Adolf Hitler kon charmant zijn, had een privéleven, was wellicht geen homo en hield van weelde. De Duitse historicus Volker Ullrich schreef met ‘De jaren van opkomst’ het eerste deel van een magistrale Hitlerbiografie waarin hij heel wat clichés weerlegt.
In bibliotheken bevinden zich 120.000 werken over Hitler, zo telde de Duitse essayist en uitgever van de Frankfurter Allgemeine Zeitung, Frank Schirrmacher, in 1998 toen Ian Kershaws alom geprezen ‘definitieve’ Hitlerbiografie verscheen. De Amerikaanse historicus John Lukacs sprak in diezelfde periode van meer dan honderd biografieën. Hoe dan ook: een immens aantal. En sindsdien zijn er nog een flink pak bijgekomen. Ullrich geeft een indrukwekkende – niet eens complete – opsomming in de inleiding van zijn nieuwe biografie die zonder de noten 750 bladzijden telt. Stuk voor stuk boeiend. En voor alle duidelijkheid: dit is nog maar het eerste van twee delen. Het gaat van 1889 tot 1939. Het tweede, nog te verschijnen deel, begint net vóór WOII.
Lebensraum
Ullrich wil in zijn biografie vooral de mens laten zien. Iets wat andere ernstige biografen minder of niet deden. Wat niet wil zeggen dat hij ook maar enige sympathie voor de nazileider toont of wekt. Of zijn misdaden wil vergoelijken. Bijna onbegrijpelijk na de bergen boeken die al gepubliceerd zijn, is dat Ullrich toch nog nieuwe of zo goed als niet gebruikte bronnen ontdekte. Nooit gepubliceerde brieven van Rudolf Hess bijvoorbeeld, maar ook van een student die in 1920 met Hitler sprak. Daarin blijkt hij het al te hebben over de verwijdering van de Joden. In een interview met Der Spiegel legt Ullrich uit dat dit niet meteen op de Endlösung wijst, wel op hun verwijdering uit Duitsland. De systematische moord op de Joden kwam pas bij het begin van WOII op tafel. Overigens stelt Ullrich heel duidelijk dat Hitler vanaf het begin van zijn opkomst meer wou dan een herziening van het Verdrag van Versailles. De Joden verwijderen en Lebensraum in het Oosten creëren stonden vooraan in zijn moorddadige agenda.
Acteur en demagoog
Tot een echt antwoord op de vraag hoe Hitler als mens was, komt Ullrich niet. Hij laat in zijn overtuigende bio verstaan dat dit wellicht onmogelijk is. Hitler was een acteur met een ongelooflijk talent. Een demagoog die goed toneel speelde. Een bewijs daarvan zijn de vele toespraken die vriendelijk en zachtaardig begonnen en eindigden op pure, bewust gespeelde razernij. Uit veel getuigenissen blijkt dat hij heel charmant kon zijn, vriendelijk ook tegen mensen die hij helemaal niet mocht. Andersom was ook mogelijk.
Asceet
Heel wat algemeen aanvaarde opinies over Hitler brengt Ullrich naar de versnipperaar. Of hij nuanceert de clichés. Zo stelt hij dat het geestelijk vermogen van de gewezen korporaal niet zo beperkt was als veel biografen doen vermoeden. Hij las heel wat boeken (vooral over architectuur), was een fervent bioscoopbezoeker, wist veel van auto’s, had belangstelling voor kunst, muziek, techniek. Bovendien had hij een olifantengeheugen, ook voor getallen. Dat hij geen persoonlijke genoegens had en alleen in dienst van ‘volk en rijk’ wou staan, heeft ook weinig met de werkelijkheid te maken. De duurste en nieuwste Mercedes was maar net goed genoeg. Toen hij rijkskanselier werd maakte hij met veel lawaai bekend dat hij van zijn inkomen afzag. Een jaar daarna aanvaardde hij toch de marken. In alle stilte. Een asceet was hij niet. Wel een vegetariër die geen alcohol dronk, maar geen snoep of gebak kon missen.
Seks en trance
Zijn houding tegenover vrouwen en zijn seksleven komen uiteraard ook ter sprake in Ullrichs bio. Zo zijn er nergens bewijzen dat hij homo was. Wel dat begin jaren twintig partijleden een overdreven omgang met vrouwen noteerden. Meestal jonge vrouwen ofwel mama’s: moederlijke vriendinnen. Hoewel jonger dan Hitler, hoorde daar Winifred Wagner bij. Velen waren gefascineerd door zijn blauwe ogen. Of Hitler in staat was tot seksuele relaties, laat Ullrich min of meer in het midden. Wel is zeker dat hij gevoelig was voor vrouwelijke charmes. En voor Ullrich staat het wel vast dat zijn verhouding met Eva Braun meer dan platonisch was. Dat hij maar één testikel zou hebben gehad door een kwetsuur tijdens WOI is niet bewezen. Uit die periode dateert nog een ander weinig plausibel verhaal. Het lijkt redelijk dat hij door mosterdgas zou zijn getroffen. Maar dat wordt ontkend door een psychiater die zijn ‘blindheid’ hysterisch noemde. Hij genas hem met hypnose maar vergat hem daarna uit de trance te wekken. Waarbij Ulrich ironisch opmerkt: ‘Zo lijkt de latere dictator met zijn sterke besef van een roeping en zijn geloof in de Voorzienigheid, het slachtoffer van een begonnen, maar niet afgemaakte hypnotische behandeling!’
Ullrichs biografie, ook al door de vlotte stijl en de thematische compositie, leest aanstekelijk en verslavend. Doorspekt met honderden citaten krijg je een beeld van een crimineel die ook mens was. Welk soort mens, kan elke lezer voor zichzelf bepalen. Ulrich zorgt genereus voor het nodige materiaal. Het is met ongeduld uitkijken naar het tweede deel van misschien wel de beste Hitlerbiografie tot nu toe.
Volker Ullrich, ‘Adolf Hitler: De jaren van opkomst’, De Arbeiderspers, 960p., 49,95 euro
Fred Braeckman
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier