‘Heinrich Himmler privé’ werd samengesteld door historicus en nazispecialist Michael Wildt en Katrin Himmler, politicologe en achternicht van nazichef Heinrich Himmler.
Op 23 mei 1945 pleegde Heinrich Himmler, een van de grootste oorlogsmisdadigers, zelfmoord met een cyanidecapsule. Een paar weken later vernam zijn vrouw Marga, die gevangen zat in een villa bij Rome, van de Amerikaanse journaliste Ann Stringer dat haar man dood was. ‘Mevrouw Himmler toonde geen enkele emotie. Het was de meest kille demonstratie van absolute controle over menselijke gevoelens die ik ooit heb meegemaakt’, schreef Stringer.
Net geen zeventig jaar na de dood van Himmler zijn zo’n tweehonderd brieven aan zijn vrouw in het Nederlands gepubliceerd. Het gaat om persoonlijke correspondentie vanaf 1927, toen ze elkaar voor het eerst ontmoetten, tot 1945. ‘Heinrich Himmler privé’ werd samengesteld door historicus en nazispecialist Michael Wildt en Katrin Himmler, politicologe en achternicht van Heinrich Himmler. Ze had eerder al ‘De gebroeders Himmler’ gepubliceerd. Heinrich Himmler had een oudere en een jongere broer.
Lieve vrouwtje van me
Om meteen duidelijk te zijn: veel literaire en historische waarde hebben de brieven van Himmler aan zijn vrouw niet. Ook de brieven van zijn vrouw niet, want hier en daar staan die ook in ‘H.H. privé’. Over Joden spreken geen van beiden, op een enkele uitzondering na. Veel brieven, vooral in de eerste periode dat ze elkaar leerden kennen, zijn soms saai en bevatten veel herhalingen. Overigens hebben de samenstellers een strenge keuze gemaakt. Wel is het zo dat door de correspondentie het privéleven van geen enkele nazileider zo goed gedocumenteerd is als dat van Himmler. Niets laat vermoeden, zo luidt het bij de samenstellers, dat toen ze trouwden in 1928 Himmler een massamoordenaar zou worden. Hij had landbouwstudies gedaan, zij was een gescheiden verpleegster. Zeven jaar ouder dan haar man. Ze kregen een dochter en adopteerden een zoon. Maar luidt het in 1927 nog ‘Lieve lieve vrouwtje van me’, in 1944 is het ‘Beste mammie van me’. En al snel moppert Marga omdat haar man vaak afwezig is. ‘Laat die vervelende partij toch,’ klinkt het al in 1928.
Maîtresse
In snel tempo werkte Himmler zich op binnen de partij en werd hij een van de machtigste mannen. Hij kreeg de leiding van de pas opgerichte Schutzstaffel (SS) die toen Hitlers lijfwacht was. In 1934 was hij al chef van de Gestapo, twee jaar later van de complete Duitse politie waartoe ook de Waffen-SS hoorde. Zijn verantwoordelijkheid voor de gruwel van de concentratiekampen was enorm. Bij al zijn opdrachten werd hij ook nog rijksminister Binnenlandse Zaken en een jaar later, in 1944, chef van het binnenlands leger. Vreemd genoeg heeft hij het over al die activiteiten zo goed als nooit in zijn brieven aan Marga. Het blijft bij vage woorden. Dat hij het bijzonder druk heeft bijvoorbeeld of in juli 1941: ‘Er is veel gaande dezer dagen’. Nazi-Duitsland had de Sovjet-Unie aangevallen. Zijn brieven worden wel korter, formeler. Intussen heeft hij al geruime tijd een maîtresse: zijn privésecretaresse Hedwig Potthast met wie hij een zoon en een dochter had. Marga wist van de relatie die Himmler een ‘arische’ uitleg gaf. Hij had in 1939-1940 openlijk het verwekken van onechte kinderen en tweede huwelijken (Friedelehen) voor leden van de SS gepropageerd.
Brusselse rommelmarkt
Over de echtheid van de brieven bestaat zo goed als geen twijfel, het Bundesarchiv garandeert die. Hoe de documenten uiteindelijk in Israël zijn terechtgekomen blijft flou. Het verhaal begint bij twee Amerikaanse soldaten die blijkbaar uit de woning van Himmler in Gmund am Tegernsee een en ander hadden meegenomen. Een officier én historicus had door wat ze meehadden en trachtte wat te kopen. Een van de twee speelde mee en zo kwam de officier in het bezit van onder meer dagboeken van de jonge Himmler tot het jaar 1922. Na heel wat peripetieën kwam het Bundesarchiv ervan in het bezit. Pakweg veertig jaar geleden doken de dagboeken 1927-1945 in Israël op, samen met wat ander materiaal. Hoe het er geraakt is, blijft een raadsel. Er wordt zelfs gezegd dat het gekocht werd op een rommelmarkt in Brussel.
Geheime onderhandelingen
Het is zo goed als zeker dat Marga en Heinrich Himmler elkaar na 1940 nauwelijks zagen, maar wel nog contact hadden. Op 17 april 1945 schrijft Himmler zijn laatste brief aan Marga: ‘De tijden zijn voor ons allemaal ongelooflijk moeilijk en toch – alles zal zich, daar ben ik vast van overtuigd, toch nog ten goede keren. Maar moeilijk is het.’ Het lijkt een afscheidsbrief die hij uitzonderlijk ondertekende met ‘Heil Hitler’. Hij was intussen wel al geheime onderhandelingen gestart met de geallieerden om een einde te maken aan de oorlog. Toen Hitler dat hoorde, ontnam hij Himmler alle bevoegdheden.
Duizend lijken
De brieven van Himmler mogen historisch van niet zo groot belang zijn, de samenstellers van ‘H.H. privé’ plaatsen ze meestal in een boeiende en verrassende context. Terecht plaatst Michael Wildt naast een brief van Himmler ook zijn beruchte toespraak van 4 oktober 1943 voor de SS-top in Posen en vertelt hij wat er gebeurde terwijl Himmler zijn brieven naar huis schreef: ‘De meesten van jullie zullen wel weten wat het betekent wanneer er honderd lijken bijeen liggen, wanneer er vijfhonderd liggen, wanneer er duizend liggen. Dat we dit hebben doorstaan en daarbij – afgezien van gevallen van menselijke zwakheid – fatsoenlijk zijn gebleven, dat heeft ons hard gemaakt. Het vormt een nimmer geschreven en nimmer te schrijven roemrijke bladzij uit onze geschiedenis.’
Katrin Himmler & Michael Wildt, ‘Heinrich Himmler privé’, Atlas Contact, 351p., 29,99 euro
Fred Braeckman
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier