echt in mijn geest, tot in de diepste krochten, Dostojevski achterna.
Wordt u nog dikwijls verrast door uw gedachten?
Glorieux: Ik kan blijven ronddwalen in mijn geest, daar komt geen einde aan. Er gebeurt zo veel op een dag, ik kan dat blijven analyseren.
Twaalf jaar geleden verkocht u alles en ging u op de dool.
Glorieux: Na mijn studies heb ik jarenlang zwarte sneeuw gezien. Elke dag at ik havermout: havermout met olijfolie, havermout met rozijnen, ik wist simpelweg niet wat ik met mijn leven moest aanvangen. Ik heb alles verkocht, ben gestopt met cello spelen en ben van Schaarbeek, waar ik toen woonde, naar mijn geboortedorp Harelbeke gewandeld. Op de speelplaats van mijn vroegere school ben ik in tranen uitgebarsten, ik weet nog altijd niet wat me toen precies overkwam. Ik ben in een cd-winkel gaan werken, had mijn buik vol van de muziekwereld, maar na een jaar ben ik uiteindelijk toch weer zelf muziek beginnen te spelen.
Denkt u nog weleens aan stoppen?
Glorieux: Elke dag. Ik flirt dagelijks met de gedachte aan stoppen. Of ik dan ook vaak aan de dood denk? Sinds ik kinderen heb, is dat doodsbesef heel aanwezig in mijn denken. Door de explosie van leven die zij veroorzaakt hebben, ben ik me veel meer bewust van mijn eigen sterfelijkheid. Als je hier vertrekt, vertrek dan proper, denk ik, nog iets wat ik overgehouden heb aan de chi kung. Daarom voel ik ook een mateloze aantrekking tot wat er hier voor het christendom moet zijn geweest: de natuurgodsdiensten, de bronnen, de bomen, de mystiek van de natuur. Als tiener al kocht ik met mijn eerste centen boeken over de Dode Zeerollen van Qumran, en nu nog kan ik me in zulke onderwerpen compleet verliezen.
Wat is de zin van het leven?
Glorieux: Doorgeven. Sinds corona ben ik de stamboom van mijn familie, die anderen al tot in de veertiende eeuw gereconstrueerd hadden, gaan uitpluizen. Zo heb ik geleerd dat een van mijn voorvaderen, Jean Glorieux, ridder was in het leger van Maria van Bourgondië en dat mijn overgrootvader een bloeiend bedrijf had. Via een site voor nerds heb ik facturen opgekocht waarop onder andere te lezen is waar hij indertijd 80 kilo meel aankocht, en die liggen nu op mijn bureau, als heilige stukken op een altaar. Met de kinderen heb ik enkele weken geleden een uitstap gemaakt naar Henegouwen, waar iemand nog een oude factuur van mijn grootvader had liggen, en onderweg vertel ik dan over de geschiedenis van de streek en de familie. Daar komt het volgens mij uiteindelijk op neer: doorgeven. Mijn grootmoeder is onlangs honderd geworden en zij zei me: ‘Doe wat je graag doet in dit leven, want het is die vreugde die je zult doorgeven.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier