Matthias Dobbelaere-Welvaert
‘Blaast Vivaldi terug muziek in privacy? Misschien. Misschien ook helemaal niet’
‘Waar is onze privacy gebleven’, vraag Matthias Dobbelaere-Welvaert nu de regering De Croo uit de startblokken is geschoten.
Krijgen we eindelijk onze privacy terug? Het antwoord is Belgisch: misschien wel misschien niet.
Het regeerakkoord zelf bevat zeven keer ‘privacy’. Dat is op zich al een goed teken. Het feit dat de nieuwe bemanning erkent dat er zoiets bestaat als privacy is op zich al een goede evolutie. De vermeldingen over privacy kaderen toch vooral rond gezondheid, innovatie en armoedebestrijding. Corona is natuurlijk nooit ver weg, dus men oppert dat er meer data moet beschikbaar gemaakt worden voor het grote publiek, natuurlijk wel – ho maar – op een manier “die de individuele privacy respecteert“. Hoe men het anders zou doen, is niet meteen duidelijk (een digitale schandpaal van alle Corona-patiënten?), maar goed. Men borduurt verder met een gezondheidsplan en ‘essentiële datacollectie’, en verduidelijkt daar meteen bij dat dit in respect zal gebeuren met de privacywetgeving en de GDPR (het boze woord is gevallen).
Blaast Vivaldi terug muziek in privacy? Misschien. Misschien ook helemaal niet.
Wat opvalt, is dat men geenszins een termijn vastlegt om af te stappen van Coronadatabanken en -maatregelen. Meer zelfs, de tracing (niet alleen van individuen, maar ook van vieze virussen) zou eerder iets permanent moeten worden. Het regeerakkoord spreekt over een eerste en tweede verdedigingslinie. Oorlogstaal staat toch altijd dat tikkeltje stoerder.
Lezen we verder, dan maakt privacy haar opwachting bij een ‘gecoördineerd federaal beleid inzake open data’, bij belastingontduiking, maar ook bij sociale rechten.
Deze passage bij ‘Ethische dossiers‘ is er één die ik u in haar volledigheid niet wil onthouden:
‘België moet een kenniseconomie met hoge ethische standaarden worden waarin wetenschappelijke vrijheid en fundamentele burgerrechten elkaar niet in de weg zitten maar elkaar net versterken. Daarom zal de regering bekijken hoe we tot nieuwe ethische evenwichten kunnen komen in belangrijke domeinen zoals privacy, bio-ethiek, robotica en artificiële intelligentie.’
Kijk, daar word je als privacy-activist blij van. Hoewel het allemaal knap wollig verwoord is, moeten we vaststellen dat er minstens sprake is van goede wil. Er is minstens nu het sprankeltje hoop dat er wat minder snel geroepen zal worden, wat minder ego-projectjes gelanceerd, en vooral wat meer bezinning dan in de tijd dat de N-VA als Law & Order-partij in de federale coalite zat.
Een slak op de goede weg, wint het van een haas op de verkeerde weg. Onze Belgische Corona-applicatie kan ervan meespreken.
De politici
Van het regeerakkoord over naar zij die het moeten uitvoeren. Welke track record kunnen zij voorleggen?
De kersverse premier Alexander De Croo is van opleiding handelsingenieur, en begon zelfs zijn dagen in de ondernemerswereld. Hij richtte in 2006 Darts IP op – een gekende naam in de intellectuele eigendomswereld – dat nu vooral gespecialiseerde zoekmachines levert. Hij is een believer van innovatie, en hield de IT-wereld nauw aan het handje tijdens zijn eerdere regeerdagen. Ik las al wat voorzichtige lof op zusterwebsite Datanews over De Croo, hij krijgt het voordeel van de twijfel.
Toch moet er mij hier één iets van het hart. Een maatregel die ik hem nooit volledig heb vergeven. In juni 2015 verweerde ie zich stevig tegen het idee van de toenmalige minister van Justitie Koen Geens (CD&V) om anonieme SIM-kaarten af te schaffen. De legendarische woorden “niet alle burgers mogen als potentiële verdachten worden beschouwd” maakten voor mij De Croo instant tot een prima vent. Tenminste, tot ie een jaar later het toch zonder pardon – en op eigen initiatief – zou afvoeren. De Amerikaans-Joodse komiek Groucho Marx zei het al: ‘those are my principles, and if you don’t like them… well, I have others’.
Verder wordt Vincent Van Quickenborne (Open VLD) de nieuwe minister van Justitie. Oef, slikken. Quickie bouwde Kortrijk om tot een surveillancestad waar Chinezen al eens bewonderend naar fluiten. U ziet er meer camera’s dan bomen, de Stad kocht (illegale) gezichtsherkenningssoftware aan – maar beweert ze enkel te gebruiken om kledingstukken of rugzakken te herkennen, logisch toch! -, en ze werkt nauw samen met telefoonoperatoren om locatiegegevens te delen. Het moet gezegd zijn dat de Gegevensbeschermingsautoriteit in die laatste samenwerking geen graten ziet, maar meningen verschillen gelukkig al eens.
Neen, de komst van Snelle Vincent boezemt me niet meteen vertrouwen in. Meermaals waren er de geïrriteerde tweetduels (waar overigens nooit iemand beter van wordt), maar de man ziet het probleem niet. Of het ligt aan mij – kan ook. In elk geval zit hij tenminste op Justitie, en niet op Binnenlandse Zaken & Veiligheid.
Die post wordt nu bekleed door Annelies Verlinden, een (vrij) onbekende zakenadvocate, en het witte konijn van CD&V. ? Ze is advocate, en hoort dus de wet te kennen, en niet te negeren zoals haar voorgangers. Ik wens mevrouw Verlinden álle succes van de wereld toe. Het is bijzonder moeilijk om het harder te verkorven op vlak van privacy dan uw voorgangers deden, maar niettemin een woord van waarschuwing: ik houd u in de gaten.
Historisch gezien is het zo gegroeid dat mijn grootste vijand als privacy-activist op die post zit. Ziet u, Jan Jambon (N-VA) bekleedde dat ambt met het nodige vuur en energie (of pure roekeloosheid en arrogantie, afhankelijk van wie u het vraagt, uiteraard), en stampte al eens tegen de schenen van menig privacyminnend burger.
Over de vingerafdrukken hoef ik u allang niet meer te vertellen. Als aandachtige Knack-lezer heeft u daar wellicht al genoeg stukken van mijn hand achter de kiezen. Jambon zette echter nog wel meer in de steigers. Na de terroristische aanslagen in 2016 ging zijn partij in volle law & order modus, en bestelde meer ANPR-camera’s dan onze arme politieagenten ooit volgen kunnen, wou vingerafdrukken van élke Belg (vanaf 12 jaar) in een centrale databank dumpen, en ga zo maar even door.
Ik ga u iets bekennen: Jambon was een prima ‘vijand’. Door zijn treuzelend onbegrip over privacy was hij een makkelijke schietschijf. Alles waar Jambon voor stond, ademde een diep dédain voor individuele privacy. Perfect! Met zijn opvolger Pieter De Crem – Crembo voor de matekes – ging het al nét zo. De beste man verklaarde doodleuk in Terzake dat privacy iets is voor ‘mensen die niet al te beste bedoelingen hebben’. Hebben we wat mee afgelachen, zeg.
Lichtpunt in de nieuwe samenstelling van de regering: Verlindens partijgenoot Sammy Mahdi, een vrolijke kerel – al zou je dat niet altijd vermoeden aan zijn gelaatsuitdrukking, ik mag dat vast zeggen want we komen vrij goed overeen -, is een grote fan van onze privacy. Zijn wortels nog diep in Jong CD&V gedrenkt die, samen met vele andere jongerenpartijen, diep overtuigd zijn van het belang van privacy, en politici aan de top regelmatig kritisch op de vingers tikken.
Afscheid van Philippe De Backer
Enkele maanden geleden al polste ik voorzichtig bij Philippe De Backer (Open VLD) of er een nieuwe Staatssecretaris voor Privacy kwam. Daar was toen nog geen duidelijkheid over. Ondertussen weten we dat staatssecretaris Mathieu Michel, de broer van ex-premier Charles Michel daar bevoegd voor wordt. Zijn laatste tweet uit 2018 wil ik u niet onthouden: “Vous avez raison! Je ne comprends que Facebook!”. Als dat maar goed komt.
U mag van De Backer vinden van de man wat u wil, ik vond – en vind – hem een puike, intelligente, pragmatische en bereikbare politicus. En dat is dezer dagen al heel wat. Gedurende de jaren – van GDPR-hetze tot Corona-hetze – kon ik hem makkelijk bereiken, voerden we interessante discussies en was hij een kameraad van de Privacy.
Voor mij excelleerde hij op een moeilijke post als privacy. Hij hield de compleet getikte centrale database van vingerafdrukken tegen, hervormde de oubollige privacycommissie tot een redelijk potente speler, schreef een excellent wettelijk kader rond de Corona-app, en zoveel meer. Ik zal hem missen.
Respect voor het individu
Nu het regeerakkoord afgerond is en alle posten verdeeld zijn, hoop ik dat de nieuwe volwaardige regering de handen vrij heeft om het juiste te doen. Nu ze verlost is van alle lawaaiig testosteronbeladen haantjesgedrag rond veiligheid kan ze de vingerafdrukken herroepen, camera’s afbouwen, en werken aan een veilige samenleving mét respect voor het individu. Om schuldige burgers te vervolgen, maar onschuldige burgers opnieuw in eer te laten. Om mensenrechten niet tot slap papier te laten verworden, maar te kiezen voor de toekomst. En de toekomst, dat moét er ééntje zijn waar uw en mijn privacy centraal staat. Voor minder gaan we niet. Alé, Avanti!
Matthias Dobbelaere-Welvaert is directeur en privacyactivist bij the Ministry of Privacy, en docent ‘Copyright and Mediarights’ aan de Erasmus Hogeschool Brussel. Zijn debuutboek over privacy verschijnt in december 2020 (Borgerhoff & Lamberigts).
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier