Bruno De Lille Battaille

Brusselse jongeren zijn geen doetjes

Bruno De Lille Battaille Schooldirecteur in Brussel en gewezen Brussels staatssecretaris

In plaats van te blijven praten over de jongeren, moeten we hun potentieel benutten, schrijft Brussels staatssecretaris voor Gelijke Kansen Bruno De Lille (Groen).

Vrouwen die lastiggevallen worden, homo’s die afgetuigd worden, scheldwoorden als ‘makak, sale juif, …’. In Brussel krijg je elke dag op één of andere manier te maken met racisme, seksisme of homofobie. Iedereen is het erover eens: er moet iets aan gebeuren. Heel vaak wordt er meteen met een beschuldigende vinger naar de Brusselse jongeren gewezen. De kutmarokkaantjes, weet u nog? Vervolgens komt er een fatalistische zucht omdat ‘er met die gasten toch niets te beginnen valt, want ze zijn zo, het zit in hun cultuur, hun opvoeding…’. En zo leggen we ons collectief neer bij een probleem en doen we gezamenlijk … niets. De Brusselse jeugd is toch al verloren, dus waarom zouden we er nog energie in steken?

Alleen is dat wel erg makkelijk.

Wie in Brussel woont, weet dat er inderdaad veel jongens – vaak met wortels in de migratie, maar zo zijn er erg veel in Brussel – betrokken zijn bij seksistisch, homofoob of racistisch wangedrag. Twee mannen lopen hand in hand voorbij en de scheldwoorden vliegen over en weer. Een vrouw loopt langs een terras en ze krijgt opmerkingen à volonté. Openlijk. Sans-gêne. En dus zijn we hier – terecht – allemaal erg verontwaardigd over. Nieuwe wetten en regels om deze overlast aan te pakken, vliegen ons dan ook om de haverklap om de oren.

Tegelijk lezen we in de krant dat maar liefst 6 op 10 van de Belgische holebi’s en transgenders aangeeft last te hebben van verdoken homofobie (roddels, spot, …) op het werk. Meer dan 4 op 10 vrouwen zegt op de werkvloer van tijd tot tijd seksistisch behandeld te worden. En de verhalen over mensen die geen werk vinden, niet het gewenste huis mogen huren of geen toegang krijgen tot een discotheek omwille van kleur of herkomst, zijn legio. Het gebeurt ook veel geniepiger, veel subtieler.

En dus is het moeilijk om aan te pakken. Vaak krijgen de slachtoffers hier zelfs te horen dat ze misschien toch wel overdrijven. Dat iedereen moet knokken voor zijn brokken. De verontwaardiging is minder groot, de sense of urgency bijna afwezig. En toch is dit probleem veel groter. Waar blijven de daadkracht, de wetten en regels om deze ontsporingen efficiënter te kunnen aanpakken?

Uit onderzoek blijkt dat zulke ‘hate crimes‘ vaker voorkomen bij mensen die erg macho zijn: mannen en vrouwen met een duidelijk beeld over hoe anderen zich moeten gedragen, over hoe de maatschappij hoort te zijn. Alleen is machisme niet aangeboren maar aangeleerd: je krijgt het mee met je opvoeding, met je cultuur. En dat maakt dan ook dat het wel degelijk zin heeft dit gedrag aan te pakken. Via opvoeding, via onderwijs, … Want gedrag laat zich wel degelijk bijsturen.

In plaats van te blijven praten over de jongeren, moeten we hun potentieel benutten

Daarover ben ik erg hoopvol. Meer dan 300 jongeren van D’Broej organiseerden zelf een optocht tegen pesten, armoede en discriminatie. Recht uit de kindermond de straat op. Ze laten hun stem horen. En recent werkten 500 Brusselse jongeren van een twintigtal jeugdhuizen en verenigingen een jaar lang rond racisme, seksisme en homofobie. Niet apart, maar samen. En van onderuit: ze maakten filmpjes, toneelvoorstellingen, foto’s, ze discussieerden … Wilden ze ondersteuning, dan kregen ze die.

En nee, het ging niet alleen over het racisme waar ze zelf elke dag mee geconfronteerd worden. De jongeren kwamen zelf met filmpjes over seksisme, homofobie. Als het over racisme ging, werden net zo goed de vooroordelen over Chinezen, joden als die over moslims en Marokkanen besproken. Ze kaarten de problematiek zélf aan en legden zélf de link tussen de verschillende soorten hate crimes.

En dat levert iets op. Als je jongeren dus zelf de verantwoordelijkheid geeft, als je toont dat je iets van hen verwacht, als je niet denkt in hun plaats maar ze hun eigen ding laat doen: dan geef je ze echte kansen en dan slagen ze er keer op keer in om je te verrassen.

In plaats van te blijven praten over de jongeren, moeten we hun potentieel benutten. Zo krijg je duurzaam resultaat, zo verander je de stad.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content