Zware symbolische straf verwacht voor Van Langenhove in bij voorbaat aangevochten vonnis

Dries Van Langenhove. © Getty

In de zaak rond Schild & Vrienden, waarbij oprichter Dries Van Langenhove en zes medeverdachten zich moeten verantwoorden voor onder meer inbreuken op de racismewetgeving en negationisme, valt dinsdag het vonnis van de Gentse correctionele rechtbank. Onder meer omdat Van Langenhove al tijdens de behandeling van de zaak aankondigde zich niet neer te leggen bij de beslissing van de drie rechters die hij eerder zonder succes probeerde te wraken, wordt een zware straf verwacht die gelet op het beroep vooral symbolisch belangrijk zal zijn.

Het onderzoek startte al in september 2018 na een ‘Pano’-reportage, die toonde dat in geheime chatgroepen van Schild & Vrienden racistische en antisemitische berichten gedeeld werden. In juni 2019 werd Dries Van Langenhove officieel in verdenking gesteld. Hij werd door de raadkamer buiten vervolging gesteld voor negationisme, maar hij werd verwezen naar de correctionele rechtbank voor inbreuken op de racisme- en de wapenwetgeving.

Tegen de buitenvervolgingstelling voor negationisme werd beroep aangetekend door twee burgerlijke partijen, en de kamer van inbeschuldigingstelling oordeelde dat hij zich toch voor negationisme moet verantwoorden. Ook zes andere verdachten moeten zich verantwoorden voor inbreuken op de racismewetgeving.

(Lees verder onder de previw)

Van Langenhove en zijn advocaat Hans Rieder dienden op 10 oktober voor de start van de zitting een wrakingsverzoek in, niet alleen tegen rechtbankvoorzitter Jan Van den Berghe, maar ook tegen de twee andere rechters in de zaak. De drie rechters weigerden om zich terug te trekken, waardoor de eerste kamer van het Gentse hof van beroep zich moest uitspreken over de wrakingsverzoeken.

De advocaat ging in de wrakingsverzoeken door op het verdelingsincident dat hij eerder opwierp, waarbij hij stelde dat de rechtbank onwettig samengesteld werd. De voorzitter van de Gentse afdeling van de rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen moest oordelen of de zaak anders moest worden toegewezen, maar ging daar niet op in en verwees naar het interne reglement dat de toebedeling aan de rechters regelt. 

Volgens advocaat Rieder zou Van den Berghe bewust niet gezeteld hebben in de raadkamer, zodat hij de zaak ten gronde voor de correctionele rechtbank kan beoordelen. Het Gentse hof van beroep oordeelde dat de drie wrakingsverzoeken ‘onontvankelijk wegens laattijdigheid’ waren, maar Van Langenhove tekende beroep aan bij het Hof van Cassatie. Dat cassatieberoep werd verworpen, zodat op 9 januari de zaak uiteindelijk gepleit kon worden voor de Gentse correctionele rechtbank. 

Het openbaar ministerie vorderde voor Dries Van Langenhove voor de inbreuken op de racisme- en negationismewetgeving één jaar cel en een geldboete van 16.000 euro. Voor de inbreuk op de wapenwetgeving, met name het bezit van pepperspray, werd ook één jaar cel en 8.000 euro boete gevraagd. Voor de zes andere beklaagden werd telkens zes maanden cel en 8.000 euro boete gevorderd. Van Langenhove was ‘de onbetwistbare leider van de groep’, meende de aanklager. De zes medebeklaagden van Van Langenhove vroegen voornamelijk de vrijspraak, maar enkelen wilden ondergeschikt ook de gunst van de opschorting of een alternatieve straf. 

Van Langenhove was niet aanwezig in de rechtbank en liet via sociale media nog voor de vordering van het openbaar ministerie weten dat hij in beroep zou gaan, omdat hij meende dat hij geen eerlijk proces zou krijgen. ‘Dit proces ondermijnt de geloofwaardigheid van justitie. We zullen onze wijsheid voorbehouden voor het hof van beroep’, zei advocaat Rieder op zitting. 

De oorlog tussen Rieder en de rechtbankvoorzitter, die binnenkort met pensioen gaat en waarbij de verdediging probeerde te verhinderen dat hij voor die datum een uitspraak zou kunnen doen, leek daardoor zonder winnaar beslecht. Het vonnis van de correctionele rechtbank is nu klaar, maar door het aangekondigde beroep heeft de uitspraak vooral symbolische waarde voor wat de bestraffing van Van Langenhove betreft. Voor de andere beklaagden en de burgerlijke partijen is het meer dan vijf jaar na de feiten wel uitkijken naar het eerste oordeel ten gronde over de veelbesproken zaak.

Partner Content