Zestig terugkeercoaches om half miljoen langdurig zieken aan het werk te krijgen
De federale regering zet in op terugkeercoaches, of ‘Terug naar Werk-coördinatoren’, die de langdurig zieken met zachte hand terug naar werk moeten leiden. In 2022 gaan veertig coaches van start, in 2023 moeten er dat zestig zijn.
De Standaard, Het Nieuwsblad, Gazet van Antwerpen en Het Belang van Limburg konden de aanpak van minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) van de problematiek van langdurig zieken inkijken. Het plan werd al goedgekeurd op de ministerraad en de federale regering trekt dit jaar 1 miljoen euro uit voor de voorbereidingen en de eerste aanwervingen van de zogenaamde ‘Terug naar Werk’-coördinatoren.
Vandenbroucke benadrukt dat een groot deel van de langdurig zieken te ziek zijn om nog aan het werk te gaan. Het kabinet verwijst daarbij naar internationale schattingen die aangeven dat ongeveer 10 procent wel weer aan het werk kan en wil. Een goeie 50.000 langdurig zieken dus. Van die groep vindt ongeveer de helft op eigen kracht de weg naar werk. Vandenbroucke mikt met de terugkeercoaches op de restgroep die een duwtje in de rug nodig heeft. De eerste jaren zou dat gaan om zowat 18.000 terugkeerders per jaar, later om 24.000.
De voorbereidingen voor het plan van Vandenbroucke starten in november. Het gaat dan bijvoorbeeld om de ontwikkeling van de nodige IT-systemen en het opleiden van de coaches. Vanaf 2022 gaan de eerste terugkeercoaches dan aan de slag, als werknemers van de mutualiteiten. Ze moeten zoveel mogelijk langdurig zieken terug naar werk begeleiden, in samenwerking met onder meer de regionale arbeidsbemiddelingsdiensten. Het federale niveau wil op die manier samenwerken met de regionale ministers van Werk, ‘zodat we elkaar versterken in de ambities die we hebben’, aldus Vandenbroucke.
De federale regering trekt dit jaar nog 1 miljoen euro uit voor de voorbereidingen, de financiering voor de periode 2022-2024 maakt deel uit van de jaarlijkse begrotingsbesprekingen. Het is volgens Vandenbroucke wel de bedoeling om, eens het systeem op punt staat, de verdeling van de middelen voor een deel afhankelijk te maken van de geleverde inspanningen.
CM
De Christelijke Mutualiteiten reageren alvast positief op de plannen van Vandenbroucke. ‘Omdat zinvol werk een wezenlijke impact heeft op gezondheid, geloven wij voluit in de meerwaarde van de Terug-naar-Werk-coördinatoren en verlenen we onze volle medewerking om het project te laten slagen’, zegt CM-voorzitter Luc Van Gorp. Preventie blijft daarnaast ook belangrijk, benadrukt hij wel. ‘Re-integratie is één kant van het verhaal, maar nog beter is het om te voorkomen dat mensen arbeidsongeschikt worden. Het zal ook nodig zijn om meer dan ooit in te zetten op welzijn op de werkvloer.’
ACV
De terugkeercoaches zijn ‘zinvolle radertjes in het complexe web van re-integratie om langdurig zieken hun weg te laten vinden’, zegt ook Stijn Gryp van de christelijke vakbond ACV. Toch wijst ook ACV op de verantwoordelijkheid van werkgevers. ‘Het knelpunt zit hem vooral in de inspanningen inzake aanpassing van de werkpost en van de werkorganisatie, die vaak ontbreken, of bij de beperkte bereidheid van werkgevers om op zoek te gaan naar nieuw werk binnen de onderneming.’
De terugkeercoaches zijn maar één element in het ‘Terug Naar Werk’-plan van Vandenbroucke. Zo komt er onder meer ook een contactpersoon voor iedereen die met vragen zit rond de terugkeer naar het werk na een periode van ziekte, en zal wie een ziekte-attest indient bij een ziekenfonds verplicht een vragenlijst moeten invullen, waar een gesprek aan gekoppeld wordt. De regering voert ook een systematische registratie in van de resultaten van het hele plan zodat de overheid jaarlijks kan evalueren en de ziekenfondsen kan ‘responsabiliseren om te streven naar een kwaliteitsvolle en gerichte dienstverlening’, klinkt het.
Minister van Werk Pierre-Yves Dermagne (PS) werkt intussen nog aan re-integratietrajecten langs werkgeverszijde, in samenwerking met de preventiediensten. Die plannen worden nog in de loop van deze maand verwacht.