Jan Wostyn

‘Brussel wordt het BHV van dit decennium’

Jan Wostyn Co-voorzitter van Vista

‘De complete patstelling in Brussel zou kunnen geklasseerd worden als wat couleur locale van een gewest dat altijd een complex buitenbeentje is geweest, ware het niet dat dit gewest intussen virtueel failliet is’, schrijft Jan Wostyn van Vista over de steeds uitzichtlozer wordende Brusselse formatie.

Bij de start van het jaar is het altijd goed even vooruit te kijken. Wat brengt ons 2025 op politiek vlak? Federaal blijft Arizona een lastig verhaal, maar niemand ziet een geloofwaardig alternatief. In Brussel is de situatie echter veel hopelozer. Daar zijn de onderhandelingen nog niet eens begonnen. Eerst was het maandenlang wachten op een Nederlandstalige meerderheid. Toen die er eindelijk was, inclusief N-VA, werd de Franstalige meerderheid meteen aan diggelen geslagen. De Brusselse PS weigerde vlakaf het Gewest te besturen met N-VA. Ook meer dan een maand later zit de situatie nog steeds muurvast.

Formateur David Leisterh (MR) probeerde wel nog allerlei manoeuvres via Défi en Ecolo maar lijkt de wanhoop nabij. Naar de Koning gaan is geen optie in Brussel, verzuchtte hij nog, waar hij ongetwijfeld zijn ontslag had willen indienen. Finaal riep hij dan maar samen met MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez de nationale voorzitters op zich te moeien, maar ook dat viel op een koude steen. Toch bleef dit initiatief niet helemaal zonder gevolgen. Omdat Sophie Rohonyi (voorzitter Défi) dit initiatief niet categoriek genoeg van de hand wees, besloot oud-voorzitter Olivier Maingain in de week voor Kerstmis de deur achter zich dicht te slaan. Hij wil op 66-jarige leeftijd de partij herstichten. Het lijkt vooral een laatste stuiptrekking van een icoon van het oude fransdolle FDF, de partij die in de jaren 70 Brussel nog wilde uitbreiden met 15 Vlaamse randgemeenten.

Défi blijft graag dromen van Brussel als een oasis francophone waar het Nederlands formeel tot een tweederangsrol wordt gedegradeerd. Dat gaat echter lijnrecht in tegen de evolutie waarbij het Nederlands vooral de laatste 10 jaar net aan belang wint, vooral in het onderwijs én op de arbeidsmarkt. Vandaag is Brussel eerder verworden tot een oasis en faillite, dankzij de laatste coalitie waar Défi nota bene deel van uitmaakte. De partij werd genadeloos afgestraft bij de verkiezingen en verloor bijna de helft van haar zetels. Het vertrek van Maingain betekent een nieuwe aderlating, die finaal vooral een fusie tussen het noodlijdende Défi en Les Engagés een stapje dichterbij brengt. Brusselaars dromen al lang niet meer van een Franstalige oase, wel van een oase zonder Kalasjnikovs die haar rekeningen op orde heeft.

De complete patstelling in Brussel zou kunnen geklasseerd worden als wat couleur locale van een gewest dat altijd een complex buitenbeentje is geweest, ware het niet dat dit gewest intussen virtueel failliet is. Bij navraag van de laatste cijfers door Benjamin Dalle (CD&V), waarvan de PS hoopt dat hij de plaats van N-VA kan innemen, bleek de situatie namelijk nog veel erger dan tot nu toe gedacht. Bij ongewijzigd beleid zou het tekort verder oplopen van 1,3 miljard naar 2,46 miljard, met een schuldgraad van 265% van de inkomsten. Onhoudbaar. Niettemin blijft minister van Begroting Sven Gatz (Open VLD) gewoon verder op post, terwijl hij een hele legislatuur stellig had beweerd dat er tegen 2024 een evenwicht zou zijn. Politieke verantwoordelijkheid betekent in Brussel helaas helemaal niets en verklaart ook hoe het Gewest ooit zo is kunnen afglijden.

Onvermijdelijk zal in 2025 het dossier “Brussel” daarom ook op de federale tafel komen. Toen de banken weigerden nog geld te lenen aan Luik, Charleroi en Bergen, moest de Waalse overheid tussenkomen met extra leningen. Indien het Brussels Gewest in de lente een nieuwe downgrade krijgt en hetzelfde lot ondergaat, kan enkel een federale tussenkomst nog soelaas kan brengen. Dat impliceert echter noodzakelijkerwijze een staatshervorming want de geldstromen naar de deelstaten zijn vastgelegd in de Bijzondere Financieringswet. Her en der gaan tegelijk ook stemmen op om het Brusselse kiesstelsel te herzien, zogezegd omdat het niet meer zou aangepast zijn aan de Brusselse “meertalige” realiteit. Dit is echter vooral schijnargument om te morrelen aan de bescherming van de Nederlandstalige minderheid. Communautaire splijtstof die van Brussel wel eens het BHV van dit decennium zou kunnen maken.

De Vlaamse partijen lijken het gevaar nauwelijks te zien en lijken Brussel mentaal losgelaten te hebben. Dat is eigenlijk volledig ten onrechte, want Brussel blijft van kapitaal belang voor de Vlaamse economie. Elke dag pendelen 266.400 Vlamingen naar Brussel, bijna dubbel zoveel als Walen. Bovendien is de positie van het Nederlands is paradoxaal genoeg de laatste jaren nooit zo sterk geweest als vandaag. Meer dan 100.000 leerlingen en studenten volgen les in een Nederlandstalige instelling. In de kleuterscholen is dat intussen meer dan 1 op 4 (26,6%), in het hoger onderwijs zelfs 1 op 3. Overal is de trend stijgend, in tegenstelling tot het Franstalige onderwijs dat elk jaar leerlingen verliest.

Zij die de Nederlandstaligen in Brussel dus beschouwen als één van de vele minderheden, wat bon ton is bij kosmopolitische intellectuelen, vergissen zich dus schromelijk. Een sterke politieke vertegenwoordiging van Vlaanderen in Brussel blijft een absolute must en is ook goed voor de Brusselaar zelf. De ironie is namelijk dat de enige instellingen waarop straks niet bespaard zal moeten worden net de instellingen van de Vlaamse gemeenschap zijn. In het ondoorzichtelijke kluwen van Brusselse agentschappen en vzw´s zal onvermijdelijk een grote rationalisatie moeten gebeuren. Maar ook de Franse gemeenschap bokst al jaren boven haar gewicht en spendeert jaarlijks 1,3 miljard te veel. Daar voorziet men een evenwicht tegen 2034. Ook die besparingsoperatie zal zich in Brussel laten voelen, zowel in het onderwijs, de vele cultuurinstellingen als de RTBF, waaraan de Franse gemeenschap 50% meer besteedt per hoofd van de bevolking dan Vlaanderen aan de VRT.

De saga rond de splitsing van BHV sleepte eindeloos aan van 2007 tot 2012, terwijl de hervorming eigenlijk al bij al een vrij eenvoudige ingreep was. Het betekende echter het definitieve einde van de Franstalige politieke macht in Vlaanderen, wat verklaart waarom het finaal toch allemaal zo moeizaam verliep. In vergelijking met een hervorming van het Brussels Gewest is dat echter klein bier. Sinds de eerste staatshervorming in 1970 is er nooit een structurele “oplossing” voor Brussel geweest. Een nieuwe machtsstrijd over de politieke controle over Brussel dient zich aan. Voor sommige Franstaligen blijft het onverteerbaar dat ze in Brussel de macht moeten delen met die vervelende Nederlandstalige minderheid. Door hun eigen wanbeleid hebben ze echter feilloos geïllustreerd dat de Brusselaar, van welke taal of origine dan ook, vooral baat heeft bij meer Vlaamse inmenging. Benieuwd hoelang de gesprekken daarover zullen duren.

Jan Wostyn is voorzitter van Vista, een politieke beweging die een Vlaams, sociaal en progressief alternatief voorstaat, dat de particratie doorbreekt.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content