Brusselse gemeentes volgen al meer dan tien jaar transparantieregels niet

Het onderzoek werd ironisch de 'Brussels Papers' genoemd. © iStock
Thierry Denoël
Thierry Denoël Journalist Le Vif/L'Express

Sinds 2006 zijn Brusselse publieke mandatarissen gebonden aan strenge transparantieregels over hun mandaten en lonen. Terwijl het Brussels parlement nu in de nasleep van de Samusocial-affaire nieuwe teksten opstelt over goed bestuur, controleerden zes media of de regels van 2006 überhaupt nageleefd worden door de gemeentes. Het resultaat is teleurstellend.

Het beeld had iets christelijks, in de stijl van Leonardo Da Vinci: omringd door tien fractieleiders vierde de voorzitter van het Brussels parlement Charles Picqué (PS) op 28 november de nieuwe Bijbel van het goed bestuur.

De presentatie van de nieuwe Brusselse regels omtrent goed bestuur in het gewestelijk halfrond, 28 november 2017. Van links naar rechts: Johan Van Den Driessche (N-VA), Benoît Cerexhe (CDH), Zoé Genot (Ecolo), Els Ampe (Open VLD), Vincent De Wolf (MR), Charles Picqué (PS), Bruno De Lille (Groen), Caroline Desir (PS), Emmanuel De Block (DEFI), Jef Van Damme (SP.A), Paul Delva (CD&V).
De presentatie van de nieuwe Brusselse regels omtrent goed bestuur in het gewestelijk halfrond, 28 november 2017. Van links naar rechts: Johan Van Den Driessche (N-VA), Benoît Cerexhe (CDH), Zoé Genot (Ecolo), Els Ampe (Open VLD), Vincent De Wolf (MR), Charles Picqué (PS), Bruno De Lille (Groen), Caroline Desir (PS), Emmanuel De Block (DEFI), Jef Van Damme (SP.A), Paul Delva (CD&V).© Belga

Tegenover de pers stak iedere vertegenwoordiger toen een preek af, in het Frans of in het Nederlands, elkaar feliciterend voor de vier ontwerpteksten die voortaan in Brussel als evangeliën van transparantie dienst zouden doen.

Als je hen mocht geloven, was er een ware revolutie aan de gang. Dat is verbazend want die revolutie had eigenlijk al in 2006 plaats moeten vinden. Meer dan tien jaar geleden werd er namelijk een tekst over transparantie, die vandaag nog steeds van kracht is, in hetzelfde Parlement goedgekeurd. Deze tekst werd toen ook al voorgesteld als de motor van verandering van de politieke zeden.

Meer dan tien jaar geleden werd er ook al een tekst over transparantie goedgekeurd…

De bepaling van 12 januari 2006 over de ’transparantie van de vergoedingen en voordelen van de openbare Brusselse mandatarissen’ was een opmerkelijke stap vooruit. Ze bekrachtigde het fameuze plafond van 150% voor de vergoeding van de mandatarissen, wat neerkomt op 1,5 maal de brutovergoeding van een federaal Kamerlid. Het plafond gold en geldt nog steeds voor ‘de burgemeesters, de schepenen en gemeenteraadsleden, raadsleden en leden van politiecolleges, elk lid van een beheersorgaan van een openbaar organisme’.

Naast de mandaten van verkozenen had de bepaling ook betrekking op afgeleide mandaten, de mandaten die zich aan de rand van de politieke microkosmos bevinden. Het gaat hier bijvoorbeeld over mandaten die de gemeenteraad toekent binnen intercommunales of gemeentelijke vzw’s (zwembaden, sportieve en culturele verenigingen). Die afgeleide mandaten, die soms veel kunnen opbrengen, maken deel uit van een ware transfermarkt in het begin van elke legislatuur.

De bepaling van 2006 voorziet ook dat de mandaten (inclusief de afgeleide mandaten) moeten aangegeven worden bij de gemeentelijke secretarissen, net zoals de vergoedingen, voordelen van alle aard, en representatiekosten. De gemeentelijke secretarissen moeten een jaarlijks rapport opmaken met die gegevens dat ze op hun beurt doorgeven aan de toezichthoudende overheid, of het Gewest, dat geacht wordt te controleren dat niemand het plafond van 150% overschrijdt. Aan overtredingen hangen zware sancties vast, mandatarissen kunnen tot drie jaar gevangenisstraf krijgen en onverkiesbaar gesteld worden voor de volgende gemeentelijke verkiezingen.

Het Brussels Gewest voerde geen enkele controle uit op de naleving van het vergoedingsplafond.

Bracht de bepaling van 2006 de beloofde zedenverandering? Wel, van papier naar praktijk blijkt een moeilijke stap. Ten eerste werd de bepaling van 2006 niet omgezet in uitvoeringsbesluiten. Daarnaast voerde het Brussels Gewest geen enkele controle uit op de naleving van het plafond.

De huidige minister-president Rudy Vervoort (PS) creëerde wel een cel transparantie om die taak te volbrengen, maar dit blijkt een spookcel te zijn, gehuisvest in de Brusselse administratie en onmogelijk te contacteren. Er werkt slechts één ambtenaar (halftijds) en die beperkt zich tot het archiveren van mandataris- en vergoedingslijsten doorgegeven door de gemeentelijke secretarissen – als ze al worden doorgegeven – zonder ook maar iets te onderzoeken of te controleren. De bepaling van 2006 bepaalde echter duidelijk in artikel 8 dat de overheid een jaarlijk rapport publiceert over de toepassing van de bepaling. Nooit is dit gebeurd.

De cel transparantie is een spookcel, er werkt slechts één ambtenaar (halftijds) en die beperkt zich tot het archiveren van mandataris- en vergoedingslijsten.

6 media versus 19 gemeentes

Het Brussels Gewest heeft zijn taak duidelijk nooit ernstig opgenomen. Hoe zit het met de gemeentelijke secretarissen, hebben zij wel hun missie volbracht? Hebben de Brusselse schepencolleges, zoals de bepaling het voorschrijft, een jaarlijks verslag gepubliceerd met het ‘gedetailleerde overzicht van vergoedingen en voordelen van alle aard en van de representatiekosten toegekend aan hun publieke mandatarissen’, en van een lijst met reizen waaraan ze deelgenomen hebben in de uitvoering van hun functie? En hebben ze die verslagen publiek gemaakt?

Dat controleerden Le Vif/L’Express, RTBF, VRT, La Capitale, Het Nieuwsblad en Bruzz op aansporing van de website transparencia.be. Deze zes media – Franstalig en Nederlandstalig, geschreven en audiovisueel – verenigden zich om onderzoek te doen naar die Brusselse documenten, lichtjes ironisch de ‘Brussels Papers’ genoemd.

Concreet werd aan de 19 Brusselse gemeentes, via transparencia.be, gevraagd om jaarlijkse transparantierapporten aan te leveren, rapporten die de gemeentes sinds 2006 geacht worden te publiceren, met de lijsten van mandaten en vergoedingen van hun publieke mandatarissen.

Ze kregen eind juni, begin juli een eerste aanvraag. Een tweede eind september, begin oktober. En voor de weerbarstige gemeentes – bijna allemaal – werd begin november een advies gevraagd aan de Commissie voor Toegang tot Bestuursdocumenten (CTB) van Brussel.

Het klassement werd in gekleurde barometers gegoten, van geen antwoord op onze vraag (donkerrood) tot een volledig antwoord (donkergroen). Wanneer we het begin van een antwoord kregen over de afgeleide mandaten werden de gemeentes in het oranje-groene deel geplaatst. Wanneer het antwoord enkel de vergoedingen en de diverse kosten van de door verkiezing verkregen mandaten (waarvan de barema’s trouwens sowieso gekend zijn) bevatte, werden de gemeentes in de oranjerode zone geklasseerd.

De resultaten van de bevraging omtrent transparantie en het volgen van de gemaakt afspraken in 2006.
De resultaten van de bevraging omtrent transparantie en het volgen van de gemaakt afspraken in 2006.© Le Vif/L’Express

Sommige gemeentes weigerden te antwoorden via transparencia.be, vroegen een privé postadres (Schaarbeek, Evere, Jette…), of zelfs een ondertekende aanvraagbrief, en dat terwijl verzoeken via e-mail wel degelijk als geldig beschouwd worden door de rechtspraak inzake openbaarheid van bestuur.

Anderen hebben aan de vraag zelfs geen gevolg gegeven (Ganshoren, Sint-Agatha-Berchem). In het geval van Sint-Agatha Berchem vonden de media uiteindelijk wel transparantieverslagen op hun website. Elsene heeft dan weer eerst naar de transparentiecel van het Brussels Gewest verwezen terwijl gemeentes wel degelijk geacht worden zélf een jaarlijks rapport te publiceren.

De Brusselse CTB verleende gunstige adviezen aan de verzoeken van de zes media. Volgens die commissie moeten de gemeentes sinds 2006 wel degelijk jaarlijkse rapporten publiceren, met inbegrip van de rechtvaardigingsstukken die dienen om die jaarlijkse rapporten op te stellen. Maar volgens de commissie zijn gemeentes wel niet verplicht een rapport te schrijven als dat nog niet bestaat.

Het globaal resultaat van het onderzoek is teleurstellend. Bijna de helft van de gemeentes zitten in de rode en donkeroranje zone, acht in de lichtoranje zone, met een gemiddelde score dus, en slechts twee in de groene zone. Er zit maar één gemeente in de lichtgroene zone, en dat is Bosvoorde. En één in de middelgroene zone: Etterbeek.

Vaak begonnen gemeentes pas onder druk van de vragen van de media het transparantiespel te spelen.

Ten opzichte van de beloftes gemaakt in 2006 is dit resultaat heel mager. En het was vaak pas onder druk van de vragen van de zes media dat sommige gemeentes toch het transparantiespel begonnen mee te spelen. Als bij toverslag verschenen sommige jaarlijkse verslagen of kadasters van afgeleide mandaten plots op de gemeentelijke websites, kort na de eerste verzoeken die via transparancia.be verstuurd werden. De vorige aanvragen die maanden eerder door ‘gewone burgers’ gedaan werden hadden minder effect.

Kortom, de grote meerderheid van de Brusselse gemeentes sprong nonchalant om met de bepaling over de transparantie van de mandaten, in het bijzonder met die over de afgeleide mandaten. Elf jaar lang trokken ze zich niets aan van de wet en de kiezers, net zoals het Brussels Gewest overigens.

In juni 2017 ondertekenden tien Brusselse volksvertegenwoordigers een plechtig engagement, onder meer om de bepaling van 2006 te laten naleven en indien nodig bindende maatregelen uit te werken. Het probleem is dus wel degelijk gekend…

Uiteindelijk bereidden de democratische partijen van het Brussels parlement nieuwe teksten voor over de transparantie die het toepassingsveld van de bepaling van 2006 nog uitbreiden. Die teksten voorzien een betere controle (een cel transparantie binnen het parlement) en een online publicatie van alle mandaten en vergoedingen (met inbegrip van de privé-vergoedingen per inkomstschijf). Een commissie deontologie zou sancties kunnen uitschrijven: afhouden van 10 à 100% van het salaris, onverkiesbaarheid. Er wordt niet meer over gevangenisstraf gesproken omdat dat volgens sommigen niet toepasbaar was. Emmanuel De Bock (DEFI) verzekert: ‘Onze nieuwe teksten gaan veel verder dan wat er in andere Gewesten bestaat.’

Hopelijk worden de teksten dan ook beter toegepast dan die van 2006 – overigens nog steeds van kracht. Je moet blijkbaar vandaag goedgelovig zijn om in het Brussels Gewest nog maar te vertrouwen op een schijn van transparantie.

Via transparencia.be kunnen burgers die toegang willen krijgen tot een administratief document hun vraag invullen via een online formulier. De vraag wordt automatisch naar de betroffen administratie gericht dankzij software op punt gesteld door de Britse ONG My Society, dat achter de website whatdotheyknow.com zit. Sinds de oprichting op initiatief van anticorruptieplatform anticor.be en cumuleo.be (barometer van cumul van mandaten) kent transparencia.be al heel wat succes. De website irriteert vele mandatarissen die klagen dat ze overstelpt worden door aanvragen. Aan transparantie wennen blijkt tijd te kosten.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content