‘Belgisch boerkaverbod niet in strijd met Europees Verdrag voor Rechten van de Mens’
Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) heeft in twee zaken over het boerkaverbod in België geoordeeld dat er geen strijdigheid is met bepalingen uit het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.
Sinds midden 2011 is het in ons land verboden om op openbare plaatsen het aangezicht gedeeltelijk of volledig te bedekken. Het Hof boog zich over twee zaken, waarbij drie moslimvrouwen een verbod aanvochten. De eerste zaak ging over twee vrouwen die in 2009 en 2011 een boete kregen voor het dragen van hun boerka in Etterbeek en Molenbeek. De tweede zaak ging over het boerkaverbod dat Pepinster, Dison en Verviers in 2008 invoerden via een gemeenteverordening.
Het EHRM zegt in beide zaken dat er geen schending is van de artikelen 8 (recht op privacy), 9 (godsdienstvrijheid) en 14 (discriminatieverbod) van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.
Verrassend is de uitspraak niet. In 2014 gaf het Hof een Franse vrouw al ongelijk in haar strijd tegen een boerkaverbod in Frankrijk. Het volgde de argumentatie van de Franse staat, dat de boerka in strijd is met de gelijke rechten en het ‘samenleven’ onmogelijk maakt.